1e zittijd 2008
Deze examenbundel NIET LOSMAKEN!
Werkwijze
• Voor het eerste en het laatste blad (d.i. het antwoordenblad):
– vul uw VOORNAAM + FAMILIENAAM in (in drukletters!).
– vul uw zitplaats in (zal worden toegekend).
– Dit multiple choice examen bevat 42 vragen. Controleer of je alle vragen hebt.
• Het laatste blad is het antwoordenblad.
• Op elke vraag is er slechts één juist antwoord.
• De eerste maal het juiste antwoord aanduiden bij de vraag zelf, niet op het antwoordblad. Vul het
antwoordenblad pas op het einde in.
• Elk goed antwoord is één positief punt waard. Aan een foutief antwoord wordt -0,2 toegekend.
• Vul het antwoordenblad ten vroegste 30 minuten en ten laatste 15 minuten voor het einde in.
• Controleer alles op het einde en maak de vakjes van de antwoorden goed zwart.
Wij wensen u veel SUCCES!
VOORNAAM:
FAMILIENAAM:
Studierichting: 1e Ba BMW
Zitplaats:
Datum: 29 mei 2008
, 1. De lorentzkracht F~ geeft een relatie tussen de snelheid ~v van een deeltje met lading q in een magneetveld
~ Welke vectorparen zijn steeds loodrecht in deze relatie? 1) F~ en ~v 2) F~ en B
B. ~ 3) ~v en B.
~
A. enkel 1 B. enkel 2 C. enkel 1 en 2 D. enkel 1, 2 en 3
Oplossing: Juiste antwoord: C
2. Een elektron beweegt volgens de positieve x-as en gaat door een uniform magnetisch veld dat gericht
is volgens de positieve z-as (carthesisch assenkruis). Bij het binnengaan in het magneetveld zal het
elektron initieel bewegen volgens
A. de positieve y-as C. de positieve z-as
B. de negatieve y-as D. de negatieve z-as
Oplossing: Juiste antwoord: A
3. Een geladen deeltje beschrijft een cirkelbaan in een vlak dat loodrecht staat op een homogene magne-
tische inductie B. De omlooptijd of periode hangt dan af van:
1) de lading 2) de massa 3) de snelheid van het deeltje
Zijn correct:
A. enkel 1 B. enkel 2 C. enkel 3 D. enkel 1,2
Oplossing: Juiste antwoord: D
4. Een spoeltje met magnetisch dipoolmoment m ~ bevindt zich in een homogeen magneetveld met inductie
~ De hoek tussen m
B. ~ en B~ is θ. Het spoeltje is:
A. in stabiel evenwicht voor θ = 900 C. in stabiel evenwicht voor θ = 00
B. in labiel evenwicht voor θ = 900 D. in labiel evenwicht voor θ = 00
Oplossing: Juiste antwoord: C
5. De grootte van de magnetische inductie B ~ in het midden tussen twee parallelle, rechte geleiders waardoor
in dezelfde richting een even grote stroom loopt, is:
A. 2× zo groot als de magnetische inductie van één geleider afzonderlijk
B. gelijk aan de magnetische inductie van één geleider afzonderlijk
C. de helft van de magnetische inductie van één geleider afzonderlijk
D. gelijk aan nul
Oplossing: Juist antwoord: D
6. De magnetische inductie in het midden van een lange solenoı̈de met een vast aantal (N ) windingen
en lengte l is: