Keuzedeel verdieping palliatieve zorg
Martine Blasweiler 35914
Inleiding:
Introductie palliatieve zorg
Palliatieve sedatie en euthanasie
Optimaliseren comfort
Meetinstrumenten
Ethiek
Rouwverwerking
Evenwichtige zorgvrager
Zingeving
Reflectie
,Introductie palliatieve zorg
Wat moet er gedaan worden voor het examen?
Voor het examen moet je 5 dagen lang palliatieve zorg verlenen aan een zorgvrager. Welke keuzes je
hebt gemaakt in de zorg en begeleiding van een zorgvrager en naastbetrokkenen.
Je voert een examen gesprek aan de hand van een casus. Na het examen maak je een
verantwoordingsverslag.
Visie en uitgangspunten van palliatieve zorg
Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van leven verbetert van zorgvragers en hun
naasten die te maken hebben met een levensbedreigende aandoening, door het voorkomen en
verlichten van lijden, door middel van vroegtijdige signalering en zorgvuldige beoordeling en
behandeling van pijn en andere problemen van lichamelijke, psychosociale en spirituele aard.
Welke vier fasen van palliatieve zorg zijn er? Beschrijf wat het uitgaanspunt is van elke fase.
Uitganspunten:
- Verhogen kwaliteit van leven
- Verzachten van pijn
- Bestrijden van symptomen
- Totale zorg verlenen gericht op 4 dimensies: lichamelijk, psychisch, sociaal en zingeving
- Ziektegerichte palliatie: de behandeling van de onderliggende ziekte die niet te genezen is.
De behandeling van de ziekte is gericht op het verbeteren van kwaliteit van leven en niet op
genezing. Rol: verbindend werken. Complicaties behandeling, inlichten eventuele
bijwerkingen. Aandachtspunten: duidelijkheid over behandeling van ziekte, geen kans op
genezing, emotionele ondersteuning.
- Symptoomgerichte palliatie: symptoomgerichte palliatie is net als hierboven gericht op het
verbeteren van de kwaliteit van leven. Symptomen worden behandeld om de kwaliteit van
leven te verhogen. Rol: symptomen en behandelingen, verbindend werken met
beroepsgroepen, familie en omgeving. Aandachtspunten: afwegen of de behandeling
verbeterd of verslechterd, emotionele ondersteuning.
- Palliatie in de stervensfase: de laatste dagen voor het overlijden van iemand. Rol: comfort
bieden, medicatie afstemmen, observeren onrust en of angst. Aandachtspunten: emotionele
ondersteuning, observatie onrust, medicatie afstemmen, laatste regelingen/wensen en of
afscheid regelen.
- Nazorg: het geven van de laatste zorg na het overlijden van iemand. Rol: iemand toonbaar
maken, wensen familie uitvoeren, laatste zorg geven. Aandachtspunten: wensen van de
familie waarborgen, niet meegaan in emoties, ondersteuning bieden voor familie.
, Fase 1 en 2 lopen vaak tegelijkertijd, zodat ze elkaar kunnen versterken.
Welke aandoeningen komen het meest voor tijdens de palliatieve fase?
Lichamelijke en psychische problemen
• pijn
Bij 64 procent van de mensen met een vergevorderd stadium van kanker komt matige tot ernstige
pijn voor. Op het eind is dit percentage nog hoger. Ook bij andere ongeneselijke ziekten, zoals ALS,
MS of COPD, is er vaak sprake van pijn.
Er zijn soms meerdere manieren mogelijk om pijn te behandelen. Bijvoorbeeld het aanpakken van de
oorzaak, aanpassingen in dagelijkse activiteiten, rust, psychologische interventies zoals
ontspanningstherapie en medicijnen.
• Vermoeidheid
Vermoeidheid is in de palliatieve fase een van de meest voorkomende klachten.
• Klachten betreffende de spijsvertering
Bij kanker treden er in de palliatieve fase veel maagdarmklachten op, zoals misselijkheid, braken,
ileus (darmafsluiting), ascites (ophoping vocht in buikholte), voortdurende hik, droge mond
(xerostomie) en ontsteking van het mondslijmvlies (stomatitis).
• Delier
Een delier komt met name bij terminale patiënten heel vaak voor.
• Kortademigheid (dyspneu)
Het gevoel dat de ademhaling tekortschiet is beangstigend; er kan gedacht worden dat men stikt.
Door angst en depressie wordt dyspneu verergerd. Bij de behandeling wordt zo mogelijk de oorzaak
behandeld.
• klachten aan het urinestelsel
Bij ongeveer een kwart van de mensen met kanker in de eindfase is er sprake van problemen met
het urinestelsel. Tumoren kunnen aanleiding geven tot tal van problemen. Ze kunnen drukken op
omliggend weefsel en pijn veroorzaken of het functioneren van het urinestelsel verstoren.
• depressiviteit
(Duur, ernst, beleving, fluctuatie, eerdere episodes met depressie, familiair voorkomen),
vermindering interesse en plezier, anorexie, gewichtsverlies, slaapstoornissen, agitatie of remming,
vermoeidheid, gevoelens van waardeloosheid, hulpeloosheid, hopeloosheid, en/ of schuld,
verminderd vermogen tot nadenken of concentratie, besluiteloosheid, suïcidale gedachtes, eerdere
verlieservaringen en reactie daarop, gevolgen van de depressie voor patiënte en naasten, effect van
eerdere behandeling, symptomen (met name pijn) die niet goed onder controle zijn.
• angst
(Aard, frequentie van optreden, beloop, uitlokkende factoren (symptomen zoals pijn of
kortademigheid, medicatie, omgevingsfactoren, stress), focus (bijvoorbeeld angst om te stikken,
Martine Blasweiler 35914
Inleiding:
Introductie palliatieve zorg
Palliatieve sedatie en euthanasie
Optimaliseren comfort
Meetinstrumenten
Ethiek
Rouwverwerking
Evenwichtige zorgvrager
Zingeving
Reflectie
,Introductie palliatieve zorg
Wat moet er gedaan worden voor het examen?
Voor het examen moet je 5 dagen lang palliatieve zorg verlenen aan een zorgvrager. Welke keuzes je
hebt gemaakt in de zorg en begeleiding van een zorgvrager en naastbetrokkenen.
Je voert een examen gesprek aan de hand van een casus. Na het examen maak je een
verantwoordingsverslag.
Visie en uitgangspunten van palliatieve zorg
Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van leven verbetert van zorgvragers en hun
naasten die te maken hebben met een levensbedreigende aandoening, door het voorkomen en
verlichten van lijden, door middel van vroegtijdige signalering en zorgvuldige beoordeling en
behandeling van pijn en andere problemen van lichamelijke, psychosociale en spirituele aard.
Welke vier fasen van palliatieve zorg zijn er? Beschrijf wat het uitgaanspunt is van elke fase.
Uitganspunten:
- Verhogen kwaliteit van leven
- Verzachten van pijn
- Bestrijden van symptomen
- Totale zorg verlenen gericht op 4 dimensies: lichamelijk, psychisch, sociaal en zingeving
- Ziektegerichte palliatie: de behandeling van de onderliggende ziekte die niet te genezen is.
De behandeling van de ziekte is gericht op het verbeteren van kwaliteit van leven en niet op
genezing. Rol: verbindend werken. Complicaties behandeling, inlichten eventuele
bijwerkingen. Aandachtspunten: duidelijkheid over behandeling van ziekte, geen kans op
genezing, emotionele ondersteuning.
- Symptoomgerichte palliatie: symptoomgerichte palliatie is net als hierboven gericht op het
verbeteren van de kwaliteit van leven. Symptomen worden behandeld om de kwaliteit van
leven te verhogen. Rol: symptomen en behandelingen, verbindend werken met
beroepsgroepen, familie en omgeving. Aandachtspunten: afwegen of de behandeling
verbeterd of verslechterd, emotionele ondersteuning.
- Palliatie in de stervensfase: de laatste dagen voor het overlijden van iemand. Rol: comfort
bieden, medicatie afstemmen, observeren onrust en of angst. Aandachtspunten: emotionele
ondersteuning, observatie onrust, medicatie afstemmen, laatste regelingen/wensen en of
afscheid regelen.
- Nazorg: het geven van de laatste zorg na het overlijden van iemand. Rol: iemand toonbaar
maken, wensen familie uitvoeren, laatste zorg geven. Aandachtspunten: wensen van de
familie waarborgen, niet meegaan in emoties, ondersteuning bieden voor familie.
, Fase 1 en 2 lopen vaak tegelijkertijd, zodat ze elkaar kunnen versterken.
Welke aandoeningen komen het meest voor tijdens de palliatieve fase?
Lichamelijke en psychische problemen
• pijn
Bij 64 procent van de mensen met een vergevorderd stadium van kanker komt matige tot ernstige
pijn voor. Op het eind is dit percentage nog hoger. Ook bij andere ongeneselijke ziekten, zoals ALS,
MS of COPD, is er vaak sprake van pijn.
Er zijn soms meerdere manieren mogelijk om pijn te behandelen. Bijvoorbeeld het aanpakken van de
oorzaak, aanpassingen in dagelijkse activiteiten, rust, psychologische interventies zoals
ontspanningstherapie en medicijnen.
• Vermoeidheid
Vermoeidheid is in de palliatieve fase een van de meest voorkomende klachten.
• Klachten betreffende de spijsvertering
Bij kanker treden er in de palliatieve fase veel maagdarmklachten op, zoals misselijkheid, braken,
ileus (darmafsluiting), ascites (ophoping vocht in buikholte), voortdurende hik, droge mond
(xerostomie) en ontsteking van het mondslijmvlies (stomatitis).
• Delier
Een delier komt met name bij terminale patiënten heel vaak voor.
• Kortademigheid (dyspneu)
Het gevoel dat de ademhaling tekortschiet is beangstigend; er kan gedacht worden dat men stikt.
Door angst en depressie wordt dyspneu verergerd. Bij de behandeling wordt zo mogelijk de oorzaak
behandeld.
• klachten aan het urinestelsel
Bij ongeveer een kwart van de mensen met kanker in de eindfase is er sprake van problemen met
het urinestelsel. Tumoren kunnen aanleiding geven tot tal van problemen. Ze kunnen drukken op
omliggend weefsel en pijn veroorzaken of het functioneren van het urinestelsel verstoren.
• depressiviteit
(Duur, ernst, beleving, fluctuatie, eerdere episodes met depressie, familiair voorkomen),
vermindering interesse en plezier, anorexie, gewichtsverlies, slaapstoornissen, agitatie of remming,
vermoeidheid, gevoelens van waardeloosheid, hulpeloosheid, hopeloosheid, en/ of schuld,
verminderd vermogen tot nadenken of concentratie, besluiteloosheid, suïcidale gedachtes, eerdere
verlieservaringen en reactie daarop, gevolgen van de depressie voor patiënte en naasten, effect van
eerdere behandeling, symptomen (met name pijn) die niet goed onder controle zijn.
• angst
(Aard, frequentie van optreden, beloop, uitlokkende factoren (symptomen zoals pijn of
kortademigheid, medicatie, omgevingsfactoren, stress), focus (bijvoorbeeld angst om te stikken,