Blok 10 veranderen
Ethiek:
College 1: waardenconflicten en de functie van ethiek, H1
Ethiek: Ethiek is de systematische bespiegeling op het menselijk handelen aan de hand van
opvattingen over goed en kwaad.
Waarom is ethiek van belang voor veiligheid:
Complexe bestuurlijke afwegingen ordenen.
Verantwoording geven.
Steeds grotere waardendiversiteit.
De bescherming tegen bureaucratisch management denken.
De bescherming tegen technologisch exces.
Het waarborgen van integriteit.
Gedragspsychologische veiligheidsproblemen benaderen.
Normen en waarden:
Norm: verkeersregels voor goed gedrag (gedragsregel).
Waarde: een voorstelling die het ijkpunt vormt van wat wordt gezien als waardevol of als
kenmerkend voorgoed gedrag (veiligheid, gelijkheid).
Moraal: verzameling van gedragsopvattingen in samenleving of individu.
Morele problemen en dilemma’s:
Morele problemen draaien om de vraag: wat behoren we te doen?
Benaderingen volgen meestal uit conflicterende waardenposities.
Dilemma: een morele afweging tussen twee handelingsopties waarbij beide opties in
gelijkwaardige mate problematisch zijn of niet verkiesbaar.
Het Trolley probleem:
Ethische theorie:
Descriptieve theorie: voorzorgcultuur en voorzorgmoraal.
Normatieve theorie: voor elke handeling x geldt: als en alleen als y van toepassing is, dan is x
goed, en als alleen y niet van toepassing is is x slecht.
Relatie tussen mensbeelden/wereldbeelden en ethische theorieën.
College 2: maatschappelijk nut en doel rationeel denken, H2
,Descriptieve ethiek: waarden en normen veranderen maatschappelijk, maar ook bij jezelf. Meer
historisch, schrijvende onderzoeken om te laten zien hoe iets ontwikkeld is. (Norm verschuiving)
Normatieve ethiek: meer op zoek naar regels waarmee we kunnen bepalen wat goed of fout is.
3 perspectieven; wat behoor ik te doen? Belangrijk
1. Consequentialisme: collaterol damage (kosten-baten analyse)
2. Plicht ethiek: bepaalde principes volgen. We hebben het vermogen tot reflectie. We kunnen
afstand doen van onze belangen en van een afstand bepalen wat goed of fout is.
3. Deugdethiek: wat voor mens wil ik eigenlijk zijn? Sociale inbedding.
Consequentialisme:
- Wat zijn de gevolgen van mijn handeling? Het maken van risicoanalyse kans x effect.
- Ze denken in risico’s. Welk effect heeft het? Moet ik het dan wel of niet doen?
- Handeling is goed als de gevolgen goed zijn.
- Cynisch beeld over de mens. We willen geluk vinden en pijn vermijden.
Utilisme:
- Consequentialisme vertalen naar maatschappelijk niveau is utilitanisme.
- Goed als ze de meeste maatschappelijk nut opleveren.
- Collaterol damage (offer)
- Jeremy Bentham: als we het maatschappelijk nut kunnen bepalen doen we dat door het
maximalisatieprincipe
- Waarde: kan je alles in waarde uitdrukken? (is een mensenleven meer waard dan dat van
een bijna uitgestorven aap)
- Tirannie van de meerderheid: als de meerderheid spreek moeten we dat dan ook doen?
- Bewijslast: ligt altijd in de toekomst.
Maximalisatieprincipe: de handeling is goed als dat zo veel mogelijk voordeel oplevert voor zo veel
mogelijk mensen en zo min mogelijk pijn voor zo min mogelijk mensen.
Jeremy Bentham: ethiek gaat over het vinden van win-win situaties. (Gevangen niet laten wegrotten
in een cel, maar heropvoeden en ze dan laten werken dat is beter voor de maatschappij).
Autogordel dient het meerderheidsbelang. Maar er is een grens waarbij de overheid mag bepalen of
je dingen wel of niet doet. Jouw vrijheid om zelf te bepalen wat wel of niet goed is voor jezelf, zolang
je iemand anders niet kwets of schaadt (drinken, roken). Kan inbreken op zelfbeschikking
John steward mill: het schadebeginsel. Bescherming tegen de tirannie van de meerderheid dat
ingaat tegen de individuele vrijheid. Je mag alleen dit interveniëren in de vrijheid van iemand anders
op het moment dat die persoon schade toebrengt. De vrijheid van jouw als persoon eindigt waar de
vrijheid van een ander persoon begint. Dan komt het punt dat de overheid moet ingrijpen.
College 3: Wetten en plichten: principes van de rechtstaat, H3
,Recapitulatie: belangrijkste les 2
- Normatieve theorie: het consequentialisme
- De consequentialistisch verdediging van waarden.
- Normatieve theorie: het utilisme
- Het maatschappelijke belang
- Jeremy Bentham en het panopticum
- Bezwaren tegen het utilisme:
1. Tirannie van de meerderheid
2. Selectief omgaan met de bewijslast
3. Hoe kan de waarde van iets uitgedrukt worden?
- Schadebeginsel
Wat je moet weten:
- Normatieve theorie: plichtethiek
- Het mensbeeld van kant: autonomie
- De categorische imperatief
1. De beredeneerde universele plicht
2. Het eerbiedigen van de menselijkheid
- Kant als ethische basis voor de rechtstaat
- Bezwaren tegen kant
1. Rechtlijnige morele posities
Utilisme: het eigen belang telt het eerste.
Alteralisme: naastenliefde
Hieronder is de uitwerking van het stukje wat je moet weten:
Plichtethiek: hebben meer hoop dat wij in staat zijn om redelijk/eerlijk te handelen. De kroon op de
schepping, door vrije wil en vrij oordeelsvermogen.
- Praktische reden: non-contradictie: we kunnen niet alleen denken uit onze eigen belangen,
maar zelf principes redeneren. Als andere zich eraan moeten houden dat jij je er dan zelf ook
aan houdt. Er is een principe waaraan we ons zou willen houden.
- Autonomie: komt van het griekse woord auton zelf en nomos wet. Je bent zelf
wetgevend. Je maakt zelf de wetten waarnaar jij zou willen leven. Dit kan door de vrije wil en
vrij oordeelsvermogen. Daardoor kunnen wij zelf principes bepalen waarvoor wij staan. Deze
ontstaan niet door papa en mama of door de bijbel. Deze ontstaan uitsluitend omdat wij ze
zelf kunnen beredeneren. Hoe kan je beredeneren: door de categorische imperatief toe te
passen. Handel alleen volgens dat principe waarvan je kan willen dat het een universele wet
is (deze definitie letterlijk uit je hoofd weten). Daad bij het woord voegen is belangrijk voor
plichtethische mensen. Omdat het eerrationeel is om een belofte te verbreken. Het is een
principe. Door autonomisch denken hebben we dingen vastgelegd in mensenrechten.
- Kant zegt dat oordeelsvermogen is bepalend voor jou zelf. Dat hebben wij mensen. We zijn in
staat in autonome keuzes. Autonomie is iets individueel, los van alle mensen (staat, ouders)
je eigen principes ontwerpt. Als je dit in de wereld hoog wil houden moet je altijd het
, vermogen en beoordelen van mensen nooit mag beknoppen. Vrijheid van meningsuiting is
heilig voor kant.
- Voorbeeld van
Maatschappelijk nut:
- Is onze vrijheid tot een keuze tussen plezier en pijn
- Zijn overwegingen slechts tijdelijk en situatie gebonden
- Zijn sommige beslissingen waardevol in zichzelf
1. Contrast 1 (moraal): plicht versus drang
2. Contrast 2 (vrijheid): autonomie versus heteronomie
3. Contrast 3 (ratio): categorische versus hypothetische overwegingen
Wat is de zetel van de moraal?
Kans opvatting over de vrije mens:
Wat betekent de rede volgens kant: belangrijk
Ethiek:
College 1: waardenconflicten en de functie van ethiek, H1
Ethiek: Ethiek is de systematische bespiegeling op het menselijk handelen aan de hand van
opvattingen over goed en kwaad.
Waarom is ethiek van belang voor veiligheid:
Complexe bestuurlijke afwegingen ordenen.
Verantwoording geven.
Steeds grotere waardendiversiteit.
De bescherming tegen bureaucratisch management denken.
De bescherming tegen technologisch exces.
Het waarborgen van integriteit.
Gedragspsychologische veiligheidsproblemen benaderen.
Normen en waarden:
Norm: verkeersregels voor goed gedrag (gedragsregel).
Waarde: een voorstelling die het ijkpunt vormt van wat wordt gezien als waardevol of als
kenmerkend voorgoed gedrag (veiligheid, gelijkheid).
Moraal: verzameling van gedragsopvattingen in samenleving of individu.
Morele problemen en dilemma’s:
Morele problemen draaien om de vraag: wat behoren we te doen?
Benaderingen volgen meestal uit conflicterende waardenposities.
Dilemma: een morele afweging tussen twee handelingsopties waarbij beide opties in
gelijkwaardige mate problematisch zijn of niet verkiesbaar.
Het Trolley probleem:
Ethische theorie:
Descriptieve theorie: voorzorgcultuur en voorzorgmoraal.
Normatieve theorie: voor elke handeling x geldt: als en alleen als y van toepassing is, dan is x
goed, en als alleen y niet van toepassing is is x slecht.
Relatie tussen mensbeelden/wereldbeelden en ethische theorieën.
College 2: maatschappelijk nut en doel rationeel denken, H2
,Descriptieve ethiek: waarden en normen veranderen maatschappelijk, maar ook bij jezelf. Meer
historisch, schrijvende onderzoeken om te laten zien hoe iets ontwikkeld is. (Norm verschuiving)
Normatieve ethiek: meer op zoek naar regels waarmee we kunnen bepalen wat goed of fout is.
3 perspectieven; wat behoor ik te doen? Belangrijk
1. Consequentialisme: collaterol damage (kosten-baten analyse)
2. Plicht ethiek: bepaalde principes volgen. We hebben het vermogen tot reflectie. We kunnen
afstand doen van onze belangen en van een afstand bepalen wat goed of fout is.
3. Deugdethiek: wat voor mens wil ik eigenlijk zijn? Sociale inbedding.
Consequentialisme:
- Wat zijn de gevolgen van mijn handeling? Het maken van risicoanalyse kans x effect.
- Ze denken in risico’s. Welk effect heeft het? Moet ik het dan wel of niet doen?
- Handeling is goed als de gevolgen goed zijn.
- Cynisch beeld over de mens. We willen geluk vinden en pijn vermijden.
Utilisme:
- Consequentialisme vertalen naar maatschappelijk niveau is utilitanisme.
- Goed als ze de meeste maatschappelijk nut opleveren.
- Collaterol damage (offer)
- Jeremy Bentham: als we het maatschappelijk nut kunnen bepalen doen we dat door het
maximalisatieprincipe
- Waarde: kan je alles in waarde uitdrukken? (is een mensenleven meer waard dan dat van
een bijna uitgestorven aap)
- Tirannie van de meerderheid: als de meerderheid spreek moeten we dat dan ook doen?
- Bewijslast: ligt altijd in de toekomst.
Maximalisatieprincipe: de handeling is goed als dat zo veel mogelijk voordeel oplevert voor zo veel
mogelijk mensen en zo min mogelijk pijn voor zo min mogelijk mensen.
Jeremy Bentham: ethiek gaat over het vinden van win-win situaties. (Gevangen niet laten wegrotten
in een cel, maar heropvoeden en ze dan laten werken dat is beter voor de maatschappij).
Autogordel dient het meerderheidsbelang. Maar er is een grens waarbij de overheid mag bepalen of
je dingen wel of niet doet. Jouw vrijheid om zelf te bepalen wat wel of niet goed is voor jezelf, zolang
je iemand anders niet kwets of schaadt (drinken, roken). Kan inbreken op zelfbeschikking
John steward mill: het schadebeginsel. Bescherming tegen de tirannie van de meerderheid dat
ingaat tegen de individuele vrijheid. Je mag alleen dit interveniëren in de vrijheid van iemand anders
op het moment dat die persoon schade toebrengt. De vrijheid van jouw als persoon eindigt waar de
vrijheid van een ander persoon begint. Dan komt het punt dat de overheid moet ingrijpen.
College 3: Wetten en plichten: principes van de rechtstaat, H3
,Recapitulatie: belangrijkste les 2
- Normatieve theorie: het consequentialisme
- De consequentialistisch verdediging van waarden.
- Normatieve theorie: het utilisme
- Het maatschappelijke belang
- Jeremy Bentham en het panopticum
- Bezwaren tegen het utilisme:
1. Tirannie van de meerderheid
2. Selectief omgaan met de bewijslast
3. Hoe kan de waarde van iets uitgedrukt worden?
- Schadebeginsel
Wat je moet weten:
- Normatieve theorie: plichtethiek
- Het mensbeeld van kant: autonomie
- De categorische imperatief
1. De beredeneerde universele plicht
2. Het eerbiedigen van de menselijkheid
- Kant als ethische basis voor de rechtstaat
- Bezwaren tegen kant
1. Rechtlijnige morele posities
Utilisme: het eigen belang telt het eerste.
Alteralisme: naastenliefde
Hieronder is de uitwerking van het stukje wat je moet weten:
Plichtethiek: hebben meer hoop dat wij in staat zijn om redelijk/eerlijk te handelen. De kroon op de
schepping, door vrije wil en vrij oordeelsvermogen.
- Praktische reden: non-contradictie: we kunnen niet alleen denken uit onze eigen belangen,
maar zelf principes redeneren. Als andere zich eraan moeten houden dat jij je er dan zelf ook
aan houdt. Er is een principe waaraan we ons zou willen houden.
- Autonomie: komt van het griekse woord auton zelf en nomos wet. Je bent zelf
wetgevend. Je maakt zelf de wetten waarnaar jij zou willen leven. Dit kan door de vrije wil en
vrij oordeelsvermogen. Daardoor kunnen wij zelf principes bepalen waarvoor wij staan. Deze
ontstaan niet door papa en mama of door de bijbel. Deze ontstaan uitsluitend omdat wij ze
zelf kunnen beredeneren. Hoe kan je beredeneren: door de categorische imperatief toe te
passen. Handel alleen volgens dat principe waarvan je kan willen dat het een universele wet
is (deze definitie letterlijk uit je hoofd weten). Daad bij het woord voegen is belangrijk voor
plichtethische mensen. Omdat het eerrationeel is om een belofte te verbreken. Het is een
principe. Door autonomisch denken hebben we dingen vastgelegd in mensenrechten.
- Kant zegt dat oordeelsvermogen is bepalend voor jou zelf. Dat hebben wij mensen. We zijn in
staat in autonome keuzes. Autonomie is iets individueel, los van alle mensen (staat, ouders)
je eigen principes ontwerpt. Als je dit in de wereld hoog wil houden moet je altijd het
, vermogen en beoordelen van mensen nooit mag beknoppen. Vrijheid van meningsuiting is
heilig voor kant.
- Voorbeeld van
Maatschappelijk nut:
- Is onze vrijheid tot een keuze tussen plezier en pijn
- Zijn overwegingen slechts tijdelijk en situatie gebonden
- Zijn sommige beslissingen waardevol in zichzelf
1. Contrast 1 (moraal): plicht versus drang
2. Contrast 2 (vrijheid): autonomie versus heteronomie
3. Contrast 3 (ratio): categorische versus hypothetische overwegingen
Wat is de zetel van de moraal?
Kans opvatting over de vrije mens:
Wat betekent de rede volgens kant: belangrijk