Jagers en boeren tot 300 v chr.
KA 1 de levenswijze van jagers en boeren
In harmonie en het ritme van de natuur, verzamel van planten en jagen, nomadisch bestaan
(rondtrekken), in kleine groepen, grootfamilie = beste jager, ouders = respect, sociale gelijkheid,
man – vrouw, rijk – arm
KA 2 het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
Landbouwrevolutie -neolotische revolutie ( 9000 v chr. )
• Ommekeer in het bestaan van de mensheid
• Middelen van bestaan veranderen
Zelf voedsel verbouwen, dieren worden gedomesticeerd (getemd), sedentaire samenleving-
vaste woonplaats, aarde in cultuur brengen – de aarde word door de mens verandert
Vee leverde meer op dan jagen, landbouw kan meer mensen voeden, nieuwe uitvindingen
zorgden voor een grote oogst.
Snelle bevolkingsgroei, nomadisch naar sedentair, autarkisch naar nijverheid ( mensen werden
een beroep ), stevige huizen, nieuwe werktuigen en uitvindingen, meer bezittingen meer macht,
status verschillen sociale hiërarchie en slaven, leven na de dood-begraafplaatsen
KA 3 het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
3000 v chr. Eerste stedelijke beschavingen, landbouw leverde veel op-niet iedereen hoefde boer
te zijn, schriftcultuur, politieke organisaties onder leiding van priester of godkoningen, kunst en
architectuur, ontstaan van leidinggevende elite, specialisering van de ambachten, slaven, het
werd meer een beschaving.
Grieken en romeinen ongeveer 300 v chr. Tot 500 na chr.
KA 4 Griekse stadstaat
Denken over burgerschap en wetenschap, stadstaten met zelfbestuur, ze deelde cultuur en taal
en samen tegen de barbaren, belangrijke ontwikkelingen in de politiek en wetenschap, kritisch
en zelf nadenken werd belangrijk.
Monarchie – een koning die het koning zijn erft
Aristocratie – uit edelen of adellijke families
Oligarchie – naast edelen ook rijke handelaren
Tiran – een edelman die onwettig het bestuur overneemt
Directe démocratie – burgers kozen GEEN volksvertegenwoordigers, maar mochten stemmen en
spreken in de volksvergadering, alleen oorspronkelijke vrije mannen 507 v chr.
KA 5 de klassieke stijl
Nieuwe wegen in de kunst, zuilen, ideaalbeeld van de mens, literaire werken,
KA 1 de levenswijze van jagers en boeren
In harmonie en het ritme van de natuur, verzamel van planten en jagen, nomadisch bestaan
(rondtrekken), in kleine groepen, grootfamilie = beste jager, ouders = respect, sociale gelijkheid,
man – vrouw, rijk – arm
KA 2 het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
Landbouwrevolutie -neolotische revolutie ( 9000 v chr. )
• Ommekeer in het bestaan van de mensheid
• Middelen van bestaan veranderen
Zelf voedsel verbouwen, dieren worden gedomesticeerd (getemd), sedentaire samenleving-
vaste woonplaats, aarde in cultuur brengen – de aarde word door de mens verandert
Vee leverde meer op dan jagen, landbouw kan meer mensen voeden, nieuwe uitvindingen
zorgden voor een grote oogst.
Snelle bevolkingsgroei, nomadisch naar sedentair, autarkisch naar nijverheid ( mensen werden
een beroep ), stevige huizen, nieuwe werktuigen en uitvindingen, meer bezittingen meer macht,
status verschillen sociale hiërarchie en slaven, leven na de dood-begraafplaatsen
KA 3 het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
3000 v chr. Eerste stedelijke beschavingen, landbouw leverde veel op-niet iedereen hoefde boer
te zijn, schriftcultuur, politieke organisaties onder leiding van priester of godkoningen, kunst en
architectuur, ontstaan van leidinggevende elite, specialisering van de ambachten, slaven, het
werd meer een beschaving.
Grieken en romeinen ongeveer 300 v chr. Tot 500 na chr.
KA 4 Griekse stadstaat
Denken over burgerschap en wetenschap, stadstaten met zelfbestuur, ze deelde cultuur en taal
en samen tegen de barbaren, belangrijke ontwikkelingen in de politiek en wetenschap, kritisch
en zelf nadenken werd belangrijk.
Monarchie – een koning die het koning zijn erft
Aristocratie – uit edelen of adellijke families
Oligarchie – naast edelen ook rijke handelaren
Tiran – een edelman die onwettig het bestuur overneemt
Directe démocratie – burgers kozen GEEN volksvertegenwoordigers, maar mochten stemmen en
spreken in de volksvergadering, alleen oorspronkelijke vrije mannen 507 v chr.
KA 5 de klassieke stijl
Nieuwe wegen in de kunst, zuilen, ideaalbeeld van de mens, literaire werken,