Extra bij “het cultuurmodel van Geert Hofstede”
1. Individualisme en collectivisme
Individualistische maatschappij Collectivistische maatschappij
- Ik-georiënteerd - Wij-georiënteerd
- Losse onderlinge banden - Kinderen groeien op in grote gezinnen
- Zorg voor jezelf en je naaste familie - Streven naar harmonie met de mensen
- Minder regelmatig contact met familie waarmee je leeft, werkt en studeert
- Eerder op jezelf aangewezen - De ‘groep’ bestaat uit al je sociale
- Onafhankelijk worden als doel netwerken en de groep heeft macht over
- Ondernemingszin en zelfstandig zijn het individu + eigen verantwoordelijkheid
worden aangemoedigd binnen de groep
- Eigen mening is belangrijk - Eigen mening is minder belangrijk dan
harmonie
- Ondernemingszin wordt niet echt
aangemoedigd
België:
- Scoort hoog
- Belgen hebben een voorkeur voor individuele en privé- meningen, voor zichzelf en hun naaste
familie zorgen in plaats van bij een groep te horen
2. Machtsafstand
Hoge machtsafstand Lage machtsafstand
- Je aanvaardt dat superieuren meer macht - Weinig hiërarchie
hebben - Je mening wordt gewaardeerd
- Je gaat niet in discussie - Op school mag je het woord nemen zonder
- Titels, posities en status zijn zeer belangrijk toestemming
- Je mag je mening geven, maar op een - Op je werk mag je zelf initiatief nemen
respectvolle en indirecte manier
België:
- Scoort relatief laag
- Samenleving waarin ongelijkheden worden aanvaard
- Hiërarchie is nodig + meerderen kunnen privileges hebben en zijn vaak ontoegankelijk
3. Onzekerheidsvermijding
Sterke onzekerheidsvermijding Zwakke onzekerheidsvermijding
- Er zijn strakke regels over wat mag en niet - Onzekerheid is heel gewoon
mag, wat vies is en wat proper is - Er zijn regels, maar enkel de strikt
- Onzekerheid is een bedreiging en creëert noodzakelijke
angst en stress - Er is meer ruimte voor creativiteit en
- Veiligheid en zekerheid zijn interpretatie
motivatiefactoren - Verandering van werkgever is normaal
- Op het werk zijn regels, precisie, detail en - Prestatie, waardering en ruimte voor
formalisering belangrijk sociale behoeften en persoonlijke
- Loyaliteit is vaak hoog want mensen ontwikkeling zijn motivatiefactoren
werken lang(er) voor eenzelfde baas - Er is hoge tolerantie ten opzichte van
1. Individualisme en collectivisme
Individualistische maatschappij Collectivistische maatschappij
- Ik-georiënteerd - Wij-georiënteerd
- Losse onderlinge banden - Kinderen groeien op in grote gezinnen
- Zorg voor jezelf en je naaste familie - Streven naar harmonie met de mensen
- Minder regelmatig contact met familie waarmee je leeft, werkt en studeert
- Eerder op jezelf aangewezen - De ‘groep’ bestaat uit al je sociale
- Onafhankelijk worden als doel netwerken en de groep heeft macht over
- Ondernemingszin en zelfstandig zijn het individu + eigen verantwoordelijkheid
worden aangemoedigd binnen de groep
- Eigen mening is belangrijk - Eigen mening is minder belangrijk dan
harmonie
- Ondernemingszin wordt niet echt
aangemoedigd
België:
- Scoort hoog
- Belgen hebben een voorkeur voor individuele en privé- meningen, voor zichzelf en hun naaste
familie zorgen in plaats van bij een groep te horen
2. Machtsafstand
Hoge machtsafstand Lage machtsafstand
- Je aanvaardt dat superieuren meer macht - Weinig hiërarchie
hebben - Je mening wordt gewaardeerd
- Je gaat niet in discussie - Op school mag je het woord nemen zonder
- Titels, posities en status zijn zeer belangrijk toestemming
- Je mag je mening geven, maar op een - Op je werk mag je zelf initiatief nemen
respectvolle en indirecte manier
België:
- Scoort relatief laag
- Samenleving waarin ongelijkheden worden aanvaard
- Hiërarchie is nodig + meerderen kunnen privileges hebben en zijn vaak ontoegankelijk
3. Onzekerheidsvermijding
Sterke onzekerheidsvermijding Zwakke onzekerheidsvermijding
- Er zijn strakke regels over wat mag en niet - Onzekerheid is heel gewoon
mag, wat vies is en wat proper is - Er zijn regels, maar enkel de strikt
- Onzekerheid is een bedreiging en creëert noodzakelijke
angst en stress - Er is meer ruimte voor creativiteit en
- Veiligheid en zekerheid zijn interpretatie
motivatiefactoren - Verandering van werkgever is normaal
- Op het werk zijn regels, precisie, detail en - Prestatie, waardering en ruimte voor
formalisering belangrijk sociale behoeften en persoonlijke
- Loyaliteit is vaak hoog want mensen ontwikkeling zijn motivatiefactoren
werken lang(er) voor eenzelfde baas - Er is hoge tolerantie ten opzichte van