Hoofdstuk 1
Types of ionizing radiations
Radiobiologie: het bestuderen van de invloed van straling op levende dingen.
Exitatie: wanneer een elektron in een atoom naar een hoger energielevel gaat, zonder dat er een
elektron uit het atoom gaat.
Ionisatie: wanneer een of meerdere elektronen uit het atoom gaan. Deze straling noem je ionisatie
straling. Het kenmerk hiervan is dat er grootte hoeveelheden energie vrij komen.
Elektromagnetische straling:
- Röntgenstraling wordt geproduceerd door het versnellen van elektronen tot een hoge
energie en ze vervolgens plotseling te stoppen wanneer ze in het target terecht komen. Een
deel van de energie van de elektronen wordt omgezet in x-straling. γ-straling wordt gemaakt
door een radioactief isotoop.
- Röntgenstraling en γ-straling bewegen met de lichtsnelheid, je kan het dus zien als een golf.
Het bestaat uit fotonen (pakketjes energie gelijk aan hv).
Typen straling:
- Elektronen: zijn klein en negatief geladen. Ze kunnen worden versneld tot bijna de
lichtsnelheid met een hoge energie.
- Protonen: positief geladen, massa is 2000x groter dan die van een elektron.
- α-deeltjes: bestaat uit 2 protonen + 2 neutronen (helium), positieve lading.
- Neutronen: massa gelijk aan protonen, geen lading.
- Zwaar geladen deeltjes: de kern van elementen zoals koolstof, neon, ijzer, etc. Positief
geladen
Absorption of X-rays
Direct ioniseren: wanneer deeltjes een hoog genoeg (kinetische) energie bevatten, dat ze de
atoomstructuur van het materiaal waar het langs komt kunnen veranderen. Dit zijn de 5 boven
beschreven deeltjes.
Indirect ioniseren: dit kunnen röntgenstraling en gammastraling. Zij
produceren zelf geen biologische schade, maar wanneer zij langs een
materiaal komen geven zij energie af om snel bewegende deeltjes te
produceren die schade aanbrengen.
Compton effect: hierbij interacteert een foton met een ‘vrij’ elektron (dit is
een elektron die weinig energie bevat ver geleken met het foton). Een deel
van het energie van het foton wordt mee gegeven aan het elektron als
kinetische energie (het foton kan 0% tot 80% van zijn energie afgeven). Het
foton met nu minder energie buigt af.
Foto-elektrisch effect: wanneer een foton al zijn energie afgeeft aan het
elektron. De nieuwe energie van het elektron is gelijk aan de energie van het foton min de
bindingsenergie van het elektron.