Europeesrecht
Werkcollege 1.1
Leerdoelen:
De betekenis van het internationaal recht voor de Nederlandse praktijk
uitleggen;
De internationaalrechtelijke rechtssubjecten benoemen en uitleggen;
De belangrijkste bronnen van het internationaal recht benoemen en
uitleggen;
De taken en doelstellingen van de VN benoemen en uitleggen.
Lange tijd was het internationaal recht vooral recht tussen staten. De natiestaat
is de belangrijkste speler in internationale betrekkingen en het internationaal
recht.
De betekenis van het internationaal recht voor de Nederlandse praktijk
Samenvattend heeft het internationaal recht een cruciale betekenis voor de
Nederlandse praktijk, aangezien het de basis vormt voor samenwerking,
bescherming van rechten, en stabiliteit in een steeds meer geglobaliseerde
wereld. Het stelt Nederland in staat om zijn belangen te behartigen, zowel op
diplomatiek, economisch als rechtsgebied, terwijl het tegelijkertijd
verantwoordelijkheden oplegt op basis van internationale normen en verdragen.
Wat moet worden verstaan onder soevereiniteit van een staat?
Soevereiniteit van een staat verwijst naar het recht en de macht van een staat
om zelfstandig beslissingen te nemen over haar eigen grondgebied. Dit betekent
dat een staat volledige controle heeft over haar interne en externe
aangelegenheden, zoals wetgeving, bestuur en het aangaan van internationale
betrekkingen. De staat heeft het recht om verdragen te sluiten, zich aan regels te
binden of deze te verbreken, en te bepalen hoe zij omgaat met andere staten en
internationale organisaties. Soevereiniteit vormt de basis van het internationale
recht, waarbij elke staat als gelijk wordt beschouwd in zijn recht om zijn eigen
zaken te regelen. Niet-statelijke actoren zijn erg belangrijk in het internationale
recht. Staten onderhouden formele betrekkingen met elkaar, met name via
ambassades.
Zelfbinding is dat de staat zelf besluit, uit welbegrepen eigenbelang, om
verplichtingen aan te gaan. Een staat kan zelf besluiten verdragen te sluiten met
andere staten maar kan een verdrag ook opzeggen. Een staat kan zelf besluiten
toe te treden tot een internationale organisatie en kan ook uittreden.
Niet statelijke actoren: organisaties, groepen die geen onderdeel uitmaken van
een statelijke structuur, maar wel belangrijk zijn in het internationaal recht.
Internationale mensenrechten- of milieu NGO’s kunnen door rapporten de
publieke opinie mobiliseren en onderwerpen op de internationale agenda
te krijgen.
, Zij kunnen gebruik maken van klachtmogelijkheden bij rechterlijke
instanties
Bv. Rode Kruis speelt een grote rol als niet-gouvernementele organisatie
Grote multinationals hebben meer economische macht dan kleine staten,
hebben grote impact op klimaat, daarom kunnen zij door organisaties
worden aangesproken op hun handelen.
Zwakte van het internationaal recht:
Er is geen internationale overheid die het recht kan afdwingen, vooral
gebaseerd op samenwerking en zelfbinding via internationale organisatie
en verdragen.
Staten die zich niet aan de afspraak houden kunnen beperkt tot de orde
worden geroepen.
Sterkte van het internationaal recht:
Staten kunnen elkaar voor het internationaal gerechtshof slepen,
internationaal recht erkent en daardoor is er een mogelijk van sancties,
boycots en bij oorlogshandelingen is er recht op zelfverdediging. Bij grote
bedreigingen mag VN ingrijpen maar dan moet er instemming zijn van 5
permanente leden.
Het internationaal recht heeft op regionaal en nationaal niveau invloed
Belang van effectieve rechtsstaat is cruciaal: nationale rechter kunnen
mensenrechtenverdragen toepassen in het nationaal recht
Staten zijn afhankelijk van elkaar.
Hoe verhoudt het sluiten van een verdrag of het toetreden tot een internationale
organisatie zich tot soevereiniteit?
Het sluiten van een verdrag of toetreden tot een internationale organisatie heeft
te maken met soevereiniteit doordat staten uit eigen belang besluiten om
verplichtingen aan te gaan, maar deze beslissingen ook een zekere mate van
zelfbinding met zich meebrengen.
Internationale rechtssubjecten: drager van rechten en plichten
1. De staat: de belangrijkste speler in het internationaal recht.
Conventie van Montevideo: criteria voor een staat
Een bevolking
Grondgebied met duidelijke grenzen
Een effectief gezag, bv duidelijk verdragen kunnen sluiten met andere
staten
De capaciteit om internationale betrekkingen aan te gaan, bv toetreden
van de VN is belangrijk aanwijzing dat er sprake is van een staat.
2. Internationale organisaties: een organisatie met rechtspersoonlijkheid die
naar internationaal recht wordt opgericht door staten en eventueel andere
internationale organisaties. De meeste organisaties hebben organen of
instellingen en zijn opgericht met een bepaald doel.
3. Individuen/particulieren: kunnen ook rechten en verplichtingen hebben,
mensenrechtenverdragen geven individuen rechten die tegenover de staat
afdwingbaar zijn, bijvoorbeeld de rechten van vluchtelingen. Bij sommige
, mensenrechtenverdragen zijn klachtmechanismes opgenomen waardoor
individuen kunnen klagen bij een internationale toezichthouder. Individuen
kunnen in sommige gevallen ook verantwoordelijk worden gehouden aan
hun daden, denk aan internationaal strafhof, is opgericht om daders van
ernstige schenden van mensenrechten te berechten. De rechtspositie van
individuen zijn vaak zwak, omdat zij afhankelijk zijn van staten. Sterkte
rechten worden wel gegeven door het Europees Verdrag voor de rechten
van de Mens.
Welke internationaalrechtelijke rechtssubjecten zie je in onderstaande
overwegingen in de preambule van het Statuut bij het Internationaal Strafhof?
De Staten die Partij zijn bij dit Statuur, dit benadrukt de staat als een belangrijk
internationaalrechtelijk rechtssubject, aangezien staten verplichtingen en rechten
hebben binnen het kader van het statuut.
Vastbesloten een einde te maken aan de straffeloosheid van de daders van deze
misdrijven en daardoor bij te dragen aan het voorkomen van dergelijke
misdrijven, die benadrukt de rol van individuen als internationaalrechtelijke
rechtssubjecten, aangezien zijn verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor
internationale misdrijven zoals oorlogsmisdaden, misdaden tegen de
menselijkheid, en genocide.
In herinnering brengend dat het de plicht is van elke Staat om zijn rechtsmacht in
strafzaken uit te oefenen over degenen die verantwoordelijk zijn voor
internationale misdrijven, dit benadrukt de staat als een belangrijk
internationaalrechtelijk rechtssubject, aangezien staten de verantwoordelijkheid
hebben om hun rechtsmacht te gebruiken om degenen die internationale
misdrijven begaan te vervolgen.
Opnieuw bevestigend de doeleinden en beginselen van het Handvest van de
Verenigde Naties, hier wordt een internationale organisatie benadrukt en zijn
relevant voor de werking van het Internationaal Strafhof.
Internationaal recht heeft een bijzondere status in het Nederlandse
recht.
Art. 93 GW: verdragen hebben een verbindende kracht nadat zij zijn
bekendgemaakt.
Art. 94 GW: verdragen gaan boven wetten
Ieder internationaal verdrag zijn rechtstreeks in te roepen voor de
Nederlandse rechter -> monistisch systeem, regels van directe werking
en voorrang van internationale recht geven internationale verdragen
een zeer zekere status.
Bronnen van internationale recht
Geschreven recht: verdragen, afspraken en regels die op papier zijn.
Ongeschreven recht: niet-geschreven praktijken en regels.
Het internationaal gerechtshof IGH, instelling van VN, kan hierover
uitspraken doen. Het IGH, gevestigd in Den Haag kan uitleggen als
, er om advies wordt gevraagd of als staten een conflict voorleggen
aan het Hof en het Hof bevoegd is uitspraak te doen.
Primair: Art. 38 van het statuut van het IGH -> bronnen van internationale recht
Internationale verdragen
Verdrag van Wenen: bevat regels hoe verdragen tot stand komen en
bijzondere regels over bepaalde soorten verdragen.
Doel van verdragen: mensenrechtenverdragen, humitair, ontwapening,
milieu, oprichting van internationale organisatie.
Verdragen tussen 2 staten: bilaterale verdragen
Verdragen tussen meerdere staten (meer dan 2): multilaterale
verdragen
Voorwaarden verdrag:
1. Internationale schriftelijke overeenkomst tussen staten
2. Bevat bindende afspraken
3. De bedoeling van partijen is belangrijk
4. Staten zijn gehouden zich eraan te houden -> Pacta Sunt Servanda art.
26 Weens Verdragenverdrag
Werking van verdragen:
- Monisme of dualisme
- In NL zijn verdragen bindend; deels monistisch
- Nationale wetten mogen niet in tegenspraak zijn met internationale
verdragen en besluiten van internationale organisaties; art. 93 en 94
GW.
- Dualistisch stelsel: verdragen worden opgenomen in nationale wet.
Internationaal gewoonterecht
Ontstaat uit een opeenvolging van elkaar ondersteunende gedragingen
die, door actief aan de praktijk deel te nemen dan wel deze te dulden,
deze praktijk zodanig aanvaarden dat erop mag worden vertrouwd dat zij
zich ook in de toekomst volgens de praktijk zullen gedragen.
1) Er moet een algemene praktijk zijn
2) Deze praktijk moet worden gezien blijk van het recht ->
opinio juris (algemene rechtsovertuiging)
Besluiten van internationale organisaties
Algemene beginselen
Recht van internationale organisaties
- Ze spelen een rol bij de vorming in het internationaal recht, opgezet
door een opzettingsverdrag.
- Ze kunnen continuïteit geven.
- Ze worden opgericht omdat een aantal problemen en uitdagingen
duidelijk het niveau van de staat overstijgt
- Een internationale organisatie maakt het mogelijk om een duidelijk
procedureafspraken en snel beslissingen te nemen en actie te
ondernemen.
Werkcollege 1.1
Leerdoelen:
De betekenis van het internationaal recht voor de Nederlandse praktijk
uitleggen;
De internationaalrechtelijke rechtssubjecten benoemen en uitleggen;
De belangrijkste bronnen van het internationaal recht benoemen en
uitleggen;
De taken en doelstellingen van de VN benoemen en uitleggen.
Lange tijd was het internationaal recht vooral recht tussen staten. De natiestaat
is de belangrijkste speler in internationale betrekkingen en het internationaal
recht.
De betekenis van het internationaal recht voor de Nederlandse praktijk
Samenvattend heeft het internationaal recht een cruciale betekenis voor de
Nederlandse praktijk, aangezien het de basis vormt voor samenwerking,
bescherming van rechten, en stabiliteit in een steeds meer geglobaliseerde
wereld. Het stelt Nederland in staat om zijn belangen te behartigen, zowel op
diplomatiek, economisch als rechtsgebied, terwijl het tegelijkertijd
verantwoordelijkheden oplegt op basis van internationale normen en verdragen.
Wat moet worden verstaan onder soevereiniteit van een staat?
Soevereiniteit van een staat verwijst naar het recht en de macht van een staat
om zelfstandig beslissingen te nemen over haar eigen grondgebied. Dit betekent
dat een staat volledige controle heeft over haar interne en externe
aangelegenheden, zoals wetgeving, bestuur en het aangaan van internationale
betrekkingen. De staat heeft het recht om verdragen te sluiten, zich aan regels te
binden of deze te verbreken, en te bepalen hoe zij omgaat met andere staten en
internationale organisaties. Soevereiniteit vormt de basis van het internationale
recht, waarbij elke staat als gelijk wordt beschouwd in zijn recht om zijn eigen
zaken te regelen. Niet-statelijke actoren zijn erg belangrijk in het internationale
recht. Staten onderhouden formele betrekkingen met elkaar, met name via
ambassades.
Zelfbinding is dat de staat zelf besluit, uit welbegrepen eigenbelang, om
verplichtingen aan te gaan. Een staat kan zelf besluiten verdragen te sluiten met
andere staten maar kan een verdrag ook opzeggen. Een staat kan zelf besluiten
toe te treden tot een internationale organisatie en kan ook uittreden.
Niet statelijke actoren: organisaties, groepen die geen onderdeel uitmaken van
een statelijke structuur, maar wel belangrijk zijn in het internationaal recht.
Internationale mensenrechten- of milieu NGO’s kunnen door rapporten de
publieke opinie mobiliseren en onderwerpen op de internationale agenda
te krijgen.
, Zij kunnen gebruik maken van klachtmogelijkheden bij rechterlijke
instanties
Bv. Rode Kruis speelt een grote rol als niet-gouvernementele organisatie
Grote multinationals hebben meer economische macht dan kleine staten,
hebben grote impact op klimaat, daarom kunnen zij door organisaties
worden aangesproken op hun handelen.
Zwakte van het internationaal recht:
Er is geen internationale overheid die het recht kan afdwingen, vooral
gebaseerd op samenwerking en zelfbinding via internationale organisatie
en verdragen.
Staten die zich niet aan de afspraak houden kunnen beperkt tot de orde
worden geroepen.
Sterkte van het internationaal recht:
Staten kunnen elkaar voor het internationaal gerechtshof slepen,
internationaal recht erkent en daardoor is er een mogelijk van sancties,
boycots en bij oorlogshandelingen is er recht op zelfverdediging. Bij grote
bedreigingen mag VN ingrijpen maar dan moet er instemming zijn van 5
permanente leden.
Het internationaal recht heeft op regionaal en nationaal niveau invloed
Belang van effectieve rechtsstaat is cruciaal: nationale rechter kunnen
mensenrechtenverdragen toepassen in het nationaal recht
Staten zijn afhankelijk van elkaar.
Hoe verhoudt het sluiten van een verdrag of het toetreden tot een internationale
organisatie zich tot soevereiniteit?
Het sluiten van een verdrag of toetreden tot een internationale organisatie heeft
te maken met soevereiniteit doordat staten uit eigen belang besluiten om
verplichtingen aan te gaan, maar deze beslissingen ook een zekere mate van
zelfbinding met zich meebrengen.
Internationale rechtssubjecten: drager van rechten en plichten
1. De staat: de belangrijkste speler in het internationaal recht.
Conventie van Montevideo: criteria voor een staat
Een bevolking
Grondgebied met duidelijke grenzen
Een effectief gezag, bv duidelijk verdragen kunnen sluiten met andere
staten
De capaciteit om internationale betrekkingen aan te gaan, bv toetreden
van de VN is belangrijk aanwijzing dat er sprake is van een staat.
2. Internationale organisaties: een organisatie met rechtspersoonlijkheid die
naar internationaal recht wordt opgericht door staten en eventueel andere
internationale organisaties. De meeste organisaties hebben organen of
instellingen en zijn opgericht met een bepaald doel.
3. Individuen/particulieren: kunnen ook rechten en verplichtingen hebben,
mensenrechtenverdragen geven individuen rechten die tegenover de staat
afdwingbaar zijn, bijvoorbeeld de rechten van vluchtelingen. Bij sommige
, mensenrechtenverdragen zijn klachtmechanismes opgenomen waardoor
individuen kunnen klagen bij een internationale toezichthouder. Individuen
kunnen in sommige gevallen ook verantwoordelijk worden gehouden aan
hun daden, denk aan internationaal strafhof, is opgericht om daders van
ernstige schenden van mensenrechten te berechten. De rechtspositie van
individuen zijn vaak zwak, omdat zij afhankelijk zijn van staten. Sterkte
rechten worden wel gegeven door het Europees Verdrag voor de rechten
van de Mens.
Welke internationaalrechtelijke rechtssubjecten zie je in onderstaande
overwegingen in de preambule van het Statuut bij het Internationaal Strafhof?
De Staten die Partij zijn bij dit Statuur, dit benadrukt de staat als een belangrijk
internationaalrechtelijk rechtssubject, aangezien staten verplichtingen en rechten
hebben binnen het kader van het statuut.
Vastbesloten een einde te maken aan de straffeloosheid van de daders van deze
misdrijven en daardoor bij te dragen aan het voorkomen van dergelijke
misdrijven, die benadrukt de rol van individuen als internationaalrechtelijke
rechtssubjecten, aangezien zijn verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor
internationale misdrijven zoals oorlogsmisdaden, misdaden tegen de
menselijkheid, en genocide.
In herinnering brengend dat het de plicht is van elke Staat om zijn rechtsmacht in
strafzaken uit te oefenen over degenen die verantwoordelijk zijn voor
internationale misdrijven, dit benadrukt de staat als een belangrijk
internationaalrechtelijk rechtssubject, aangezien staten de verantwoordelijkheid
hebben om hun rechtsmacht te gebruiken om degenen die internationale
misdrijven begaan te vervolgen.
Opnieuw bevestigend de doeleinden en beginselen van het Handvest van de
Verenigde Naties, hier wordt een internationale organisatie benadrukt en zijn
relevant voor de werking van het Internationaal Strafhof.
Internationaal recht heeft een bijzondere status in het Nederlandse
recht.
Art. 93 GW: verdragen hebben een verbindende kracht nadat zij zijn
bekendgemaakt.
Art. 94 GW: verdragen gaan boven wetten
Ieder internationaal verdrag zijn rechtstreeks in te roepen voor de
Nederlandse rechter -> monistisch systeem, regels van directe werking
en voorrang van internationale recht geven internationale verdragen
een zeer zekere status.
Bronnen van internationale recht
Geschreven recht: verdragen, afspraken en regels die op papier zijn.
Ongeschreven recht: niet-geschreven praktijken en regels.
Het internationaal gerechtshof IGH, instelling van VN, kan hierover
uitspraken doen. Het IGH, gevestigd in Den Haag kan uitleggen als
, er om advies wordt gevraagd of als staten een conflict voorleggen
aan het Hof en het Hof bevoegd is uitspraak te doen.
Primair: Art. 38 van het statuut van het IGH -> bronnen van internationale recht
Internationale verdragen
Verdrag van Wenen: bevat regels hoe verdragen tot stand komen en
bijzondere regels over bepaalde soorten verdragen.
Doel van verdragen: mensenrechtenverdragen, humitair, ontwapening,
milieu, oprichting van internationale organisatie.
Verdragen tussen 2 staten: bilaterale verdragen
Verdragen tussen meerdere staten (meer dan 2): multilaterale
verdragen
Voorwaarden verdrag:
1. Internationale schriftelijke overeenkomst tussen staten
2. Bevat bindende afspraken
3. De bedoeling van partijen is belangrijk
4. Staten zijn gehouden zich eraan te houden -> Pacta Sunt Servanda art.
26 Weens Verdragenverdrag
Werking van verdragen:
- Monisme of dualisme
- In NL zijn verdragen bindend; deels monistisch
- Nationale wetten mogen niet in tegenspraak zijn met internationale
verdragen en besluiten van internationale organisaties; art. 93 en 94
GW.
- Dualistisch stelsel: verdragen worden opgenomen in nationale wet.
Internationaal gewoonterecht
Ontstaat uit een opeenvolging van elkaar ondersteunende gedragingen
die, door actief aan de praktijk deel te nemen dan wel deze te dulden,
deze praktijk zodanig aanvaarden dat erop mag worden vertrouwd dat zij
zich ook in de toekomst volgens de praktijk zullen gedragen.
1) Er moet een algemene praktijk zijn
2) Deze praktijk moet worden gezien blijk van het recht ->
opinio juris (algemene rechtsovertuiging)
Besluiten van internationale organisaties
Algemene beginselen
Recht van internationale organisaties
- Ze spelen een rol bij de vorming in het internationaal recht, opgezet
door een opzettingsverdrag.
- Ze kunnen continuïteit geven.
- Ze worden opgericht omdat een aantal problemen en uitdagingen
duidelijk het niveau van de staat overstijgt
- Een internationale organisatie maakt het mogelijk om een duidelijk
procedureafspraken en snel beslissingen te nemen en actie te
ondernemen.