Maatschappij en recht
Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Leerjaar 4
Scriptie
,SCRIPTIE VAN …
1
,VOORWOORD
Voor u ligt het onderzoeksrapport van … Een student van de Hogeschool van Amsterdam, die de
opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) volgt. De student heeft het onderzoek
uitgevoerd vanaf februari 2020 tot en met mei 2020.
In dit rapport leest u een onderzoek dat in samenwerking met de organisatie … is uitgevoerd. Het
onderzoek gaat over hoe de organisatie gezien de actuele ‘verstopte’ situatie waarin de (crisis)opvang
zich bevindt, hier een positieve bijdrage aan kan leveren tijdens een acute crisissituatie van een dak- en
thuisloze jongere. Samen en in overleg met …, werkzaam bij de organisatie, is het onderzoek begeleid.
Door middel van een kwalitatief en literatuur onderzoek is uiteindelijk antwoord gegeven op de
hoofdvraag:
‘Wat kan … doen bij een acute crisis van een dak- en thuisloze jongere?’
Graag wil ik meerdere mensen bedanken die een bijdrage geleverd hebben aan dit onderzoek.
Allereerst … voor de fijne samenwerking, hulp en steun tijdens dit onderzoek. Zij stond altijd voor mij
klaar en ik heb gedurende het onderzoek veel aan haar gehad. Vervolgens wil ik ook mijn docenten
bedanken. Wegens de ziekte van mijn begeleider heeft mijn peergroep een nieuwe begeleider
gekregen. Ik ben enorm blij met de ondersteuning en de feedback die de heer … mij in korte tijd heeft
gegeven. Ook mijn respondenten wil ik bedanken voor hun actieve deelname, vertrouwen en
eerlijkheid. Tot slot wil ik mijn familie en vrienden bedanken voor hun enthousiasme en steun
gedurende het onderzoek.
Ik wens u veel leesplezier toe.
Amsterdam, 6 mei 2020
2
,INHOUDSOPGAVE
Voorwoord ............................................................................................................................................................. 2
Inleiding ................................................................................................................................................................. 4
1. Probleemanalyse................................................................................................................................................ 6
1.1 Macroniveau.................................................................................................................................................. 6
1.2 Mesoniveau ................................................................................................................................................... 8
1.3 Microniveau ................................................................................................................................................ 10
1.4 Probleemstelling .......................................................................................................................................... 11
1.5 Ethiek .......................................................................................................................................................... 12
2. Hoofd- en deelvragen ...................................................................................................................................... 13
2.1 Doelstelling ................................................................................................................................................. 13
2.2 Hoofdvraag.................................................................................................................................................. 13
2.3 Deelvragen .................................................................................................................................................. 13
3. Methodologische verantwoording .................................................................................................................. 14
3.1 Onderzoekspopulatie ................................................................................................................................... 14
3.2 Onderzoeksbenadering, databronnen en dataverzamelingstechnieken ........................................................ 14
3.3 Kwaliteitseisen ............................................................................................................................................ 15
3.4 Beroepscode ................................................................................................................................................ 16
4. Resultaten ........................................................................................................................................................ 18
4.1 Wat houdt een acute crisis volgens de literatuur en de organisatie precies in? ........................................... 18
4.2 Het aanbod voor dak- en thuisloze jongeren zodra zij in een acute crisis belanden .................................... 20
4.3 De behoefte van dak- en thuisloze jongeren in acute crisis ......................................................................... 21
5. Conclusie .......................................................................................................................................................... 24
6. Aanbevelingen voor de praktijk..................................................................................................................... 26
6.1 Aanbeveling op macroniveau ...................................................................................................................... 26
6.2 Aanbeveling op mesoniveau ....................................................................................................................... 26
6.3 Aanbeveling op microniveau ...................................................................................................................... 27
7. Discussie ........................................................................................................................................................... 28
8. Kritische kanttekeningen................................................................................................................................ 30
Literatuurlijst ...................................................................................................................................................... 33
Bijlages ................................................................................................................................................................. 35
Bijlage 1: Interviewleidraad .............................................................................................................................. 36
Bijlage 2: Informatie betreft De Combinatie ..................................................................................................... 37
Bijlage 3: Het beroepsproduct ........................................................................................................................... 40
3
, INLEIDING
Als studente van het vierde leerjaar van de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening aan de
Hogeschool van Amsterdam, heeft de studente een onderzoek geschreven vanaf februari tot mei 2020
gedurende 16 uur per week. Dit onderzoek vindt plaatst bij … in Amsterdam en wordt uiteindelijk
opgeleverd met een bijpassend beroepsproduct. Dit product kan de organisatie dan in de praktijk
gebruiken. Samen met praktijkbegeleidster, … is er een specifiek vraagstuk ontstaan die via een
onderzoekende methode uitgewerkt zal worden. De studente neemt in dit onderzoek meerdere rollen
aan, zoals de professional en onderzoeker. Tevens worden er aan het onderzoek negen passende
competenties gekoppeld.
De organisatie richt zich op kwetsbare jongeren in Nederland vanaf 17 tot 27 jaar. Dit wordt
verwezenlijkt door het organiseren van activiteiten voor dak- en thuisloze jongeren in Amsterdam.
Daarnaast richt de organisatie zich op het verbinden van dak- en thuisloze jongeren met
leeftijdsgenoten in de stad. Naast het verbinden van dak- en thuisloze jongeren met leeftijdsgenoten,
biedt de organisatie een helpende hand tijdens een acute crisissituatie. Een acute crisissituatie kan
verschillende oorzaken hebben. Wanneer iemand heftige gebeurtenissen en/of omstandigheden
meemaakt die het gewone leven ontregelen, ontstaat er crisis. Dak- en thuisloze jongeren weten niet
meer wat ze het beste kunnen doen, hoe ze ermee om moeten gaan en hoe ze uit zo’n situatie kunnen
komen. De jongere is geestelijk uit balans geraakt (Movisie, z.j.).
De centrale vraagstelling van dit onderzoek luidt als volgt: ’Wat kan de organisatie doen bij een acute
crisis van een dak- en thuisloze jongere?’
Hierbij is de informele setting bij de organisatie van groot belang. Een informele setting houdt in dat
er geen strakke regels zijn. Er wordt rekening met elkaar gehouden en iedereen behandelt elkaar met
respect. Dit nodigt uit tot samenwerking en communicatie tussen de jongere, professionals en
vrijwilligers. “Binnen de organisatie willen we dat onze jongeren zich thuis voelen en bieden we een
eigen ruimte, dit stimuleert de informele setting. Het familiaire klimaat is namelijk het fundament voor
verdere vorming, Een ‘familiesfeer’ waarin de werkers zich gastvrij opstellen en waar de jongeren
geaccepteerd worden om wie ze zijn, is een belangrijke voorwaarde voor hun ontwikkeling. Er wordt
geen onderscheid gemaakt, iedereen is bij de organisatie gelijk.” Daarnaast is de organisatie een
laagdrempelige plek waar ruimte gemaakt wordt voor jongeren om zichzelf te kunnen en mogen zijn.
Er is altijd iemand aanwezig die ‘de thee met een knipoog’ neerzet en waar iedereen verantwoordelijk
is om deze plek aangenaam te houden.
In dit onderzoek wordt in hoofdstuk 1 een probleemanalyse beschreven door middel van een analyse
op micro-, meso- en macroniveau. Dit wordt tevens ondersteund door literatuur. Vervolgens komt in
hoofdstuk 2 de doelstelling, centrale hoofdvraag en de daarbij behorende deelvragen aan bod. Daarna
staat in hoofdstuk 3 een methodologische verantwoording waarbij ook het onderzoeksontwerp
beschreven wordt. In dit ontwerp worden de gemaakte keuzes voor het uitvoeren van dit onderzoek
beschreven. In hoofdstuk 4 komen de resultaten van dit onderzoek aan bod. Daarna wordt in hoofdstuk
5 de conclusie beschreven. In dit hoofdstuk zal tevens de hoofdvraag beantwoord worden. Ook
vloeien uit hoofdstuk 5 de aanbevelingen voort. In hoofdstuk 6 wordt een uitgebreide aanbeveling
weergegeven voor de organisatie. Daarna volgt hoofdstuk 7, de discussie. In dit hoofdstuk wordt er
kritisch gereflecteerd op het onderzoek. Tot slot staan in hoofdstuk 8 de kritische kanttekeningen.
Daarin wordt er gereflecteerd op de coachingsvaardigheden en op het handelen van de professional.
4
Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Leerjaar 4
Scriptie
,SCRIPTIE VAN …
1
,VOORWOORD
Voor u ligt het onderzoeksrapport van … Een student van de Hogeschool van Amsterdam, die de
opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) volgt. De student heeft het onderzoek
uitgevoerd vanaf februari 2020 tot en met mei 2020.
In dit rapport leest u een onderzoek dat in samenwerking met de organisatie … is uitgevoerd. Het
onderzoek gaat over hoe de organisatie gezien de actuele ‘verstopte’ situatie waarin de (crisis)opvang
zich bevindt, hier een positieve bijdrage aan kan leveren tijdens een acute crisissituatie van een dak- en
thuisloze jongere. Samen en in overleg met …, werkzaam bij de organisatie, is het onderzoek begeleid.
Door middel van een kwalitatief en literatuur onderzoek is uiteindelijk antwoord gegeven op de
hoofdvraag:
‘Wat kan … doen bij een acute crisis van een dak- en thuisloze jongere?’
Graag wil ik meerdere mensen bedanken die een bijdrage geleverd hebben aan dit onderzoek.
Allereerst … voor de fijne samenwerking, hulp en steun tijdens dit onderzoek. Zij stond altijd voor mij
klaar en ik heb gedurende het onderzoek veel aan haar gehad. Vervolgens wil ik ook mijn docenten
bedanken. Wegens de ziekte van mijn begeleider heeft mijn peergroep een nieuwe begeleider
gekregen. Ik ben enorm blij met de ondersteuning en de feedback die de heer … mij in korte tijd heeft
gegeven. Ook mijn respondenten wil ik bedanken voor hun actieve deelname, vertrouwen en
eerlijkheid. Tot slot wil ik mijn familie en vrienden bedanken voor hun enthousiasme en steun
gedurende het onderzoek.
Ik wens u veel leesplezier toe.
Amsterdam, 6 mei 2020
2
,INHOUDSOPGAVE
Voorwoord ............................................................................................................................................................. 2
Inleiding ................................................................................................................................................................. 4
1. Probleemanalyse................................................................................................................................................ 6
1.1 Macroniveau.................................................................................................................................................. 6
1.2 Mesoniveau ................................................................................................................................................... 8
1.3 Microniveau ................................................................................................................................................ 10
1.4 Probleemstelling .......................................................................................................................................... 11
1.5 Ethiek .......................................................................................................................................................... 12
2. Hoofd- en deelvragen ...................................................................................................................................... 13
2.1 Doelstelling ................................................................................................................................................. 13
2.2 Hoofdvraag.................................................................................................................................................. 13
2.3 Deelvragen .................................................................................................................................................. 13
3. Methodologische verantwoording .................................................................................................................. 14
3.1 Onderzoekspopulatie ................................................................................................................................... 14
3.2 Onderzoeksbenadering, databronnen en dataverzamelingstechnieken ........................................................ 14
3.3 Kwaliteitseisen ............................................................................................................................................ 15
3.4 Beroepscode ................................................................................................................................................ 16
4. Resultaten ........................................................................................................................................................ 18
4.1 Wat houdt een acute crisis volgens de literatuur en de organisatie precies in? ........................................... 18
4.2 Het aanbod voor dak- en thuisloze jongeren zodra zij in een acute crisis belanden .................................... 20
4.3 De behoefte van dak- en thuisloze jongeren in acute crisis ......................................................................... 21
5. Conclusie .......................................................................................................................................................... 24
6. Aanbevelingen voor de praktijk..................................................................................................................... 26
6.1 Aanbeveling op macroniveau ...................................................................................................................... 26
6.2 Aanbeveling op mesoniveau ....................................................................................................................... 26
6.3 Aanbeveling op microniveau ...................................................................................................................... 27
7. Discussie ........................................................................................................................................................... 28
8. Kritische kanttekeningen................................................................................................................................ 30
Literatuurlijst ...................................................................................................................................................... 33
Bijlages ................................................................................................................................................................. 35
Bijlage 1: Interviewleidraad .............................................................................................................................. 36
Bijlage 2: Informatie betreft De Combinatie ..................................................................................................... 37
Bijlage 3: Het beroepsproduct ........................................................................................................................... 40
3
, INLEIDING
Als studente van het vierde leerjaar van de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening aan de
Hogeschool van Amsterdam, heeft de studente een onderzoek geschreven vanaf februari tot mei 2020
gedurende 16 uur per week. Dit onderzoek vindt plaatst bij … in Amsterdam en wordt uiteindelijk
opgeleverd met een bijpassend beroepsproduct. Dit product kan de organisatie dan in de praktijk
gebruiken. Samen met praktijkbegeleidster, … is er een specifiek vraagstuk ontstaan die via een
onderzoekende methode uitgewerkt zal worden. De studente neemt in dit onderzoek meerdere rollen
aan, zoals de professional en onderzoeker. Tevens worden er aan het onderzoek negen passende
competenties gekoppeld.
De organisatie richt zich op kwetsbare jongeren in Nederland vanaf 17 tot 27 jaar. Dit wordt
verwezenlijkt door het organiseren van activiteiten voor dak- en thuisloze jongeren in Amsterdam.
Daarnaast richt de organisatie zich op het verbinden van dak- en thuisloze jongeren met
leeftijdsgenoten in de stad. Naast het verbinden van dak- en thuisloze jongeren met leeftijdsgenoten,
biedt de organisatie een helpende hand tijdens een acute crisissituatie. Een acute crisissituatie kan
verschillende oorzaken hebben. Wanneer iemand heftige gebeurtenissen en/of omstandigheden
meemaakt die het gewone leven ontregelen, ontstaat er crisis. Dak- en thuisloze jongeren weten niet
meer wat ze het beste kunnen doen, hoe ze ermee om moeten gaan en hoe ze uit zo’n situatie kunnen
komen. De jongere is geestelijk uit balans geraakt (Movisie, z.j.).
De centrale vraagstelling van dit onderzoek luidt als volgt: ’Wat kan de organisatie doen bij een acute
crisis van een dak- en thuisloze jongere?’
Hierbij is de informele setting bij de organisatie van groot belang. Een informele setting houdt in dat
er geen strakke regels zijn. Er wordt rekening met elkaar gehouden en iedereen behandelt elkaar met
respect. Dit nodigt uit tot samenwerking en communicatie tussen de jongere, professionals en
vrijwilligers. “Binnen de organisatie willen we dat onze jongeren zich thuis voelen en bieden we een
eigen ruimte, dit stimuleert de informele setting. Het familiaire klimaat is namelijk het fundament voor
verdere vorming, Een ‘familiesfeer’ waarin de werkers zich gastvrij opstellen en waar de jongeren
geaccepteerd worden om wie ze zijn, is een belangrijke voorwaarde voor hun ontwikkeling. Er wordt
geen onderscheid gemaakt, iedereen is bij de organisatie gelijk.” Daarnaast is de organisatie een
laagdrempelige plek waar ruimte gemaakt wordt voor jongeren om zichzelf te kunnen en mogen zijn.
Er is altijd iemand aanwezig die ‘de thee met een knipoog’ neerzet en waar iedereen verantwoordelijk
is om deze plek aangenaam te houden.
In dit onderzoek wordt in hoofdstuk 1 een probleemanalyse beschreven door middel van een analyse
op micro-, meso- en macroniveau. Dit wordt tevens ondersteund door literatuur. Vervolgens komt in
hoofdstuk 2 de doelstelling, centrale hoofdvraag en de daarbij behorende deelvragen aan bod. Daarna
staat in hoofdstuk 3 een methodologische verantwoording waarbij ook het onderzoeksontwerp
beschreven wordt. In dit ontwerp worden de gemaakte keuzes voor het uitvoeren van dit onderzoek
beschreven. In hoofdstuk 4 komen de resultaten van dit onderzoek aan bod. Daarna wordt in hoofdstuk
5 de conclusie beschreven. In dit hoofdstuk zal tevens de hoofdvraag beantwoord worden. Ook
vloeien uit hoofdstuk 5 de aanbevelingen voort. In hoofdstuk 6 wordt een uitgebreide aanbeveling
weergegeven voor de organisatie. Daarna volgt hoofdstuk 7, de discussie. In dit hoofdstuk wordt er
kritisch gereflecteerd op het onderzoek. Tot slot staan in hoofdstuk 8 de kritische kanttekeningen.
Daarin wordt er gereflecteerd op de coachingsvaardigheden en op het handelen van de professional.
4
