Redoxreactie = elektronen die zich van het ene naar het andere deeltje verplaatsen (bijvoorbeeld bij
roesten)
Edelgasconfiguratie: metaalatomen doen dit door hun valentie-elektronen af te staan waardoor een
positief geladen metaalion ontstaat -> atoom is stabiel
Reductor = deeltje dat elektronen kan afstaan
Oxidator = deeltje dat elektronen kan opnemen (halogenen, groep 17)
- Elektronen van een reductor worden overgedragen op een oxidator
- In de reactievergelijking zijn er deeltjes die van lading veranderen
- Cu2+ -> Cu = 2 elektronen zijn opgenomen = oxidator
- Zn -> Zn2+ = 2 elektronen zijn afgestaan = reductor
Geconjugeerde reductor = wanneer een deeltje als een oxidator reageert, ontstaat er een deeltje dat
als een reductor kan reageren
- K+ + e- -> K (K+ = oxidator)
- K -> K+ + e- (K = reductor)
- Redoxkoppel = paar van oxidator en bijbehorende reductor
Onedele metalen = sterke reductoren, want ze reageren makkelijk met water/lucht (Na, Ca2+) (alkali-
en aardalkalimetalen, groep 1+2)
Edelmetalen = zwakke reductoren die een heel sterke oxidator nodig hebben
- De ionen ervan zijn sterke oxidatoren
- Een sterke oxidator heeft een zwakke geconjugeerde reductor
- Een zwakke oxidator heeft een sterke geconjugeerde reductor
Oxidator
x + e- -> x-
x+ + e- -> x
Reductor
x- -> x + e-
x -> x+ + e-
, 9.2 Redoxreacties
Redoxreactie
1) Halfreactie van oxidator: opname van elektronen
2) Halfreactie van reductor: afstaan van elektronen
- Het aantal elektronen dat wordt opgenomen moet gelijk zijn aan het aantal elektronen die
worden afgestaan
- Binas 48: bovenaan staan de sterkste oxidatoren
onderaan staan de sterkste reductoren
geen toestandsaanduiding -> aq
concentratie van 1,00 M
Standaardelektrodepotentiaal = sterkte an oxidator en reductor, U0
- Hoog -> oxidator sterk
- Laag -> reductor sterk en kan makkelijk reageren met zuurstof
- Geeft de theoretische spanningsverschil aan tussen de twee oplossingen of stoffen
deltaU = Uox - Ured
- deltaU < -0,3 -> geen reactie
- -0,3 < deltaU < 0,3 -> evenwichtsreactie
- deltaU > 0,3 -> aflopende reactie waarbij de reactie spontaan verloopt
Opstellen van redoxreactie
1) Deeltjesinventarisatie
2) Sterkste oxidator, sterkste reductor en U0 noteren
3) Noteer de halfreacties: 1) ox, (2) red: neutraal milieu -> geen H+ in halfreacties
4) deltaU = Uox - Ured -> geef de soort reactie aan
5) Aantal elektronen gelijkstellen
6) Noteer de totaalreactie
Corrosie = verweren van de materialen door chemische reactie
- Metaal: redoxreactie
Roesten = aantasten van ijzer door water en zuurstof
- Groot volume -> blaasjes op het materiaal -> extra water: vastgehouden -> bevordert
roestvorming
- Zuur/zout versnelt de roestvorming
- Mengsel van gehydrateerd ijzeroxide en ijzerhydroxide
- Vorm van corroderen