13.1 Analyse en onderzoek
Kwalitatieve analyse = analysetechniek gericht op het identificeren van stoffen
- Gebruik van reagentia (om water aan te tonen)
Kwantitatieve analyse = analysetechniek gericht op het nauwkeurig meten van de hoeveelheid
aanwezige stof
- Titratie
Scheidingsmethoden
Hoe zuiverder de stof moet zijn, hoe hoger de kosten
1) Indampen = oplosmiddel laten verdampen waardoor de opgeloste bestanddelen in vaste fase
achterblijven
- Gebruikt bij opgeloste bestanddelen in vloeibaar mengsel
- Verschil in kookpunt tussen de te scheiden bestanddelen is bij indampen groot
2) Destilleren = vloeistoffen scheiden op basis van verschil in kookpunt
- Kan worden gescehiden bij een klein verschil in kookpunten
- Destillaat = vloeistof met laagste kookpunt kan worden afgescheiden en opgevangen
- Residu = overblijfselen
- Mengselen van gassen kunnen worden gedestilleerd: hierbij moet er eerst worden gekoeld
om de gassen in vloeibare fase te krijgen
3) Bezinken = als in een watermonster de onopgeloste deeltjes een hogere dichtheid hebben dan
water, zakken ze (na enige tijd) naar beneden
- Wordt gebruikt bij grote hoeveelheden die verwerkt moeten worden
4) Centrifugeren = bij een sneldraaiende beweging wordt de stof met de grootste dichtheid naar
buiten geslingerd
5) Filtreren = onopgeloste deeltjes vaste stof blijven achter in de filter, terwijl vloeistof (opgeloste
stoffen) het filter passeren en in het filtraat terechtkomen
- Ultrafiltratie = filtratiemethode waarbij een vloeistof onder druk door een semipermeabel
membraan wordt geperst (nanometers hebben zeer kleine poriën): maakt mogelijk dat
alleen zuiver water overblijft
6) Extraheren = scheidingsmethode die berust op het verschil in oplosbaarheid tussen stoffen
7) Wassen = het scheiden van gasmengsels doordat bepaalde gassen oplossen in een specifiek
oplosmiddel
8) Adsorberen = scheidingsmethode die berust op het verschil in interactie tussen verschillende
stoffen (verschil in aanhechtingsvermogen)
- Microniveau: deeltjes oefenen vanderwaalskracht uit op moleculen, waarbij de kracht niet
voor elke molecuul even groot is -> stoffen kunnen specifiek uit een oplossing/gasmonster
worden verwijderd
Reagens = stof die een selectieve, waarneembare reactie aangaat met een andere stof waardoor de
aanwezigheid van die stof zichtbaar wordt gemaakt
, Reagens Aangetoonde Waarneming Onderzoeken
stof 1) Onafhankelijke variabele = grootheid die je
Joodwater Zwaveldioxide Ontkleuring
varieert
Zetmeel Blauw-zwartkleuring 2) Afhankelijke variabele = hetgeen dat je meet
3) Controlevariabelen = alle overige factoren
Kalkwater Koolstofdioxide Troebeling
Witte suspensie die je constant houdt
Wit kopersulfaat Water Blauwkleuring
Kwalitatieve analyse = analysetechniek gericht op het identificeren van stoffen
- Gebruik van reagentia (om water aan te tonen)
Kwantitatieve analyse = analysetechniek gericht op het nauwkeurig meten van de hoeveelheid
aanwezige stof
- Titratie
Scheidingsmethoden
Hoe zuiverder de stof moet zijn, hoe hoger de kosten
1) Indampen = oplosmiddel laten verdampen waardoor de opgeloste bestanddelen in vaste fase
achterblijven
- Gebruikt bij opgeloste bestanddelen in vloeibaar mengsel
- Verschil in kookpunt tussen de te scheiden bestanddelen is bij indampen groot
2) Destilleren = vloeistoffen scheiden op basis van verschil in kookpunt
- Kan worden gescehiden bij een klein verschil in kookpunten
- Destillaat = vloeistof met laagste kookpunt kan worden afgescheiden en opgevangen
- Residu = overblijfselen
- Mengselen van gassen kunnen worden gedestilleerd: hierbij moet er eerst worden gekoeld
om de gassen in vloeibare fase te krijgen
3) Bezinken = als in een watermonster de onopgeloste deeltjes een hogere dichtheid hebben dan
water, zakken ze (na enige tijd) naar beneden
- Wordt gebruikt bij grote hoeveelheden die verwerkt moeten worden
4) Centrifugeren = bij een sneldraaiende beweging wordt de stof met de grootste dichtheid naar
buiten geslingerd
5) Filtreren = onopgeloste deeltjes vaste stof blijven achter in de filter, terwijl vloeistof (opgeloste
stoffen) het filter passeren en in het filtraat terechtkomen
- Ultrafiltratie = filtratiemethode waarbij een vloeistof onder druk door een semipermeabel
membraan wordt geperst (nanometers hebben zeer kleine poriën): maakt mogelijk dat
alleen zuiver water overblijft
6) Extraheren = scheidingsmethode die berust op het verschil in oplosbaarheid tussen stoffen
7) Wassen = het scheiden van gasmengsels doordat bepaalde gassen oplossen in een specifiek
oplosmiddel
8) Adsorberen = scheidingsmethode die berust op het verschil in interactie tussen verschillende
stoffen (verschil in aanhechtingsvermogen)
- Microniveau: deeltjes oefenen vanderwaalskracht uit op moleculen, waarbij de kracht niet
voor elke molecuul even groot is -> stoffen kunnen specifiek uit een oplossing/gasmonster
worden verwijderd
Reagens = stof die een selectieve, waarneembare reactie aangaat met een andere stof waardoor de
aanwezigheid van die stof zichtbaar wordt gemaakt
, Reagens Aangetoonde Waarneming Onderzoeken
stof 1) Onafhankelijke variabele = grootheid die je
Joodwater Zwaveldioxide Ontkleuring
varieert
Zetmeel Blauw-zwartkleuring 2) Afhankelijke variabele = hetgeen dat je meet
3) Controlevariabelen = alle overige factoren
Kalkwater Koolstofdioxide Troebeling
Witte suspensie die je constant houdt
Wit kopersulfaat Water Blauwkleuring
