1
Financial accounting Midterm
Week 1: Introductie & Analyseren van transacties
Boekhouding= informatiesysteem dat financiële informatie over een
economische eenheid meet, verwerkt en communiceert. Link tussen
bedrijfsactiviteiten en besluitvormers die de financiële informatie gebruiken.
Economische eenheid= eenheid die onafhankelijk bestaat (bedrijf, ziekenhuis,
overheidsorgaan).
Bedrijf= economische eenheid die als doel heeft om goederen en diensten te
verkopen aan klanten tegen rendabele prijzen.
Hoofddoelen: winstgevendheid (netto-inkomen) & liquiditeit (kasstromen)
Doelen worden nagestreefd d.m.v.:
- Operationele activiteiten: kopen, produceren, verkopen en medewerkers
inhuren.
- Investeringsactiviteiten: kapitaal besteden aan bijv. machines
- Financieringsactiviteiten: fondsen verkrijgen, kapitaal verkrijgen en
terugbetalen.
Financiële analyse= d.m.v. prestatiemaatstaven vaststellen of een bedrijf zijn
doelen behaalt.
Financiële ratio’s= laten verhoudingen zien tussen de elementen van
financiële maatstaven.
2 categorieën boekhouding:
1. Management accounting: voor interne besluitvormers.
2. Financial accounting: financiële overzichten voor externe
besluitvormers.
Manieren om boekhoudkundige info te verwerken:
1. Boekhouden
2. Management information systems: verbonden subsystemen
Ethiek= gedragsregels die een bedrijf kan toepassen op het alledaagse leven
Fraudulent financial reporting= opzettelijk voorbereiden van misleidende
financiële statements.
> Sarbanex-Oxley Act= om fraudulent financial reporting te voorkomen
Besluitvormers= gebruikers van accounting informatie
3 categorieën:
1. Management= mensen die verantwoordelijk zijn voor behalen van
bedrijfsdoelen
2. Partijen met directe financiële interesse= investeerders en crediteuren
3. Partijen met indirecte financiële interesse= belastingdienst en klanten
Bedrijfstransacties= economische gebeurtenissen die de financiële positie van
een bedrijf beïnvloeden (verkoop, betaling, verlies door brand).
Money measure= alle bedrijfstransacties worden opgenomen in geldtermen.
, 2
Exchange rate= waarde van de ene valuta uitgedrukt in een andere valuta.
Seperate entity= bedrijf onderscheidt zich onder andere in accounting doelen.
3 rechtsvormen:
1. Eenmanszaak (sole proprietorship) = 1 persoon is eigenaar, krijgt alle
winst/verlies en is aansprakelijk.
2. Vennootschap (partnership)= 2 of meer eigenaren delen de winst/verlies
en zijn aansprakelijk
3. Corporatie (corporation)= volgens de wet gescheiden van eigenaren.
Eigenaren moeten applicatie ondertekenen en indienen. Deze bevat articles of
incorporation. Als deze wordt goedgekeurd vormt deze het contract tussen de
staat en de eigenaren. Raad van bestuur moet de corporatie managen.
Corporate governance= houdt toezicht op raad van bestuur
Audit committee= zorgt ervoor dat de raad van bestuur objectief blijft
Bezittingen (assets) Schulden (liabilities) EV (owner’s equity)
Cash, voorraad, Crediteuren, te betalen Beïnvloed door
debiteuren en gebouwen belastingen en te investeringen,
betalen lonen opbrengsten en kosten.
4 overzichten:
1. Resultatenrekening: laat zien of een bedrijf winstgevend is. Opbrengsten
&kosten. Netto-inkomen is onderdeel van overzicht van de ingehouden winst.
2. Overzicht van de ingehouden winst: is onderdeel van de balans
3. Balans= financiële positie van een bedrijf op een bepaalde datum.
4. Kasstroomoverzicht= overzicht van ingaande en uitgaande geldstromen. >
netto kasstroom.
Raad van bestuur heeft het recht om dividend toe te kennen.
Eigen vermogen= ingehouden winst en ingebrachte kapitaal.
Ingebracht kapitaal= bedrag dat aandeelhouders in het bedrijf hebben
geïnvesteerd
Algemeen geaccepteerde boekhoudkundige principes (generally
accepted accounting principles, GAAP) = algemene richtlijnen voor financial
accounting, zodat de financiële informatie begrijpbaar is voor de gebruikers.
Er wordt altijd door een onafhankelijke accountant gecontroleerd of de financiële
overzichten voldoen aan de GAAP.
Aan welke eisen moet de onafhankelijke accountant voldoen?
- Integer: eerlijk en openhartig
- Objectief: onpartijdig
- Onafhankelijk: vermijdt alle relaties die zijn objectiviteit kunnen beïnvloeden
3 basisconcepten voor bedrijfstransacties:
1. Erkenning: wanneer worden transacties opgenomen?
Recognition point= tijdstip waarop transactie geregistreerd zou moeten
worden.
2. Waardering: op welke manier wordt een bezitting gewaardeerd?
3. Classificatie: tot welke categorie/rekening behoort een bezitting?
Financial accounting Midterm
Week 1: Introductie & Analyseren van transacties
Boekhouding= informatiesysteem dat financiële informatie over een
economische eenheid meet, verwerkt en communiceert. Link tussen
bedrijfsactiviteiten en besluitvormers die de financiële informatie gebruiken.
Economische eenheid= eenheid die onafhankelijk bestaat (bedrijf, ziekenhuis,
overheidsorgaan).
Bedrijf= economische eenheid die als doel heeft om goederen en diensten te
verkopen aan klanten tegen rendabele prijzen.
Hoofddoelen: winstgevendheid (netto-inkomen) & liquiditeit (kasstromen)
Doelen worden nagestreefd d.m.v.:
- Operationele activiteiten: kopen, produceren, verkopen en medewerkers
inhuren.
- Investeringsactiviteiten: kapitaal besteden aan bijv. machines
- Financieringsactiviteiten: fondsen verkrijgen, kapitaal verkrijgen en
terugbetalen.
Financiële analyse= d.m.v. prestatiemaatstaven vaststellen of een bedrijf zijn
doelen behaalt.
Financiële ratio’s= laten verhoudingen zien tussen de elementen van
financiële maatstaven.
2 categorieën boekhouding:
1. Management accounting: voor interne besluitvormers.
2. Financial accounting: financiële overzichten voor externe
besluitvormers.
Manieren om boekhoudkundige info te verwerken:
1. Boekhouden
2. Management information systems: verbonden subsystemen
Ethiek= gedragsregels die een bedrijf kan toepassen op het alledaagse leven
Fraudulent financial reporting= opzettelijk voorbereiden van misleidende
financiële statements.
> Sarbanex-Oxley Act= om fraudulent financial reporting te voorkomen
Besluitvormers= gebruikers van accounting informatie
3 categorieën:
1. Management= mensen die verantwoordelijk zijn voor behalen van
bedrijfsdoelen
2. Partijen met directe financiële interesse= investeerders en crediteuren
3. Partijen met indirecte financiële interesse= belastingdienst en klanten
Bedrijfstransacties= economische gebeurtenissen die de financiële positie van
een bedrijf beïnvloeden (verkoop, betaling, verlies door brand).
Money measure= alle bedrijfstransacties worden opgenomen in geldtermen.
, 2
Exchange rate= waarde van de ene valuta uitgedrukt in een andere valuta.
Seperate entity= bedrijf onderscheidt zich onder andere in accounting doelen.
3 rechtsvormen:
1. Eenmanszaak (sole proprietorship) = 1 persoon is eigenaar, krijgt alle
winst/verlies en is aansprakelijk.
2. Vennootschap (partnership)= 2 of meer eigenaren delen de winst/verlies
en zijn aansprakelijk
3. Corporatie (corporation)= volgens de wet gescheiden van eigenaren.
Eigenaren moeten applicatie ondertekenen en indienen. Deze bevat articles of
incorporation. Als deze wordt goedgekeurd vormt deze het contract tussen de
staat en de eigenaren. Raad van bestuur moet de corporatie managen.
Corporate governance= houdt toezicht op raad van bestuur
Audit committee= zorgt ervoor dat de raad van bestuur objectief blijft
Bezittingen (assets) Schulden (liabilities) EV (owner’s equity)
Cash, voorraad, Crediteuren, te betalen Beïnvloed door
debiteuren en gebouwen belastingen en te investeringen,
betalen lonen opbrengsten en kosten.
4 overzichten:
1. Resultatenrekening: laat zien of een bedrijf winstgevend is. Opbrengsten
&kosten. Netto-inkomen is onderdeel van overzicht van de ingehouden winst.
2. Overzicht van de ingehouden winst: is onderdeel van de balans
3. Balans= financiële positie van een bedrijf op een bepaalde datum.
4. Kasstroomoverzicht= overzicht van ingaande en uitgaande geldstromen. >
netto kasstroom.
Raad van bestuur heeft het recht om dividend toe te kennen.
Eigen vermogen= ingehouden winst en ingebrachte kapitaal.
Ingebracht kapitaal= bedrag dat aandeelhouders in het bedrijf hebben
geïnvesteerd
Algemeen geaccepteerde boekhoudkundige principes (generally
accepted accounting principles, GAAP) = algemene richtlijnen voor financial
accounting, zodat de financiële informatie begrijpbaar is voor de gebruikers.
Er wordt altijd door een onafhankelijke accountant gecontroleerd of de financiële
overzichten voldoen aan de GAAP.
Aan welke eisen moet de onafhankelijke accountant voldoen?
- Integer: eerlijk en openhartig
- Objectief: onpartijdig
- Onafhankelijk: vermijdt alle relaties die zijn objectiviteit kunnen beïnvloeden
3 basisconcepten voor bedrijfstransacties:
1. Erkenning: wanneer worden transacties opgenomen?
Recognition point= tijdstip waarop transactie geregistreerd zou moeten
worden.
2. Waardering: op welke manier wordt een bezitting gewaardeerd?
3. Classificatie: tot welke categorie/rekening behoort een bezitting?