College aantekeningen Burgerlijk Recht

Inleiding

Wetboeken Burgerlijk Wetboek

Boek 1: Personen- en familierecht

Boek 2: Rechtspersonen

Boek 3: Vermogensrecht in het algemeen

Boek 4: Erfrecht

Boek 5: Zakelijke rechten

Boek 6: Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht

Boek 7: Bijzondere overeenkomsten

Boek 7A: Bijzondere overeenkomsten; vervolg

Boek 8: Verkeersmiddelen en vervoer

Boek 10: Internationaal privaatrecht



Het burgerlijk wetboek heeft een gelaagde structuur. Dit betekent dat er
een boek is met algemene regels en vervolgens een boek is met
bijzondere regels. Dit kan doorgaan tot in de verschillende lidden van de
wetsartikelen.



Verbintenissenrecht

Verbintenissenrecht = privaatrecht

Privaatrecht = personenrecht + vermogensrecht

Personenrecht = personen- en familierecht + rechtspersonenrecht

Vermogensrecht = goederenrecht + verbintenissenrecht



Verbintenis = een juridische relatie tussen twee (of meer) partijen, waarbij
de ene partij verplicht is tot een op geld waardeerbare prestatie waarop de
andere partij recht heeft.



Kan ontstaan uit de wet of uit overeenkomst



Ove

,Begrippen:

 Prestaties = ontstaande verplichtingen

 Prestatie = object van de verbintenis (doen of nalaten)

 Rechtssubjecten = dragers van rechten en plichten

 Schuldeiser (crediteur)

 Schuldenaar (debiteur)



Ontstaan via:

 Overeenkomst (aanbod en aanvaarding)

 Wet (zonder overeenkomst ontstaat er iets)

 Onverschuldigde betaling = zomaar krijg je iets

 Ongerechtvaardigde verrijking = rente

 Zaakwaarneming = zelf anticiperen voor een ander



Beginselen van privaatrecht

 Contractsvrijheid en vormvrijheid

 Pacta sunt servanda = overeenkomst nakomen

 Redelijkheid (verstand) en billijkheid (gevoel)

 Bijzonder gaat voor algemeen




Wilsontbreken/wilsgebreken en vernietigbaarheid en
nietigbaarheid



Wilsontbreken:

 Op het rechtsgevolg gerichte wil en en overeenstemmende
verklaring.

,  Geestelijke stoornis



Ontstaan Rechtshandeling

 Ontstaan rechtshandeling

o Een rechtshandeling is een juridische handeling die je verricht
met een beoogd rechtsgevolg.

o Deze ontstaat door wil en verklaring op het beoogd
rechtsgevolg. (Artikel 3:33 BW)

o Een verbintenis is dat wat er tussen partijen is, als er aanbod
en aanvaarding is

o Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en
aanvaarding. De rechten en plichten die dan ontstaan zijn
verbintenissen. Een overeenkomst en een verbintenis is dus
niet hetzelfde, maar hebben wel met elkaar te maken (Artikel
6:217 BW)

 Wilsontbreken

o Het is mogelijk dat door een fout, bijvoorbeeld een type-foutje,
er wel een verklaring is, maar een niet met de verklaring
overeenstemmende wil. De wil ontbreekt in zo'n geval.

o Er is dan geen overeenkomst op basis van artikel 3:33 BW. Er
is dan sprake van een wilsontbreken.

o Als een tegenpartij hierop vertrouwt en hij heeft geen reden
tot het vermoeden dat er iets mis is met de verklaring is dat
vertrouwen gerechtvaardigd. Is dat niet het geval, is het
vertrouwen niet gerechtvaardigd.

 Gerechtvaardigd vertrouwen (artikel 3:35 BW)

o Beschermen van degene die op de verklaring ingaat.

o Ook als dit gaat om een verklaring onder invloed van een
geestelijke stoornis.

 BV: 10% is best redelijk, maar 90% is wel vreemd.

 BV: een consument kan ervanuit gaan als er niks op het
kaartje staat dat het om een prijs inclusief btw gaat.



Geestelijke stoornis (3:34 BW)