100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Uitgebreide samenvatting Statistiek OP4

Beoordeling
-
Verkocht
4
Pagina's
42
Geüpload op
10-06-2020
Geschreven in
2019/2020

Uitgebreide samenvatting van alle stof van het vak Statistiek. Aan het einde van de samenvatting staan verschillende opgaven uit oude tentamens om te checken of je de stof onder de knie hebt. De samenvatting is voorzien van verschillende screenshots uit powerpoints en foto's ter ondersteuning van de stof, hierdoor is de samenvatting voor iedereen goed te begrijpen.

Meer zien Lees minder











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
10 juni 2020
Aantal pagina's
42
Geschreven in
2019/2020
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

LES 1:
Variabelen: Een variabele is een geoperationaliseerd begrip waarvan precies is aangegeven hoe het
wordt gemeten. Variabelen variëren en kunnen dus verschillende waarden aannemen. Zo heeft de
variabele ‘sekse’de waarden ‘jongen’ en ‘meisje’.

Discrete variabelen: Waarden zijn gehele getallen (Voorbeeld: Aantal vrienden op facebook)

Continue variabelen: Verschil tussen twee waarden kan willekeurig klein zijn. (Voorbeeld:
Gemiddelde tijd per dag op facebook)

Meetniveaus: Het meetniveau is bepalend voor de statistische techniek die mag worden gebruikt.
‘Meten’ is het vaststellen welke waarde een object op een variabele heeft.

Voorbeeld: De leeftijd van respondenten kun je op verschillende manieren operationaliseren:

1) Wat is uw leeftijd
Antwoord: X jaar
2) Kunt u aangeven in welke leeftijdscategorie u valt?
20 jaar of jonger
Van 21 t/m 30 jaar
Van 31 t/m 40 jaar
41 jaar of ouder

Beide vragen zijn goed en beide vragen hebben voor- en nadelen!

Alleen bij de eerste variant kun je een gemiddelde leeftijd uitrekenen!

Nominaal: Enkel ongerscheid in categorieën (Voorbeeld: geslacht, woonplaats)

Ordinaal: Onderscheid in categorieën en er zit een ordening in de categorieën (Voorbeeld: Kleding
maat S, M, L of XL)

Interval: Er is geen absoluut nulpunt, het interval tussen twee schaalpunten heeft een numerieke
betekenis (Voorbeeld: rapporcijfers, bouwjaar)

Ratio: De verhouding tussen twee schaalpunten heeft een numerieke betekenis en er is wel een
absoluut nulpunt (voorbeeld: Lengte, gewicht, inkomen, etc.)

(In SPSS: interval en ratio → scale)


Een goed meetinstrument voldoet aan 2 eisen:

- Betrouwbaarheid
- Validiteit

Betrouwbaarheid: Betrouwbaarheid is de invloed van toevallige factoren: Hoe kleiner de invloed,
hoe groter de betrouwbaarheid. (Alle dartpijlen op dezelfde plek)

Als de invloed van toevallige factoren klein is, blijven de meetresultaten hetzelfde wanneer een
instrument twee keer onder gelijkblijvende omstandigheden wordt afgenomen

,Betrouwbaarheid van een meting is vast te stellen door:

- Test-hertestmethode
- Homogeniteit van vragen in de vragenlijst te bepalen
- Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid

Validiteit: In hoeverre meet ik wat ik beoog te meten?

Wanneer een meetinstrument aan zijn doel beantwoordt, is het valide. Door systematische fouten
kan het meetinstrument ook nog iets anders meten dan het bedolede begrip. De validiteit is dan de
invloed van systematische fouten. Hoe lager deze invloed, hoe hoger de validiteit. (Alle dartpijlen in
de roos)



Relatie tussen betrouwbaarheid en validiteit:

- Betrouwbaarheid is geen garantie, maar wel een voorwaarde voor validiteit
- Als een meting niet betrouwbaar is en dus louter op toeval berust, kan deze niet valide zijn.
- Als de betrouwbaarheid goed is wil dat niet automatisch zeggen dat de validiteit ook goed is.




Steekproef trekken zonder teruglegging: Een element wordt getrokken maar niet teruggeplaatst in
de populaite. Na elke trekking van een element is de populatie iets kleiner geworden en zijn de
kansen veranderd. De veranderende kansen maken het rekenen ingewikkeld.

Steekproef trekken met teruglegging: Elke keer leggen we het getrokken element terug in de
populatie. Het aantal elementen blijft gelijk en de kansen veranderen niet.

In de praktijk met grote populaties wordt de steekproef vaak getrokken zonder teruglegging, maar
worden toch statistische technieken gebruikt die gebaseerd zijn op trekken met teruglegging!!

Voorbeeld:

- Hoe groot is de kans dat je n 6 gooit met een boddelsteen?
- Hoe groot is de kans dat je 8 ogen gooit met 2 dobbelstenen?
- Hoe groot is de kans dat je n harten kaart trekt uit een kaartspel?
- Etc.

, - Kans op gebeurtenis a= P(a) waarbij P: Propability
-



- P (6 ogen gooien met 1 dobbelsteen) = 1/6 (1 gunstige uitkomst, totaal 6 mogelijke
uitkomsten
- P (8 ogen gooien met 2 dobbelstenen) = 5/36 (5 gunstige uitkomsten en totaal 6x6=36
mogelijke uitkomsten)
- P (Harten kaart trekken uit een kaartspel) = 13/52= ¼ (52 kaarten waarvan 13 harten)
- P (Minimaal 2 ogen gooien met 1 dobbelsteen) = 5/6 (6 mogelijke uitkomsten waarvan 5
positief)



Complementregel: De kans op gebeurtenis a is 1 minus de kans op alles behalve a.

P(a) =1- P(niet a)

Soms is het makkelijker om de kans uit te rekenen op hetgeen je juist niet nodig hebt:

- Minimaal 2 ogen gooien met 1 dobbelsteen (6/6 -1/6 = 5/6)

Voorbeeld:

Hoe groot is de kans dat er in klas van 20 studenten er minimaal 2 op dezelfde dag jarig zijn?

Gevraagd is dus:

P(minimaal 2 jarig op 1 januari)+
P(minimaal 2 jarig op 2 januari)+
P(minimaal 2 jarig op 3 januari)+
…+
p(minimaal 2 jarig op 31 december)

Minimaal 2 betekent dat ook de kans moet worden meegenomen dat er meer dan 2 studenten jarig
zijn op een bepaalde dag!

P(minimaal 2 jarig op dezelfde dag) = 1-P(niemand op dezelfde dag jarig)

= 1 – (1,03669 x 10^^20)
= 1 – 0,58856
= 0,41144

Gunstige uitkomsten: Als de eerste persoon op een bepaalde datum jarig is, mag de volgende
persoon nog maar op 364 dagen jarig zijn, de persoon daarna nog maar op 363 dagen, etc.

Dus 365 x 364 x …x 346 = (Uitrekenen met behulp van GR: 365 nPr 20 = 1,03669x10^51)

Mogelijke uitkomsten: Iedereen kan op 365 dagen per jaar jarig zijn: dus 365^20

, Wiskundig intermezzo: grafische rekenmachine (GR)

Facuiteit: !, Permutaties: nPr en combinaties: nCr




Berekening van kansen:

Voorbeeld:

Kaartspel, 52 kaarten:

- P(harten kaart of Ruiten kaart) = P(Harten kaart) + P (Ruiten kaart) = 13/52 + 13/52 = 26/52 =
½

Maar let op:

P(harten kaart of boer) is NIET gelijk aan P(Harten) + P(boer) want dan neem je de harten boer 2 keer
mee.

Dus P(Harten of boer) = P(harten) + P(boer) – P(hartenboer)= 13/52 + 4/52 – 1/52 = 16/52

Somregel: De kans op A of B

Voorbeeld:

- Gebeurtenis A en gebeurtenis B sluiten elkaar uit: P(A of B) = P(A) + P(B)
- Gebeurtenis A en gebeurtenis B sluiten elkaar NIET uit: P(A of B) = P(A) + P(B) – P(A en B)

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
bramhendriksp Hogeschool Rotterdam
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
127
Lid sinds
5 jaar
Aantal volgers
114
Documenten
21
Laatst verkocht
7 maanden geleden

3,6

15 beoordelingen

5
2
4
8
3
3
2
1
1
1

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen