Theoretisch kader
Dit plan van aanpak gebruik ik als ik gesprekken ga voeren met patiënten waarbij
ik hen ondersteun bij hun zelfmanagement en ik ondersteun ze bij de
gezamenlijke besluitvorming. Gezamenlijke besluitvorming is een proces waarin
ik (de zorgverlener) en de patiënt samen beslissen hoe we een
gezondheidsprobleem gaan aanpakken (Zelfzorg ondersteunt, 2017).
Zelfmanagement is dat de patiënt zelf mee mag bepalen over de behandelingen.
Bijv. over onderzoeken of over de verandering van de levensstijl v.d. patiënt
(Vilans, z.d.). Het belang van deze gesprekken is dat de zorgvrager een stapje
verder komt of zelfs al een beslissing kan nemen over de dilemma’s waar ze mee
zitten in overleg met de verpleegkundige. Doordat wij als verpleegkundige de
voor en nadelen benoemen met de toepasselijke informatie wordt het voor de
patiënt makkelijker om keuzes te maken, de patiënt kan ook zijn/ haar mening
geven en wij als verpleegkundige kunnen hier op reageren. De uiteindelijke
keuzes besluit je dus samen. Het effect van gezamenlijke besluitvorming is dus
dat beide partijen (de zorgverlener en zorgvrager) het eens worden over de
keuzes . De structuur en vaardigheden die hiervoor nodig zijn staan in dit
plan van aanpak. Hieronder staat theorie die handig is om te weten bij het
voeren van een gesprek dat gaat over gezamenlijke besluitvorming.
Het ASE-model
Attitude> Hoe kijkt de patiënt tegen de situatie aan, wat ervaren zij precies
als probleem/hoe belangrijk vinden zij het probleem/hoe kijken ze naar de
oplossingen?
Sociale invloed> hoeveel waarde hecht de patiënt aan de mening/
verwachtingen van hun omgeving /vrienden /familie? Ervaren ze juist veel
steun of juist belemmering. Emotionele steun helpt mensen met het
aanpakken van een probleem en praktische steun kan de draagkracht v.d.
patiënt vergroten denk aan boodschappen doen etc.
Eigen effectiviteit> zelfvertrouwen, hoeveel vertrouwen heeft de patiënt in
eigen kunnen. De verwachting dat het zal lukken ontstaat meestal in ervaring.
Als iets de vorige keer al was gelukt moet het nu weer lukken. Attributie> het
gedrag van jezelf en van anderen verklaren door gelukte en mislukte
pogingen/ het gevoel hebben dat je er invloed op hebt.
Er kunnen ook barrières zijn waardoor het veranderen van gedrag lastiger
wordt zoals bijv. is er genoeg geld voor etc.
Coping> het is wat mensen in een stressvolle situatie doen. Je hebt 2
soorten coping, probleemgerichte en emotionele coping. Met
probleemgerichte coping bedoelen we de oorzaken v.d. problemen, dus
de bron van de stress wegnemen. Vb. de situatie veranderen.
En met emotiegerichte coping bedoelen we dat er niet wordt geprobeerd
de situatie te veranderen maar er wordt geprobeerd om er emotioneel
minder last van te hebben.
Het doel van coping is het opnieuw grip krijgen en een nieuw evenwicht te
vinden. Hiervoor zijn verschillende strategieën:
,1. informatie zoeken> dit kan houvast bieden waardoor je beter weet wat
er aan de hand is en wat je eraan kan doen. Dit kan door bijv. op
internet te zoeken of steun zoeken.
2. Ontkennen, vermijden of afstand nemen> dit gebeurt om jezelf te
beschermen tegen angst. Vermijden komt vaak voor, mensen bidden/
hopen op een wonder etc. ook kan iemand stress vermijden door
alcohol of drugs. Dit is uiteraard slecht voor je.
3. Steun zoeken bij andere> het kan je gevoel van
schaamte/eenzaamheid verminderen.
4. Berusten en aanvaarden> het is niet anders we moeten het er mee
doen, met deze gedachten aanvaarden mensen de situatie.
5. Humor, zelfinstructie en positief denken> mensen proberen zo hun
situatie in de positieve richting te sturen. Met zelfinstructie helpen
mensen zichzelf met aanwijzingen geven zoals stop nu met nare dingen
te denken.
, Kale plan van aanpak
Voorbereiding
• Vorige taken wegleggen
• Richten op nieuwe zorgvrager
• Ruimte inrichten / privacy / veilige ruimte
• Inlezen dossier
• Nagaan of je de aangewezen persoon bent voor het gesprek
• Voorlopig doel en aanpak formuleren voor jezelf
Inleiding
Contact maken
• Voorstellen; voornaam, achternaam en functie
• Naam van de zorgvrager checken
• Aanleiding bespreken
• Samenwerkingsrelatie opbouwen
• Doel van het gesprek samen opstellen/ Agenda opstellen
Kern
De kwestie bespreken
• Inventariseren behoeften, emoties, zienswijzen, ervaringskennis
• Erkenning geven/ Aansluiten bij belevingen van patiënt
• ASE-model
• Manier van omgaan/aanpak, coping stijl
• Attributie (zoeken naar oorzaken)
• (Ir)reële gedachten, denkpatronen bespreken
• ABCDE model
• Motiverende gespreksvoering
• Hardop nadenken en de patiënt erbij betrekken
De mogelijkheden bespreken
• Mogelijke keuzes op een rijtje zetten
• ASE-model
• Vragen of er behoefte bestaat aan informatie over andere mogelijke opties,
suggesties doen
De voor- en nadelen bespreken
• Voors- en tegens bespreken
• Voor- en nadelenbalans maken
• Keuzehulp gebruiken
• Afweging laten maken van verschillende mogelijkheden
• De beslissing nemen
• Terugkijken
Afronding
• Aangeven dat einde gesprek nadert
• Slotsamenvatting
• Prangende vragen
• Vangnet bieden
• Doel behaald