Naam: Julie Borer
Studentnummer: 4037995
Werkgroep: 3
Docenten: Mr. dr. R.E. van Hellemondt en Prof. M.P. Sombroek van Doorm
Aantal woorden: 3166 woorden
Het participatierecht van het ernstig zieke kind
1
, J.M. Borer1
Inleiding
Artikel 12 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (hierna: IVRK)
bepaalt dat ieder kind het recht heeft om te participeren in alle aangelegenheden die het kind
betreffen, waarbij aan de mening van het kind passend belang wordt gehecht in
overeenstemming met de leeftijd én rijpheid van het kind. Het participatierecht van het kind is
één van de vier fundamentele beginselen van het IVRK.2 Volgens het Kinderrechtencomité
van de Verenigde Naties (hierna: VN-Kinderrechtencomité) zijn er aan het participatierecht
van het kind uit artikel 12 van het IVRK geen leeftijdsgrenzen verbonden.3 Toch bestaan er in
de Nederlandse wetgeving leeftijdsgrenzen met betrekking tot de handelingsbekwaamheid
van minderjarigen bij het aangaan van een geneeskundige behandelingsovereenkomst. Binnen
het Nederlandse gezondheidsrecht bestaat er al een aantal jaren discussie over de
handelingsbekwaamheid van minderjarigen onder de twaalf jaar.4 De Wet op de
geneeskundige behandelingsovereenkomst (hierna: WGBO) stelt minderjarigen onder de
twaalf jaar zonder uitzondering handelingsonbekwaam in het nemen van beslissingen rondom
hun medische behandeling.5 Volgens de wetgever zijn minderjarigen onder de twaalf jaar in
de regel niet in staat om tot een redelijke waardering van de eigen belangen ter zake van
medische behandelingen te komen.6 Dit betekent dat de minderjarige onder de twaalf jaar zelf
formeel geen inspraak heeft in de eigen medische behandeling en dat er in Nederland nooit
wordt toegekomen aan een beoordeling van de wilsbekwaamheid van de minderjarige onder
de twaalf jaar.7
Uit het proefschrift van Hein blijkt echter dat kinderen onder de twaalf jaar al wel
wilsbekwaam kunnen zijn ten aanzien van het nemen van beslissingen over hun medische
behandeling.8 Dit geldt des te meer voor ernstig zieke kinderen. Zo noemt Spronk dat ernstig
1
J.M. Borer is masterstudent Jeugdrecht aan de Universiteit Leiden.
2
General Comment 12, par. 2. De vier fundamentele beginselen (ook wel: ‘general principles’) zijn: artikel 2
(non-discriminatie), artikel 3 (belang van het kind), artikel 6 (recht op leven) en artikel 12 (recht om te worden
gehoord). Deze fundamentele beginselen zijn van belang voor de interpretatie van de andere bepalingen uit het
IVRK.
3
General Comment 12, par. 29.
4
Zie onder andere: Legemaate, 2016; De Kieviet, 2018.
5
Artikel 7:465 lid 1 BW; De Kieviet, 2018.
6
Kamerstukken II 1989/90, 21561, nr. 3, p. 20.
7
De Kieviet, 2018, p. 68.
8
Hein, 2015, p. 100.
2