Op een dag:
Het verhaal begint in 1939, als Marga terug keert in Breda na kort geëvacueerd te zijn,
omdat de Duitsers Nederland binnenvallen. De familie is joods, maar de vader vind het
niet nodig om onder te duiken. Als zij teruglopen van een vergadering van
gemeentelieden die samenkomen in een kantoor van het kledingmagazijn, benadrukt
de vader meerdere malen dat de Duitsers hen niks zullen doen.
De Kloosterlaan:
Marga werd op school altijd gepest, omdat ze joods was en op een katholieke school
zat. In dit hoofdstuk lees je dat joden voor het eerst worden buitengesloten en dan
kinderen bijvoorbeeld niet meer met joodse vriendjes mogen spelen. Ook word het
verboden om in restaurants, bioscopen etc. te komen en om fietsen, telefoons en
radio's te hebben. De ik werd ziek in het eerste jaar van de oorlog, tegelijk met toen haar
familie naar haar broer in Amersfoort verhuisde.
De sterren:
De vader van Marga komt hier thuis met de welbekende Jodensterren, hier word er nog
een beetje lacherig naar gekeken, ze willen het bijvoorbeeld wel matchend naaien met
hun jas en zorgen dat het mooi genaaid is.
Het flesje:
Haar vader en broer Dave moeten gekeurd worden voor een werkkamp, ze worden
allebei afgekeurd, haar vader omdat die huidproblemen heeft en Dave doet alsof hij ziek
is door vloeistof uit een mysterieus flesje te drinken.
De foto's:
De familie gaat foto's nemen bij Mevrouw Zwagers, als aandenken voor later. Veel
mensen volgen hun totdat de fotograaf en haar gezin was ondergedoken. Ze vonden het
maar een vreemd idee om je helemaal terug te trekken uit het leven.
Het gebeurde:
De familie ontvangt een telegram uit Amsterdam, Bettie, de zus van Marga is opgepakt.
Haar vader belt bij een vroedvrouw naar Amsterdam en hoort zo hoe het gebeurd is, ze
waren op het Merwedeplein begonnen. Marga denkt terug aan de keer waar Bettie bijna
was verdronken toen ze bij haar opa en oma sliepen.
Kampeerbekers:
Dave, Lotte en Marga krijgen oproepen om zich te melden, ze zouden iets van de wereld
te zien krijgen. Maar dit was natuurlijk eigenlijk een smoes om joden te halen naar
kampen. Ze kopen een drinkbeker voor allemaal en komen dan op de terugweg Meneer
Zaagmeier tegen, hij neemt hen mee naar een kennis die meer weet over de
, ''avontuurlijke reis''. Hij raadt ze sterk af te melden en geeft ze een doktersattest, zodat
ze kunnen blijven.
Verzegeld:
Hun ouders moesten wel, hun bagage werd gecheckt. Haar vader was erg optimistisch
over de situatie. Hun ouders vertrokken en toen gingen ze kijken in de kamer waar een
zegel over hing, alsof ze een vreemde kamer inliepen snuffelde ze rond.
In bewaring:
Het drietal ligt de hele dag in een pyjama in bed, totdat het buurmeisje een tennisracket
wilt lenen. Marga geeft het buurmeisje nog meer dingen uit haar kamer die ''zonde
zullen zijn als ze hier bleven staan als wij weg moeten''.
Thuiskomst:
Marga reist naar Amsterdam om haar ouders te bezoeken, ze haalt haar Jodenster van
haar jas en gaat naar met de trein. Ze word niet gecontroleerd en komt veilig aan en
iedereen in de buurt van haar ouders vraagt zich af hoe ze het heeft gedaan.
In het souterrain:
De originele bewoners van het huis waren weggegaan, ze vonden de stad te onveilig.
Marga en haar ouders konden bij gevaar in het souterrain verstoppen. Ze zien steeds
mannelijke, nette laarzen bij andere huizen aankloppen die hun huis overslaan.
Sabbat:
Ze vieren vandaag Sabbat en gaan naar de synagoge toe. De viering staat in het teken
van de oorlog, zo praten ze met een kennis over onderduiken en praten ze later ook over
het onderduiken van Marga wat lastig gaat, omdat ze niet veel mensen kennen in
Amsterdam. Ze eten als ze terugkomen Sabbatbrood.
Het meisje:
Tante Kaatje komt eten, dus doet Marga wat boodschappen. Het is al donker dus moet
ze snel zijn van haar moeder. Onderweg komt ze een oude man tegen die haar
tegenhoud en ondervraagt, hij is opzoek naar een meisje van wie zij nog nooit heeft
gehoord. Nadat ze snel de boodschappen heeft gedaan gaat ze snel terug en hoort ze
van haar moeder dat tante Kaatje weg is, het hele ouderengesticht is leeggehaald.
De Lepelstraat:
Als Marga naar de slager wilt stoppen er auto's en stappen er mannen uit, er wordt een
razzia gehouden, alle deuren worden opengebroken en iedereen gaat mee. Marga werd
ook eigenlijk ook meegenomen, maar na goed vragen of zij wel echt mee moet, omdat
Het verhaal begint in 1939, als Marga terug keert in Breda na kort geëvacueerd te zijn,
omdat de Duitsers Nederland binnenvallen. De familie is joods, maar de vader vind het
niet nodig om onder te duiken. Als zij teruglopen van een vergadering van
gemeentelieden die samenkomen in een kantoor van het kledingmagazijn, benadrukt
de vader meerdere malen dat de Duitsers hen niks zullen doen.
De Kloosterlaan:
Marga werd op school altijd gepest, omdat ze joods was en op een katholieke school
zat. In dit hoofdstuk lees je dat joden voor het eerst worden buitengesloten en dan
kinderen bijvoorbeeld niet meer met joodse vriendjes mogen spelen. Ook word het
verboden om in restaurants, bioscopen etc. te komen en om fietsen, telefoons en
radio's te hebben. De ik werd ziek in het eerste jaar van de oorlog, tegelijk met toen haar
familie naar haar broer in Amersfoort verhuisde.
De sterren:
De vader van Marga komt hier thuis met de welbekende Jodensterren, hier word er nog
een beetje lacherig naar gekeken, ze willen het bijvoorbeeld wel matchend naaien met
hun jas en zorgen dat het mooi genaaid is.
Het flesje:
Haar vader en broer Dave moeten gekeurd worden voor een werkkamp, ze worden
allebei afgekeurd, haar vader omdat die huidproblemen heeft en Dave doet alsof hij ziek
is door vloeistof uit een mysterieus flesje te drinken.
De foto's:
De familie gaat foto's nemen bij Mevrouw Zwagers, als aandenken voor later. Veel
mensen volgen hun totdat de fotograaf en haar gezin was ondergedoken. Ze vonden het
maar een vreemd idee om je helemaal terug te trekken uit het leven.
Het gebeurde:
De familie ontvangt een telegram uit Amsterdam, Bettie, de zus van Marga is opgepakt.
Haar vader belt bij een vroedvrouw naar Amsterdam en hoort zo hoe het gebeurd is, ze
waren op het Merwedeplein begonnen. Marga denkt terug aan de keer waar Bettie bijna
was verdronken toen ze bij haar opa en oma sliepen.
Kampeerbekers:
Dave, Lotte en Marga krijgen oproepen om zich te melden, ze zouden iets van de wereld
te zien krijgen. Maar dit was natuurlijk eigenlijk een smoes om joden te halen naar
kampen. Ze kopen een drinkbeker voor allemaal en komen dan op de terugweg Meneer
Zaagmeier tegen, hij neemt hen mee naar een kennis die meer weet over de
, ''avontuurlijke reis''. Hij raadt ze sterk af te melden en geeft ze een doktersattest, zodat
ze kunnen blijven.
Verzegeld:
Hun ouders moesten wel, hun bagage werd gecheckt. Haar vader was erg optimistisch
over de situatie. Hun ouders vertrokken en toen gingen ze kijken in de kamer waar een
zegel over hing, alsof ze een vreemde kamer inliepen snuffelde ze rond.
In bewaring:
Het drietal ligt de hele dag in een pyjama in bed, totdat het buurmeisje een tennisracket
wilt lenen. Marga geeft het buurmeisje nog meer dingen uit haar kamer die ''zonde
zullen zijn als ze hier bleven staan als wij weg moeten''.
Thuiskomst:
Marga reist naar Amsterdam om haar ouders te bezoeken, ze haalt haar Jodenster van
haar jas en gaat naar met de trein. Ze word niet gecontroleerd en komt veilig aan en
iedereen in de buurt van haar ouders vraagt zich af hoe ze het heeft gedaan.
In het souterrain:
De originele bewoners van het huis waren weggegaan, ze vonden de stad te onveilig.
Marga en haar ouders konden bij gevaar in het souterrain verstoppen. Ze zien steeds
mannelijke, nette laarzen bij andere huizen aankloppen die hun huis overslaan.
Sabbat:
Ze vieren vandaag Sabbat en gaan naar de synagoge toe. De viering staat in het teken
van de oorlog, zo praten ze met een kennis over onderduiken en praten ze later ook over
het onderduiken van Marga wat lastig gaat, omdat ze niet veel mensen kennen in
Amsterdam. Ze eten als ze terugkomen Sabbatbrood.
Het meisje:
Tante Kaatje komt eten, dus doet Marga wat boodschappen. Het is al donker dus moet
ze snel zijn van haar moeder. Onderweg komt ze een oude man tegen die haar
tegenhoud en ondervraagt, hij is opzoek naar een meisje van wie zij nog nooit heeft
gehoord. Nadat ze snel de boodschappen heeft gedaan gaat ze snel terug en hoort ze
van haar moeder dat tante Kaatje weg is, het hele ouderengesticht is leeggehaald.
De Lepelstraat:
Als Marga naar de slager wilt stoppen er auto's en stappen er mannen uit, er wordt een
razzia gehouden, alle deuren worden opengebroken en iedereen gaat mee. Marga werd
ook eigenlijk ook meegenomen, maar na goed vragen of zij wel echt mee moet, omdat