Sociaal functioneren beschrijft de ruimte en mogelijkheden die er geboden worden om iemand deel te laten nemen aan het
maatschappelijk leven. Bijv rolstoel planken en invalidentoiletten.
Sociale kwaliteit beschrijft in hoeverre er sprake is van samenhang, inclusiviteit en verbondenheid in een samenleving. Hoeveel
autonomie heb ik? Wat kan ik aan fysiek en mentaal?
Bovenstaande zijn 2 overlappende begrippen. In hoeverre kan je deelnemen? Vanuit jezelf en vanuit de maatschappij.
De rol sociaal professional, Focus ligt op: Wat wil jij zelf als cliënt? Wat kan je en wat zijn je doelen? Hoe kunnen wij daar in
ondersteunen?
Normatieve professional, Wat mag je als professional bepalen voor de cliënt? Kritisch kijken naar hoe jouw handelen invloed heeft
op de cliënt.
Discretionaire ruimte, De ruimte die je als professional kan pakken. Welke ruimte je hebt om te oordelen en beslissingen te nemen.
Grijze ruimte tussen wat je wil voor de cliënt en wat volgens de regels mag.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
2, drie sociale contexten
Primaire leefomgeving is de dagelijkse thuissituatie. Bijv. alleenstaand, in een gezin of verzorgingstehuis.
Netwerken zijn groepen met een gezamenlijk doel. Familie, vrienden, opleiding, werk, verenigingen of kerk.
Hoe open, hecht en inclusief is het?
Gemeenschappen hebben geen gezamenlijk doel maar zijn toch verbonden. De wijk, de gemeente, het land, school. Wat kan er
plaatsvinden? Onveiligheid, racisme, burgerinitiatieven, sociale cohesie.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
3, ontwikkelingen in het sociaal werk
Participatie en thuis wonen, Minder mensen in instellingen met specialistische hulp en meer mensen die thuis wonen en kunnen
participeren ondersteund door hun eigen netwerk. Meer verbindingen en meer oog voor elkaar. Bezuinigingen voor de staat.
Bevorderen van eigen kracht, Wat kan je de cliënt wel ipv wat niet. Empowerment en het stimuleren van een actieve houding is
belangrijk.
Civil society, Onderlinge netwerken.
Kostenbewustzijn, Sociale zekerheid is duur. Er worden kosten bespaard dmv preventie.
Invloed van het lokale speelveld, Gemeenten bepalen zelf hoe de zorg er uit ziet. Dit zorgt voor verschillen tussen gemeenten.
Sociale technologie, Sociale media en buurt-apps ondersteunen online netwerken.
Raakvlakken tussen verschillende domeinen in een vraagstuk,
Gezondheidszorg, educatie, juridisch, veiligheid en economisch.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
4, kerntaken en kwalificaties
1. Bevorderen van het sociaal functioneren van mensen en hun sociale context.
Present zijn, openstellen, signaleren, inverteren.
2. Versterken van organisatorische verbanden waarbinnen sociaal werk plaatsvindt.
Samenwerken, regie voeren, dossier opbouwen, leiding nemen, ondernemen.
3. Bevorderen van de eigen professionaliteit en de ontwikkelingen van het beroep.
Leven lang leren, meewerken aan ontwikkelingen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
5, werken in het sociale domein
De missie van een sociaal werker is: te bevorderen dat mensen in onze samenleving tot hun recht komen als mens en als burger.
Outreachend werken wordt ook wel bemoeizorg genoemd en houd in dat er contact gezocht wordt met vermoedelijke zorgmijders
die wel zorg nodig hebben.
Nuldelijnszorg bestaat uit informele zorgers zoals mantelzorgers.
Eerstelijnszorg bestaat uit makkelijk te bereiken zorgverleners zoals huisartsen en fysiotherapeuten.
Tweedelijnszorg bestaat uit specialistische zorgverleners waar je in de meeste gevallen een verwijzing voor nodig hebt zoals
psychologen en zorgverleners in specialistische ziekenhuisafdelingen.
, Intramurale zorg vindt plaats binnen de muren. De cliënt verblijft dan in de instelling waar hij of zij ook verzorgd of behandeld
wordt in tegenstelling tot extramurale zorg waar de cliënt thuis woont en de zorg opzoekt zoals dagbesteding en persoonlijke
begeleiding. Multidisciplinaire behandelteams zijn teams waarin mensen werken vanuit verschillende specialisaties.
regulatieve cyclus: analyseren van een situatie - doelen bepalen - activiteiten inzetten - evalueren - opnieuw doelen bepalen.
Een T-shaped professional combineert specialistische kennis met generieke kennis van sociaal werk en kan daardoor ook andere
ondersteuningsvormen inzetten.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
6, actoren in het sociale werkveld
Geïndiceerde zorg betekent dat instanties zoals de gemeente of centrum indicatiestelling zorg, op basis van diagnose en klachten
besluiten op welke hulp of ondersteuning de cliënt recht heeft. Dit besluit heet het indicatiebesluit.
Decentralisatie is het proces waarin in 2015 de overheid de zorgverantwoordelijkheid over haar burger naar de gemeenten
overhandigde. Dit heeft onder meer geleid tot ongelijke toegang tot zorg.
Maatschappelijke opvang biedt kortdurende opvang en/of hulp bij praktische zaken voor dak- en thuislozen. Crisisopvang biedt
een plek wanneer er acute opvang nodig is voor iemand in nood, zoals bij psychische crisis, mishandeling of financiële problemen.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
7, financiering van het sociale domein
Indirecte belasting betaal je over winst, salaris en vermogen. Indirecte belasting betaal je oa dmv btw.
Tussen de gemeente en zorginstelling bestaat een wederzijdse afhankelijkheid.
Persoonsgebonden budget kan door de zorgvrager worden ingezet om zelf zorg in te kopen.
Naast het eigen risico kan er voor sommige medicatie en ondersteuning vanuit de Wmo of Wlz een eigen bijdrage gevraagd worden.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
8, de historische context van sociaal beleid
Wmo, wet maatschappelijke ondersteuning. (voorheen participatiewet) De zorgplicht van de overheid werd omgezet in een
compensatieplicht. Dit betekende dat de gemeente ervoor verantwoordelijk was toch een compensatie te vinden voor de beperking
van de cliënt, zodat deze toch kon meedoen in de samenleving. Het doel was om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen en
meer ondersteuning uit hun netwerk te vragen. Er ligt een focus op integraal werken, wat inhoudt dat er verschillende
hulpverleners op verschillende aspecten van een casus werken. Zoals een arbeidsconsulent, schuldhulpverlener en
gezinsondersteuner.
Wlz, wet langdurige zorg. Iemand heeft recht op wlz-zorg wanneer er vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening
of beperking, of een verstandelijke of lichamelijke handicap een blijvend behoefte is aan permanent toezicht. Iedereen die in
Nederland werkt, betaalt premie en is daarmee verzekerd voor de Wlz.
De Zorgverzekeringswet. Iedereen die in Nederland woont of werkt, heeft recht op zorg uit het basispakket. Dit is geregeld in de
Zorgverzekeringswet (Zvw). Door dit basispakket is iedereen verzekerd van goede basiszorg. Basis zorgkosten: de kosten waarvoor
iedereen in Nederland verzekerd moet zijn, de zorg die betaald wordt door zorgverzekeraars.
De Participatiewet is bedoeld voor iedereen die kan werken maar daarbij ondersteuning nodig heeft. Hierin is de
inkomensvoorziening voor alle mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt geregeld , of het nu gaat om mensen die niet kunnen
werken, die een beperking hebben of op jonge leeftijd arbeidsgehandicapt zijn geraakt.
Jeugdwet. Het uitgangspunt van deze wet is dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen
allereerst bij de opvoeder en de jeugd zelf ligt, en dat de gemeente daarbij een ondersteunende rol speelt. Het gaat daarbij met name
om ondersteuning, hulp en zorg bij opvoed- en opgroeiproblemen, psychische problemen en stoornissen, het uitvoeren van
kinderbeschermingsmaatregelen en de jeugdreclassering, en de preventie en aanpak van huiselijk geweld.
De transitie van sociaal werk
Gemeenten bereiden zich voor op drie transities in het sociaal domein:
• invoering van de participatiewet. Deze wet zal het wetsvoorstel Werken naar vermogen gaan vervangen. In de participatiewet zullen
de Wet werk en bijstand, de Wet op de sociale werkvoorziening en de Wajong worden samengevoegd. De Wajong blijft bestaan voor
volledig en duurzaam arbeidsongeschikten;
• de overheveling van de AWBZ begeleiding en persoonlijke verzorging naar de Wmo. Deze taken worden met ingang van 2015
gedecentraliseerd naar gemeenten;
- de transitie van de jeugdzorg. Deze operatie betreft het geheel van de jeugdzorg: de jeugdzorg die nu een verantwoordelijkheid is
van de provincie, de gesloten jeugdzorg onder regie van het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en sport (VWs), de jeugd ggz die
1