Vezel- en textielonderzoek
Vezels dienen als bewijs en spelen een rol in de bewijsvoeringsfase. Ze zijn niet onderscheidend
genoeg om te gebruiken tijdens de opsporingsfase (altijd vergelijkend onderzoek).
Proces
Tijdens het proces moet er niet te veel achtergrondinformatie worden verkregen, anders is het
onderzoek niet meer objectief (bias voorkomen). Ook moet er voor de analyse rekening worden
gehouden met welke vraag er is gesteld en of er nog meer onderzoeken moeten worden uitgevoerd,
zoals DNA-onderzoek (prioritering sporen).
Vezels als bewijs
Op de plaats delict
• Bewustwording wat kan ik met vezels?
• Wat wil ik ermee? wat wil je aantonen?
• Denken in scenario’s waar verwacht je vezels aan te treffen?
• Welke actie? (hoe) stel ik de vezels veilig?
Rekening houden met:
• Aanwezigheid andere sporen (bijv. DNA/vingersporen)
• Is mijn gekozen methode destructief voor andere sporen?
• Volgorde onderzoek
• Contaminatie en verlies van sporen (bijv. katoenen swab contaminatie)
Voorkomen vezels
• Individuele componenten waar textiel van is gemaakt (kleding, interieurtextiel, technisch
textiel (bijv. autobekleding en touw))
• Textiel is een massaproduct en bevindt zich overal om ons heen (=nadeel)
• Een van de meest voorkomende contactsporen
• Locard’s principle: ‘Every contact leaves a trace’
• Microspoor (bijna niet zichtbaar met het blote oog)
• Overvallen, aanranding/verkrachting, levensdelicten
en verkeersongevallen
• Contact tussen een textiel en: persoon, object,
locatie
,Type vraagstellingen
• Zijn er vezelsporen aanwezig op het kledingstuk van het slachtoffer? (Overbodige vraag ja)
• Zijn er aanwijzingen dat een deel van de kledingstukken van de verdachte de bron is van
vezelsporen, veiliggesteld vanaf het kledingstuk van het slachtoffer? Zo ja, welke?
• Zijn er beschadigingen in de kleding van het slachtoffer aanwezig? Wat is de aard van de
beschadigingen?
• Is het slachtoffer gestoken met het mes dat is aangetroffen op de PD?
Wat kun je met vezels als bewijs?
Je kunt ermee kijken op:
• Bronniveau wat is de bron van de vezelsporen?
• Activiteitenniveau hoe en wanneer zijn de vezels overgedragen?
Veiligstellen op de PD, onderzoeken op het lab (NFI). Dit geldt voor alle microsporen (glas, verf,
schotresten, haren). Afplakken en tapen op de PD wordt alleen gedaan bij hele grote voorwerpen die
niet naar het NFI kunnen worden gestuurd.
Kracht van vezels als bewijs ze dragen makkelijk over.
Keerzijde textiel is een massaproduct, dus vezels zijn niet uniek
Type vezels
Er zijn natuurlijke vezels en synthetische vezels.
Natuurlijke vezels zijn makkelijk te kleuren. De
eigenschappen van synthetische vezels kunnen
makkelijk aangepast worden (gilmmend/mat).
Ook zijn natuurlijke vezels kort, terwijl synthetische
vezels heel lang gemaakt kunnen worden.
,Katoen (cellulose)
• Natuurproduct spiraalvormige vezels (wikkelend)
• Lengte katoenvezel 2-3 cm
• Vochtabsorberend
• Weinig onderscheidend, tenzij geverfd
o Wordt niet als bewijsmateriaal gezien, maar de kleurstof kan wel als bewijsmateriaal
dienen
Polyester/ polyamide (nylon)
• Kunstvezels gemaakt van polymeren
• Goedkoop
• Homogeen uiterlijk
• Doorsnede kan karakteristieke vorm hebben
• Mattering
• Hogere discriminerende waarde dan katoen
Draad/ koord
Twee type vezels:
• Stapelvezel spinnen
• Filamentvezel wikkelen
Resultaat is een enkele draad. Draden worden getwist voor meer sterkte.
Er zijn twee verschillende twists.
Een soort textiel is gemaakt uit één twist (S-twist of Z-twist)
Textiel
Drie verschillende soorten textiel:
• Weefsel types: plat, satijn, etc. (verschil in dichtheid)
• Breisel type steek, richting, dichtheid
• Vlies (non-woven) vilt, vlieseline (type binding)
Veiligstellen
• Kwetsbaar spoor manipulatie en contaminatie voorkomen
• Sporendragers bekijken met het blote oog, vergrootglas
• Bekijken met een lichtbron (bijv. zaklamp, polilight, crimescope)
• Zichtbare vezels (pluisjes) veiligstellen met een pincet, correct verpakken!
• Afplakken met transparante tape
• Bij voorkeur: hele sporendrager opsturen naar het NFI
• Ook referentiemateriaal in beslag nemen of verzamelen: kleding verdachte of slachtoffer of
andere potentiele vezelbron
Contaminatie-preventie
(Kleding van) slachtoffers en verdachten moeten altijd gescheiden blijven:
• Niet vervoeren in hetzelfde voertuig
• Niet op eenzelfde stoel laten plaatsnemen
• Elk persoon bezig met onderzoek op de PD of aan het slo kan geen contact hebben met de
verdachte(n)!
• Kleding apart verpakken
• Kleding in aparte ruimtes onderzoeken
, Veiligstellen op de PD (afplakken)
• Foto SvO
• ‘Grotere’ microsporen, zoals haren, glas, verf en botanisch materiaal eerst afnemen (pincet)
• Materialen om af te plakken klaarleggen (afplakfolies, transparante schutbladen, stift,
envelop)
• Schutblad afplakfolie verwijderen
• Folie op object aanbrengen en aandrukken
• Folie loshalen en systematisch gehele oppervlak bemonsteren
• Werk in zones of 1-op-1 (duid deze aan in je notities eenduidige nummering)
• Folie plakken op transparant schutblad
• Bij verlies kleefkracht: nieuwe folie gebruiken
• Schutbladen in envelop doen, waarmerken en verzegelen
Afplakken
Manieren om af te plakken:
• Zonaal tapen
• Semi 1-op-1 tapen
• 1-op-1 tapen
Voor- en nadelen:
• Zonaal tapen is snel maar geeft geen
precieze info over locatie
• Zonaal tapen kan leiden tot veel vezels
op een tape
• Semi 1-op-1 tapen is de middenweg
(sneller en enige info over locatie)
• 1-op-1 tapen is arbeidsintensief en niet
altijd nodig
Tape scannen
Zoeken naar vreemde vezels
• Tapes onderzoeken op de aanwezigheid van vezels anders dan het kleur/type vezel waar het
SvO (sporendrager) van gemaakt is
• Slim zoeken naar targetvezels
Hoe? Microscopie
Onder de microscoop (stereomicroscoop/binoculair 40x):
• Scannen
• Targetvezels herkennen (op basis van referentiemateriaal en te onderscheiden van
achtergrond)
• Deze vezels markeren met stift en tellen (fibre mapping/raster) extrapoleren kan
• Selectie van deze vezels worden gebruikt voor vervolganalyse(s)
• Prepareren van de geselecteerde vezelsporen
Veiligstellen vanaf lichaam
Wurging/ smoren mogelijke vezelsporen rond hals of in het gelaat afname vezels vanaf huid
met tape. Soms ook vezels in de mond, neus en luchtpijp.
Losse lichaamsdelen mogelijke vezelsporen in klievingsvlak (hoge bewijswaarde). Veiligstellen met
pincet en vergrootglas (in gripzakje of envelop).