,
, Hindoeïsme
Naam en oorsprong/stichter
Het Hindoeïsme heeft geen stichter. Kent wel heel veel goden en stromingen.
onstaan bij de Indus/Indusdal
Eigen naam: ‘Santana dharma’ = de eeuwige leer.
Offers brengen aan de goden
Ariërs brachten systematisering aan (kastenstelsel) na 2000 v chr.
Brahman is geen persoon! Het Al of het goddelijke, dat alles doorademt.
Atman is je diepste levenskern.
Atman=Brahman (‘tat twam asi, dat zijt gij’)
Samsara = eeuwige rad van wedergeboorte.
Karma = wet van oorzaak en gevolg.
Moksja = verlossing van samsara en karma.
Dharma = orde/bestemming.
Sanskriet is de oude taal van de Indiërs.
Kasten
vijf hoofdkasten (varna’s=kleuren)
Belangrijk om te leven in je eigen varna. Hiervoor word je beloont in het volgende leven.
Brahmaan – geestelijken
Ksatriya – bestuurders
Vaisya – boeren en geschoolde arbeiders
Sjoedra of Dasa – slaven en bedienden
Dalits – onaantastbaren, doen onrein werk
jati = geboorte/subkaste – het beroep uitvoeren van je ouders die in
dezelfde kaste zitten.
Iedere kaste heeft zijn eigen sociale regels of dharma.
Verlossingswegen
- karma-marga – weg van het handelen. Je houden aan je dharma.
- Jnana-marga – weg van het inzicht. Mediteren tot je verlichting bereikt.
- Bhakti-marga – weg van de liefdevolle overgave. Je overgeven aan een
godheid.
Belangrijke goden
- Visjnoe: vriendelijke godheid in acatara’s naar
de aarde komt om mensen te redden en
onderwijzen.
- Sjiva: god van vernietiging (en daarmee van
nieuw leven). Vooral de god van de asceten.
- Brahma: weinig vereerde schepper-God, niet
verwarren met Brahman.
- Trimoerti: de drie-eenheid van Brahma (schepper), Visjnoe (beschermer)
en Sjiva (vernietiger). Samen universele kringloop.
- Lakshmi: eerste vrouw van Visjnoe, verbonden met schoonheid en
voorspoed.
- Durga/Kali: Echtgenote van Sjiva, verbonden met vruchtbaarheid en als
Kali met vernietiging.
, Hindoeïsme
Naam en oorsprong/stichter
Het Hindoeïsme heeft geen stichter. Kent wel heel veel goden en stromingen.
onstaan bij de Indus/Indusdal
Eigen naam: ‘Santana dharma’ = de eeuwige leer.
Offers brengen aan de goden
Ariërs brachten systematisering aan (kastenstelsel) na 2000 v chr.
Brahman is geen persoon! Het Al of het goddelijke, dat alles doorademt.
Atman is je diepste levenskern.
Atman=Brahman (‘tat twam asi, dat zijt gij’)
Samsara = eeuwige rad van wedergeboorte.
Karma = wet van oorzaak en gevolg.
Moksja = verlossing van samsara en karma.
Dharma = orde/bestemming.
Sanskriet is de oude taal van de Indiërs.
Kasten
vijf hoofdkasten (varna’s=kleuren)
Belangrijk om te leven in je eigen varna. Hiervoor word je beloont in het volgende leven.
Brahmaan – geestelijken
Ksatriya – bestuurders
Vaisya – boeren en geschoolde arbeiders
Sjoedra of Dasa – slaven en bedienden
Dalits – onaantastbaren, doen onrein werk
jati = geboorte/subkaste – het beroep uitvoeren van je ouders die in
dezelfde kaste zitten.
Iedere kaste heeft zijn eigen sociale regels of dharma.
Verlossingswegen
- karma-marga – weg van het handelen. Je houden aan je dharma.
- Jnana-marga – weg van het inzicht. Mediteren tot je verlichting bereikt.
- Bhakti-marga – weg van de liefdevolle overgave. Je overgeven aan een
godheid.
Belangrijke goden
- Visjnoe: vriendelijke godheid in acatara’s naar
de aarde komt om mensen te redden en
onderwijzen.
- Sjiva: god van vernietiging (en daarmee van
nieuw leven). Vooral de god van de asceten.
- Brahma: weinig vereerde schepper-God, niet
verwarren met Brahman.
- Trimoerti: de drie-eenheid van Brahma (schepper), Visjnoe (beschermer)
en Sjiva (vernietiger). Samen universele kringloop.
- Lakshmi: eerste vrouw van Visjnoe, verbonden met schoonheid en
voorspoed.
- Durga/Kali: Echtgenote van Sjiva, verbonden met vruchtbaarheid en als
Kali met vernietiging.