Jorn Buyle
INLEIDING
In de openingsles introduceert Prof. Dr. Jan De Volder het vak Religie, Zingeving en
Levensbeschouwing (RZL) binnen de context van TEW aan de KU Leuven. De focus ligt op de
relevantie van religie en levensbeschouwing in de hedendaagse, vaak als seculier beschouwde,
samenleving. Belangrijke thema's zoals secularisatie, desecularisatie en hersecularisatie worden
geïntroduceerd naast de geopolitieke invloed van religies.
Interview Ernst van den Hemel (religiewetenschapper)
In het interview met Ernst van den Hemel, religiewetenschapper, staat de huidige staat van religie in
een seculiere samenleving en de relevantie van religieonderwijs centraal. Van den Hemel betoogt dat
religie niet is verdwenen, ondanks de verwachtingen van een seculiere samenleving, en stelt dat kennis
van religie essentieel is voor het begrijpen van culturele en sociale conflicten. Hij bekritiseert het idee
dat religie achterhaald zou zijn en benadrukt de noodzaak van religieonderwijs, vergelijkbaar met
vakken als Engels en wiskunde, om jongeren uit te rusten met een diep begrip van de wereld waarin ze
leven. à zijn argument: 84% van de wereldbevolking is gelovig
De specifieke paragraaf die in de les aan bod kwam, bespreekt de misvattingen over de islam die
veel studenten hebben. Van den Hemel vindt het problematisch dat veel studenten op de universiteit
aankomen met een impliciet beeld van de islam als inherent negatief. Dit toont volgens hem aan
hoezeer het maatschappelijk debat doordrenkt is van een gebrek aan begrip en vooroordelen over
religie. Hij verdedigt het belang van religieonderwijs in scholen als middel om dit soort misvattingen en
het potentiële sociale conflict dat ze kunnen veroorzaken, te voorkomen.
Hij stelt dat religie een significante rol speelt in de huidige eeuw, die zowel identiteit biedt als conflicten
kan veroorzaken. Dit standpunt heeft geleid tot wat hij 'seculiere allergie' noemt, waarbij sommigen
kritiek hebben op het idee van religieonderwijs omdat ze het vergelijken met het onderwijzen van
sprookjes. Van den Hemel countert dit door te benadrukken dat gezien de grote proportie van de
wereldbevolking die religieus is (84%), het negeren van religie in het onderwijs een gemiste kans zou
zijn voor een diepgaand begrip van de samenleving. Hij pleit voor een gelijke behandeling van religies
en voor het omarmen van religie als een verrijkend en essentieel aspect van de maatschappij, zelfs in
een seculiere staat.
Interview Kristien Hemmerechts en Christophe Vekeman
Kristien Hemmerechts en Christophe Vekeman delen hun perspectieven op de hedendaagse
samenleving en de rol van religie daarin. Hemmerechts uit haar bezorgdheid over het toenemende
individualisme, waarbij zelfontplooiing en de presentatie op sociale media de overhand lijken te hebben
boven collectieve waarden en zelfreflectie. Ze is kritisch over de obsessie met fysieke perfectie en de
consumptie gedreven cultuur die mensen aanmoedigt tot een onophoudelijke verbetering van het
uiterlijk, wat vaak ten koste gaat van innerlijk geluk en mentaal welzijn.
Zij stelt vast dat ondanks de vele zelfzorghulpmiddelen mensen niet werkelijk gelukkiger lijken te zijn,
wat zich uit in een wijdverbreide afhankelijkheid van therapie en een gebrek aan veerkracht.
Hemmerechts reflecteert ook op de duistere aspecten van religie, zoals de kruistochten en seksueel
misbruik, maar benadrukt dat de neiging tot macht en geweld universeel menselijk is en niet beperkt
blijft tot religieuze overtuigingen. Ze ziet religie als een krachtig middel voor gemeenschapsvorming die
verder gaat dan de vormen van groepsdruk die in de samenleving kunnen worden gevonden, zoals in
bepaalde sociale bewegingen. Een “wij-tegenover-zij-mentaliteit” is volgens Hemmerechts van natura
aanwezig bij de mens.
,Vekeman bespreekt het misverstand dat het afschaffen van religie zou leiden tot een einde aan oorlog
en geweld, wijzend op historische conflicten die niets met religie te maken hadden zoals WOI en WOII.
Beiden bekritiseren de visie van de samenleving die religie ziet als een verouderd zingevingssysteem,
terwijl het juist de religieuze ongeletterdheid is die leidt tot een verlies aan culturele rijkdom en een
gebrek aan begrip van religieuze taal en symbolen.
Het gesprek eindigt met een reflectie op hun persoonlijke godservaringen. Hemmerechts spreekt over
de troost en het vertrouwen dat ze vindt in haar geloof, terwijl Vekeman de nadruk legt op de zoektocht
naar waarheid en de rijke theologie die voortvloeit uit de tegenstrijdigheden binnen de Bijbel. Beide
auteurs geven aan dat hun geloofsovertuigingen vaak met scepsis worden ontvangen, maar dat er toch
een verlangen bestaat naar authentieke gesprekken en een dieper begrip van religieuze ervaringen in
de samenleving.
Secularisatiethese
Secularisatiethese: stelt dat in moderne, liberale democratieën de invloed van religie afneemt naarmate
de samenleving meer geïndividualiseerd raakt en het wetenschappelijk-seculiere discours aan belang
wint. à we focussen meer op het individu dan de groep en meer op wetenschap, minder op religie
Belang van godsdienst neemt af op twee gebieden:
- Maatschappelijk: door scheiding van kerk en staat hebben religieuze instituten hebben minder vat op het
sociale leven
- Individueel: mensen kiezen vaker hun eigen spirituele pad in plaats van traditionele religieuze regels te volgen
(“geïndividualiseerde zingeving zorgt ervoor dat geïnstitutionaliseerde religie belang verliest”)
Verfijning van het secularisatiedebat
Op de secularisatiethese kwam al snel kritiek à de gang van zaken werd te simpel en te veralgemenend
voorgesteld. Want de godsdienstbeleving veranderde misschien wel, maar het was duidelijk dat
godsdienst niet zomaar verdween uit geavanceerde samenlevingen.
Harvey Cox (Religie in de stad van de mens, 1984): secularisatie leidt tot een persoonlijker geloofsbeleving
buiten traditionele kerken, waarbij religie in stedelijke contexten nog steeds sterk aanwezig is.
José Casanova's (Public Religions in the Modern World, 1994): weerlegt de gedachte dat
modernisering leidt tot minder religieuze invloed in de openbare, publieke sfeer. Hij stelt dat:
- Religie en politiek gescheiden kunnen zijn zonder dat religie aan publiek belang verliest.
- Religie kan zelfs in moderne, individualistische samenlevingen publiek relevant blijven en hoeft niet in
belang af te nemen.
- Het zien van religie als puur privé is problematisch; religie heeft nog steeds een publieke stem en functie.
Kortom, Casanova gelooft dat religie zich aanpast en relevant blijft in het publieke domein, ondanks
secularisatieprocessen.
Charles Taylor (A Secular Age, 2007): Een seculiere staat is nodig om verschillende religies te laten
samenleven. De hoofddoelstelling van een seculiere staat is het bevorderen van wederzijds respect
en gewetensvrijheid, met als belangrijkste middel de scheiding tussen kerk en staat. Dit zorgt ervoor
dat verschillende geloofsovertuigingen naast elkaar kunnen bestaan in een pluralistische samenleving.
Enkele modellen om om te gaan met het secularisatieproces:
- Republikeinse model (laïcité) (bv. Frankrijk): nadruk op middelen. Duidelijke lijn tussen kerk en
staat: religie is iets voor in je privé-omgeving, niet voor in de openbare ruimtes of instellingen.
, - Liberale model (Angelsaksische landen): nadruk op de doelstelling. Er is ook scheiding, maar
ze zijn wat flexibeler en kijken meer naar het einddoel: dat iedereen zichzelf kan zijn en zijn of
haar eigen geloof kan uitoefenen en elkaar respecteert + pragmatische omgang met middelen.
- Belgisch model: mengelmoes, groepen mensen georganiseerd rond hun religie of overtuigingen en
ieder heeft zijn eigen plek (verzuiling). Het is niet zo zwart-wit als in Frankrijk, maar meer een puzzel
van verschillende groepen (liberalen, socialisten, katholieken, …) die samenwerken. Verzuiling =
een seculiere staat die verkaveld is volgens ideologisch-levensbeschouwelijke breuklijnen
Grace Davie: geloof in bepaalde zaken (leven na de dood, ziel, …) in Europa vermindert niet even snel
als de band met kerken en godsdiensten. Dit noemt hij “Believing without belonging”.
"Vicarious religion" beschrijft hoe, ondanks een afnemende band met de kerk, een kleine minderheid
religieuze handelingen blijft uitvoeren in naam van een meerderheid die verwacht dat kerkdiensten,
zoals huwelijken en begrafenissen, publiek beschikbaar blijven (kerk als “public service”).
Paradigmawissel (secularisatie -> desecularisatie) met einde van Koude Oorlog
Na de Koude Oorlog, met gebeurtenissen zoals de Iraanse revolutie (1978), de verkiezing van Paus
Johannes Paulus II, Val van Berlijnse Muur, is er een paradigmawissel in de perceptie van religie.
- Werken zoals die van de Franse politicoloog Gilles Kepel's "La revanche de Dieu" (1991) en
"God is Back" (2009) door John Micklethwait en Adrian Wooldridge tonen een hernieuwde
aandacht voor de rol van religie.
- Ondanks de voortzetting van secularisatie en de opkomst van radicaal atheïsme door figuren
als Richard Dawkins, Christopher Hitchens, en Sam Harris, is er een hernieuwde waardering
voor religie, zelfs onder niet-gelovigen zoals socioloog Alain de Botton (“Religion for Atheists”),
die religie ziet als sociaal nuttig. à Religie is goed voor de sociale cohesie
- Er is een hernieuwde interesse in persoonlijke spiritualiteit en sacraliteit, gecombineerd met
wantrouwen tegen geïnstitutionaliseerde religie, wat een complexe dynamiek in de Westerse
cultuur weergeeft. + globalisatie en migratie à dragen bij aan desecularisatie in seculiere Westen
Desecularisatie
Desecularisatiethese: stelt dat religie wereldwijd niet afneemt maar juist een hernieuwde of toenemende
invloed heeft in moderne samenlevingen. Dit idee gaat in tegen de verwachting dat religie minder
belangrijk wordt met de modernisering.
Evolutie Peter Berger: The Desecularization of the World (1999): was eerst overtuigd van de
secularisatiethese, maar veranderd later van mening. Hij wijt zijn fout aan 2 zaken:
- de West-Europese uitzondering: onderzoekers keken vooral naar (West)-Europa waar
secularisatie aan de gang is, maar eigenlijk een uitzondering is op de rest van de wereld waar
(vooral in de VS in dat tijdperk) desecularisatie aan de gang is.
- de academische bias (confirmation bias): seculiere onderzoekers zien in hun omgeving
allemaal atheïsme en zijn hierdoor gebiased, ze zijn in een soort “bubble” waar ze elkaars
argumenten enkel beargumenteren en sterker maken.
Jürgen Habermas die oorspronkelijk aanhanger was van de secularisatiethese verschuift van een
marxistische kritiek op religie naar een positieve visie op de sociale functie van religie.
- Uit gesprekken met kardinaal Ratzinger in 2004 (= latere Paus Benedictus XVI) ontwikkelt hij
een perspectief dat religieuze argumenten waardeert in publieke debatten, mits ze rationeel
geformuleerd zijn, vooral in formele beslissingen zoals parlementaire discussies.
, Recente trend: hersecularisering (2007-2019)
In een recente analyse van de World Value Survey (2007-2019) met de vraag: “Speelt God een
belangrijke rol in uw leven?” blijkt dat de invloed van religie wereldwijd afneemt, vooral in de Verenigde
Staten, waar de religieuze invloed historisch sterk was. Volgens Ronald F. Inglehart in "Giving up on
God. The Global Decline of Religion" (Foreign Affairs, september 2020) is deze afname in de VS deels
te wijten aan het misbruik van religie in politieke conflicten. Echter, in landen als India, Bulgarije,
Moldavië, Rusland, en Nieuw-Zeeland is religie juist meer prominent geworden.
De ‘clash of civilizations’ (Samuel Huntington)
Samuel Huntington stelde in zijn boek "Clash of Civilizations" uit 1994 voor dat na de Koude Oorlog,
toen de ideologische verschillen tussen Oost en West waren uitgevochten, wereldwijde conflicten
opnieuw vooral worden aangedreven door culturele en religieuze verschillen tussen verschillende
grote wereldbeschavingen. Elk van deze beschavingen is georganiseerd rond een dominante religie
en heeft een leidende nationale macht. Hij bekritiseerde het idee van multiculturalisme omdat elke
samenleving 1 godsdienstige “Leitkultur” moest hebben en betwistte dat westerse waarden
wereldwijd toepasbaar zijn, door te suggereren dat buitenlandse interventies om deze waarden te
verspreiden vaak falen. à Westerse secularisatie niet afdwingen in andere beschavingen.
Hij beschouwt godsdienst als de determinerende factor voor een beschaving. Zo past zijn theorie in de
theorie van de terugkeer van religie (desecularisatie na Koude Oorlog).
De terreuraanslagen van 11 september 2001 worden soms gezien als bewijs dat er een botsing is
tussen de islamitische wereld en het Westen, wat Huntington’s theorie lijkt te ondersteunen.
Heel vaak wanneer er religieus verschil speelde in een gewapend conflict, werd dat voortaan geduid
als de hoofdoorzaak. Tot op vandaag kijken velen wereldwijd door die lens naar gebeurtenissen.
Er is echter veel kritiek op zijn ideeën, zoals:
- Dat hij beschavingen te simpel voorstelt als uniforme blokken, 1 beschaving heeft vaak
meerdere religies en kan niet gekoppeld worden aan 1 dominante religie.
- Hij negeert interne conflicten binnen deze beschavingen (bv. Soennieten vs Sjiieten binnen de Islam).
- Te weinig oog voor andere oorzaken van de conflicten dan religieuze verschillen (economisch,
politiek, etnisch,…)
- Globalisering heeft ook de band tussen cultuur en religie verzwakt, wat leidt tot een proces
waarbij culturele en religieuze invloeden niet meer gebonden zijn aan specifieke plaatsen. Dit
alles suggereert dat de wereld complexer is dan Huntington beschreef.
- Weinig aandacht voor andere uniformiserende processen zoals social media en internet
Secularisatie + globalisering = deterritorialisering
Beschavingen volgens Huntington: