Behandelingsmethodiek
Hoorcollege 1: inleiding
Doel opleiding: kennis theorie koppelen aan de
praktijk
Klinische cyclus (behandelingscyclus)
1. Verkennende behandelingsanalyse
2. Voorspellen reacties
3. Toetsende behandeling
4. Evaluatie t.o.v. het globale doel
5. Afsluiting, nazorg, follow-up
Overgang van diagnostiek naar behandeling
Taak: beargumenteerde, optimale afstemming. Je wilt
zowel
Informatie over casus
Wetenschappelijke kennis over behandeling
Meenemen.
Van diagnostische cyclus (advies) behandelingscyclus:
Globale doelen van de behandeling
Verantwoording van de eerste keuze van aanpak(wetenschappelijke kennis)
Indicaties en contra-indicaties voor behandeling
Waarom goed geformuleerde doelen opstellen?
Richten op behoeften van cliënt
Therapeutische relatie: doelen
Motiverend voor hulpverlener en cliënt vergroot kans slagen
Geven duidelijke richting aan inhoud van hulpverlening planmatig aanpakken
(sturend en vol te houden)
Evalueer baar maken proces blijft bewaakt, zorgt dat je niet te ver doorgaat
Beste combinatie maken tussen vraagrecht werken en evidence based werken ( theory
en practice)
Sympotoomreductie en wat zijn de hulpvragen van de cliënt
Doel: probleemcluster, kan samenvallen met hulpvragen cliënt (angstklachten verminderen)
Doelwit: conditie vanuit verklaringsanalyse die het gedrag verklaard (trauma verwerken)
Interventie: middel waarmee je doelwit gaat verminderen (EMDR)
Smartdoelen
Specifiek, meetbaar, aanvaardbaar, realistisch, tijdsgebonden
Positief formuleren van doelen
Niet te overdreven formuleren: ‘na 3 weken, met 2-wekelijkse behandelsessies van 45
minuten gaat piet 20% meer vragen stellen tijdens instructiemomenten van de docent.
Dit is te overdreven en gaat de client niet motiveren
In de praktijk stel je korte- en langetermijn doelen
Behandeldoelen:
Richt doelen waar mogelijk op verandering van gedachten/gedrag ipv gevoel
Positieve doelen zijn motiverender
, Doelen dienen begrijpelijk, haalbaar, concreet, motiverend en zo goed als mogelijk
SMART te zijn
Het is lastig om rechtstreeks te interveniëren op gevoel. Gedrag en gedachten hebben
wel invloed op het gevoel
In kaart brengen doelen/hulpvragen bij client: hulpvragen van meerdere bronnen in kaart
brengen
De behandelingscyclus
1. Verkennende behandelingsanalyse (VBA); wat zijn belemmerende en faciliterende
factoren specifiek voor de behandeling (kunnen afkomstig zijn uit het integratief beeld
of indicatieanalyse) systemische denken(kind, ouders etc.) : alles speelt een rol
2. Voorspellen van reacties (VR) : effecten die je verwacht bij de client in de
behandeling. Effectstudies in combinatie met persoonsgebonden factoren die je gaat
combineren tot praktische handelingen
3. Toetsende behandeling (TB): tijdens de behandeling blijf je toetsen of jou eerdere
hypothesen wel kloppen en haal je je tussentijdse doelen?
4. Evaluatie t.o.v. globale doel (EGD): op meta niveau kijk je of de huidige
behandeling aanslaat bij de cliënt, haal je je doelen?
Casus: Alexander (leesproblemen)
1. Wat is de beginsituatie bij aanvang:
Vraag: leesvaardigheid verbeteren
Het probleemgedrag:
Niveau: leesachterstand van meer dan 2 jaar
Kwaliteit: bij het lezen betekent het dat hij niet de tijd neemt om woorden die hij niet goed
en rustig uit te spreken. Hij leest de woorden of in 1 keer goed, of meteen fout. Dit is al
een aantal keren met hem goed doorgesproken, maar hij lijkt dit niet op te pakken.
2. Formuleer een globaal doel en beschrijf zo SMART mogelijk:
Het globale doel is het verbeteren van de leesvaardigheden van Alexander
SMART geformuleerde werkdoel:
, Na 10 weken, leest Alexander minimaal 40 van de 50 1,2,3 lettergrepige woorden
foutlood
Na 5 weken leest alexander met plezier, 3x per week uit een zelfgekozen tijdschrift
boek
3. VBA: beschrijf 1 faciliterende en 1 belemmerend factor voor de behandeling en
beargumenteer per factor je antwoord
Faciliterende: Alexander raakt gemotiveerd door oefeningen met een spelelement. Dus als
je in de behandeling oefeningen met een spelelement gebruikt, dan zal dat goed zijn voor
de motivatie van A en zal de behandeling waarschijnlijk voorspoediger verlopen
Belemmerende: lezen interesseert hem niet. Als lezen hem niet interesseert, zal hij
waarschijnlijk minder gemotiveerd zijn om er hard voor te werken, dit kan leiden tot
minder oefening en zo zal de behandeling waarschijnlijk minder goed verlopen
4. Vr: bereid een trainingssessie voor als onderdeel van de behandeling. Voorspel 1
concrete reactie van Alexander op jouw handelen in een sessie en beschrijf deze
in een zin met de volgende constructie. Als ik…, dan zal Alexander…]
Concrete reactie: als ik voordoe hoe je een lang woord als ‘brievenbus’ stukje voor stukje
kunt lezen en daarbij bij elk stukje in mijn handen klap, dan zal Alexander dat bi het
woord brievenbus goed na kunnen doen
Lange termijn reactie: Als ik boeken/tijdschriften aanbiedt op het niveau en
interessegebied van Alexander, dan zal zijn interesse en motivatie verbeteren waarvan
we weten dat dit van invloed is op de leesvaardigheid.
5. Tb: beschrijf hoe je gaat bepalen of de voorspelde reactie uitkomt (criterium)
Criterium om te bepalen of dan zal Alexander dat bij het woord brievenbus goed na
kunnen doen uitkomt, bijvoorbeeld:
- ik laat Alexander het woord brievenbus lezen en ik kijk en luister
- als hij het woord stukje voor stukje leest en bij elk stukje in zijn handen klapt, dan
komt de voorspelde reactie uit
- als hij het woord niet stukje voor stukje lees en niet bij elk stukje in zijn handen klapt,
komt de voorspelde reactie niet uit
ik laat Alexander het woord worteltaart lezen en ik kijk en luister: hier doe je hetzelfde
6. EGD: geef daarna aan of jouw voorspelde reactie wel of niet een stapje is in de
richting van het globale doel (het verbeteren van de LV van Alexander)
Voorspelde reactie: dan zal Alexander dat bij het woord brievenbus goed na kunnen doen
Dat is wel een stapje in de richting van het globale doel, want als Alexander weet op
welke manier hij een lang woord goed kan lezen, dan leest hij dit soort woorden vaker
goed. deze strategie kan hij ok uitbreiden naar andere woorden. Hij zal zo minder
leesfouten maken en daarmee beter presteren op leestoetsen, zo zal zijn leesachterstand
verkleinen.
Evalueren van een behandeling
GAS-procedure: werkdoelen schalen en uitkomsten evalueren
ROM(routine outcome monitory) : inzet en effectiviteit
Beter kijken wat effecten zijn, ROM werkt goed bij cliënten waarbij behandeling niet goed
loopt, bij cliënten on track: verloopt ROM sneller ( niet effectiever, maar je be
nt wel eerder klaar)
Oftewel Rom lijkt te werken, maar onder een aantal voorwaarden: op de goede manier en
bij de juiste cliënten
zorg dat de evaluatie tool (ROM) afgestemd op dat wat je wilt evalueren en weet wanneer
je deze moet toepassen
hou tijdens behandeling doelen erbij zodat je kunt nasstreven of evt. veranderen.
, Hoorcollege 2: ontwikkelingsproblemen/ functionele analyse
Toegepaste gedragsanalyse & therapie ( applied behavior analysis)
Gedrag
Interactie tussen individu en omgeving
Doelgericht: zinvolle reactie op een betekenisvolle situatie
Wat levert het gedrag de persoon op?
Welke dunctie heeft het gedrag voor de persoon?
Drie leerprocessen:
Habituatie
Klassieke conditionering
Operante conditionering
Habituatie overleven en voortplanten (geen invloed op)
Reflexen: ingebouwde responsen die mensen bij specifieke stimuli laten zien
1. Bescherming schadelijke invloeden
2. Reguleren interne balans
3. Stimuleren reproductie
Klassieke conditionering: betekenisverlening in het dagelijks leven
Neutrale stimuli hebben voor de persoon (emotionele) betekenis gekregen
Vaak bij angst, schaamte en boosheid
Operante conditionering: gedrag wordt in stand gehouden door de consequentie die er op
volgen
1. Het gedrag neemt af als er iets vervelends op volgt ( punishment/straf)
Door iets toe te voegen (positief)
Door iets weg te nemen (negatief)
2. Het gedrag neemt toe als er iets prettigs op volgt ( reinforcement/bekrachtiging)
Door iets toe te voegen (positief)
Door iets weg te nemen (negatief)
3. Bekrachtiging kan op korte of lange termijn zijn
4. Van dit proces is de persoon zich niet altijd bewust ( automaticy of reinforcement
Bekrachtiging: sociaal vs. Niet- sociaal
Sociaal: er zijn mensen bij betrokken (knuffel, aandacht, geven van speelgoed)
Niet sociaal(intern): er zijn geen mensen bij betrokken(stressregulatie, geur, smaak,
arousal/prikkels
Hoorcollege 1: inleiding
Doel opleiding: kennis theorie koppelen aan de
praktijk
Klinische cyclus (behandelingscyclus)
1. Verkennende behandelingsanalyse
2. Voorspellen reacties
3. Toetsende behandeling
4. Evaluatie t.o.v. het globale doel
5. Afsluiting, nazorg, follow-up
Overgang van diagnostiek naar behandeling
Taak: beargumenteerde, optimale afstemming. Je wilt
zowel
Informatie over casus
Wetenschappelijke kennis over behandeling
Meenemen.
Van diagnostische cyclus (advies) behandelingscyclus:
Globale doelen van de behandeling
Verantwoording van de eerste keuze van aanpak(wetenschappelijke kennis)
Indicaties en contra-indicaties voor behandeling
Waarom goed geformuleerde doelen opstellen?
Richten op behoeften van cliënt
Therapeutische relatie: doelen
Motiverend voor hulpverlener en cliënt vergroot kans slagen
Geven duidelijke richting aan inhoud van hulpverlening planmatig aanpakken
(sturend en vol te houden)
Evalueer baar maken proces blijft bewaakt, zorgt dat je niet te ver doorgaat
Beste combinatie maken tussen vraagrecht werken en evidence based werken ( theory
en practice)
Sympotoomreductie en wat zijn de hulpvragen van de cliënt
Doel: probleemcluster, kan samenvallen met hulpvragen cliënt (angstklachten verminderen)
Doelwit: conditie vanuit verklaringsanalyse die het gedrag verklaard (trauma verwerken)
Interventie: middel waarmee je doelwit gaat verminderen (EMDR)
Smartdoelen
Specifiek, meetbaar, aanvaardbaar, realistisch, tijdsgebonden
Positief formuleren van doelen
Niet te overdreven formuleren: ‘na 3 weken, met 2-wekelijkse behandelsessies van 45
minuten gaat piet 20% meer vragen stellen tijdens instructiemomenten van de docent.
Dit is te overdreven en gaat de client niet motiveren
In de praktijk stel je korte- en langetermijn doelen
Behandeldoelen:
Richt doelen waar mogelijk op verandering van gedachten/gedrag ipv gevoel
Positieve doelen zijn motiverender
, Doelen dienen begrijpelijk, haalbaar, concreet, motiverend en zo goed als mogelijk
SMART te zijn
Het is lastig om rechtstreeks te interveniëren op gevoel. Gedrag en gedachten hebben
wel invloed op het gevoel
In kaart brengen doelen/hulpvragen bij client: hulpvragen van meerdere bronnen in kaart
brengen
De behandelingscyclus
1. Verkennende behandelingsanalyse (VBA); wat zijn belemmerende en faciliterende
factoren specifiek voor de behandeling (kunnen afkomstig zijn uit het integratief beeld
of indicatieanalyse) systemische denken(kind, ouders etc.) : alles speelt een rol
2. Voorspellen van reacties (VR) : effecten die je verwacht bij de client in de
behandeling. Effectstudies in combinatie met persoonsgebonden factoren die je gaat
combineren tot praktische handelingen
3. Toetsende behandeling (TB): tijdens de behandeling blijf je toetsen of jou eerdere
hypothesen wel kloppen en haal je je tussentijdse doelen?
4. Evaluatie t.o.v. globale doel (EGD): op meta niveau kijk je of de huidige
behandeling aanslaat bij de cliënt, haal je je doelen?
Casus: Alexander (leesproblemen)
1. Wat is de beginsituatie bij aanvang:
Vraag: leesvaardigheid verbeteren
Het probleemgedrag:
Niveau: leesachterstand van meer dan 2 jaar
Kwaliteit: bij het lezen betekent het dat hij niet de tijd neemt om woorden die hij niet goed
en rustig uit te spreken. Hij leest de woorden of in 1 keer goed, of meteen fout. Dit is al
een aantal keren met hem goed doorgesproken, maar hij lijkt dit niet op te pakken.
2. Formuleer een globaal doel en beschrijf zo SMART mogelijk:
Het globale doel is het verbeteren van de leesvaardigheden van Alexander
SMART geformuleerde werkdoel:
, Na 10 weken, leest Alexander minimaal 40 van de 50 1,2,3 lettergrepige woorden
foutlood
Na 5 weken leest alexander met plezier, 3x per week uit een zelfgekozen tijdschrift
boek
3. VBA: beschrijf 1 faciliterende en 1 belemmerend factor voor de behandeling en
beargumenteer per factor je antwoord
Faciliterende: Alexander raakt gemotiveerd door oefeningen met een spelelement. Dus als
je in de behandeling oefeningen met een spelelement gebruikt, dan zal dat goed zijn voor
de motivatie van A en zal de behandeling waarschijnlijk voorspoediger verlopen
Belemmerende: lezen interesseert hem niet. Als lezen hem niet interesseert, zal hij
waarschijnlijk minder gemotiveerd zijn om er hard voor te werken, dit kan leiden tot
minder oefening en zo zal de behandeling waarschijnlijk minder goed verlopen
4. Vr: bereid een trainingssessie voor als onderdeel van de behandeling. Voorspel 1
concrete reactie van Alexander op jouw handelen in een sessie en beschrijf deze
in een zin met de volgende constructie. Als ik…, dan zal Alexander…]
Concrete reactie: als ik voordoe hoe je een lang woord als ‘brievenbus’ stukje voor stukje
kunt lezen en daarbij bij elk stukje in mijn handen klap, dan zal Alexander dat bi het
woord brievenbus goed na kunnen doen
Lange termijn reactie: Als ik boeken/tijdschriften aanbiedt op het niveau en
interessegebied van Alexander, dan zal zijn interesse en motivatie verbeteren waarvan
we weten dat dit van invloed is op de leesvaardigheid.
5. Tb: beschrijf hoe je gaat bepalen of de voorspelde reactie uitkomt (criterium)
Criterium om te bepalen of dan zal Alexander dat bij het woord brievenbus goed na
kunnen doen uitkomt, bijvoorbeeld:
- ik laat Alexander het woord brievenbus lezen en ik kijk en luister
- als hij het woord stukje voor stukje leest en bij elk stukje in zijn handen klapt, dan
komt de voorspelde reactie uit
- als hij het woord niet stukje voor stukje lees en niet bij elk stukje in zijn handen klapt,
komt de voorspelde reactie niet uit
ik laat Alexander het woord worteltaart lezen en ik kijk en luister: hier doe je hetzelfde
6. EGD: geef daarna aan of jouw voorspelde reactie wel of niet een stapje is in de
richting van het globale doel (het verbeteren van de LV van Alexander)
Voorspelde reactie: dan zal Alexander dat bij het woord brievenbus goed na kunnen doen
Dat is wel een stapje in de richting van het globale doel, want als Alexander weet op
welke manier hij een lang woord goed kan lezen, dan leest hij dit soort woorden vaker
goed. deze strategie kan hij ok uitbreiden naar andere woorden. Hij zal zo minder
leesfouten maken en daarmee beter presteren op leestoetsen, zo zal zijn leesachterstand
verkleinen.
Evalueren van een behandeling
GAS-procedure: werkdoelen schalen en uitkomsten evalueren
ROM(routine outcome monitory) : inzet en effectiviteit
Beter kijken wat effecten zijn, ROM werkt goed bij cliënten waarbij behandeling niet goed
loopt, bij cliënten on track: verloopt ROM sneller ( niet effectiever, maar je be
nt wel eerder klaar)
Oftewel Rom lijkt te werken, maar onder een aantal voorwaarden: op de goede manier en
bij de juiste cliënten
zorg dat de evaluatie tool (ROM) afgestemd op dat wat je wilt evalueren en weet wanneer
je deze moet toepassen
hou tijdens behandeling doelen erbij zodat je kunt nasstreven of evt. veranderen.
, Hoorcollege 2: ontwikkelingsproblemen/ functionele analyse
Toegepaste gedragsanalyse & therapie ( applied behavior analysis)
Gedrag
Interactie tussen individu en omgeving
Doelgericht: zinvolle reactie op een betekenisvolle situatie
Wat levert het gedrag de persoon op?
Welke dunctie heeft het gedrag voor de persoon?
Drie leerprocessen:
Habituatie
Klassieke conditionering
Operante conditionering
Habituatie overleven en voortplanten (geen invloed op)
Reflexen: ingebouwde responsen die mensen bij specifieke stimuli laten zien
1. Bescherming schadelijke invloeden
2. Reguleren interne balans
3. Stimuleren reproductie
Klassieke conditionering: betekenisverlening in het dagelijks leven
Neutrale stimuli hebben voor de persoon (emotionele) betekenis gekregen
Vaak bij angst, schaamte en boosheid
Operante conditionering: gedrag wordt in stand gehouden door de consequentie die er op
volgen
1. Het gedrag neemt af als er iets vervelends op volgt ( punishment/straf)
Door iets toe te voegen (positief)
Door iets weg te nemen (negatief)
2. Het gedrag neemt toe als er iets prettigs op volgt ( reinforcement/bekrachtiging)
Door iets toe te voegen (positief)
Door iets weg te nemen (negatief)
3. Bekrachtiging kan op korte of lange termijn zijn
4. Van dit proces is de persoon zich niet altijd bewust ( automaticy of reinforcement
Bekrachtiging: sociaal vs. Niet- sociaal
Sociaal: er zijn mensen bij betrokken (knuffel, aandacht, geven van speelgoed)
Niet sociaal(intern): er zijn geen mensen bij betrokken(stressregulatie, geur, smaak,
arousal/prikkels