Verbintenissenrecht samenvatting
LES 1
volgens art. 6:1 BW kunnen verbintenissen alleen ontstaan als dat uit de wet voortvloeit. Een
verbintenis is een rechtsrelatie tussen twee personen, waarbij de ene partij (schuldenaar/debiteur)
verplicht is om een prestatie te leveren (ook betaling genoemd, niet altijd een geldbedrag!), terwijl de
andere partij (schuldeiser/crediteur) hier recht op heeft. Bij elke verbintenis is er sprake van een
prestatie dit kunnen de volgende dingen zijn:
- Geven: denk aan een koopovereenkomst, een verkoper en koper hebben als rechtsrelatie
met als prestatie iets geven. Bvb verkoper moet laptop aan koper geven
- Doen: denk aan een arbeidsovereenkomst, een werknemer en werkgever hebben als
rechtsrelatie met als prestatie iets doen. Bvb werknemer moet iets doen
- Dulden (toelaten): denk aan een recht van overpad, twee partijen hebben een rechtsrelatie
met als prestatie iets dulden. De eigenaar van een pad dat tussen twee huizen loopt, moet
bvb toelaten dat de buurman zijn pad ook gebruikt
- Nalaten (niet-doen): denk aan een concurrentiebeding, een werknemer en werkgever
hebben een rechtsrelatie met als prestatie iets nalaten. Bvb de werknemer moet nalaten om
aan het einde van zijn dienstverband gedurende twee jaar vergelijkbare werkzaamheden te
verrichten.
Een kenmerk van een verbintenis is dat de nakoming ervan afdwingbaar is dit staat in art. 3:296 lid 1
BW iemand die recht heeft op een prestatie door een ander dit kan afdwingen bij de rechter.
In art. 6:2 lid 1 BW staat dat schuldeiser en schuldenaar verplicht zijn om zich fatsoenlijk te gedragen
volgens de eisen van redelijkheid en billijkheid. Dit zijn ongeschreven normen die mensen redelijk en
rechtvaardig vinden.
Zoals je weet zijn er niet alleen verbintenissen die voortvloeien uit de wet maar ook natuurlijke
verbintenissen art. 6:3 lid 1 BW, hierin staat dat een natuurlijke verbintenis is een rechters niet-
afdwingbare verbintenis. Dit betekend dat je niet naar de rechter kunt en geen recht hebt op het
geld. Deze natuurlijke verbintenis bevat wel een verplichting om iets te geven, doen of na te laten.
Maar als schuldenaar zijn verplichting niet nakomt kan de schuldeiser de nakoming niet afdwingen.
(Geen juridische stappen nemen). De meest voorkomende natuurlijke verbintenis is een verjaarde
rechtsvordering, deze blijft niet eeuwig bestaan, deze verjaart na verloop van tijd art. 3:306-3:310
BW. Als de rechtsvordering is verjaart blijft er een natuurlijke verbintenis over. De schuldeiser heeft
nog steeds recht op nakoming, maar kan dit niet afdwingen.
De belangrijkste bronnen waaruit een verbintenis kan voortkomen:
Overeenkomst: is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij de partijen jegens elkaar een
verbintenis aangaan art. 6:213 lid 1 BW. Uit een overeenkomst volgen een of meerdere
verbintenissen. Bvb als we kijken naar een koopovereenkomst zien we twee verbintenissen:
verbintenis 1 koper is verplicht de koopprijs te betalen en verbintenis 2 verkoper is verplicht
de gekochte zaak te leveren.
Onrechtmatige daad: een onrechtmatige daad is een inbreuk op iemands recht of
doen/nalaten wat in strijd met een wettelijk plicht of in strijd met geldende normen en
, waarden art. 6:162 BW. Wanneer iemand anders daardoor schade lijdt en er is voldaan aan
wettelijke vereisten ontstaat er recht op schadevergoeding.
Andere bronnen:
- Zaakwaarneming: art. 6:198 BW, zonder overeenkomst (rechtsgrond) behartigen van
de belangen van een ander. Bvb iemand die schadebeperkende maatregelen neemt
ingeval van stormschade aan woning van buurman die in buitenland zit.
- Onverschuldigde betaling: art. 6:203 BW, iemand levert een prestatie zonder dat
daarvoor een rechtsgrond bestaat. Bvb je maakt bedrag over naar verkeerde
rekeningnummer.
- Ongerechtvaardigde verrijking: art. 6:212 BW, toename van iemands vermogen,
zonder dat hiervoor een rechtsgrond bestaat. Denk aan de ontvanger van een
onverschuldigde betaling. Degene die als gevolg van een fout een geldbedrag
ontvangt, is hierdoor ongerechtvaardigd verrijkt.
Rechtsfeit: een feit waaraan je een regel van objectief recht een rechtsgevolg aan verbindt (meestal
een verbintenis)
Rechtsfeiten kun je onderverdelen in menselijke handelingen en blote rechtsfeiten (hoef je niks voor
te doen zoals geboorte)
Menselijke handelingen kun je weer onderverdelen in rechtshandelingen (hebben bedoelde
rechtsgevolgen) en feitelijke handelingen (hebben geen bedoelde rechtsgevolgen) deze zorgen beide
voor rechtsgevolgen.
Feitelijke handelingen kun je onderverdelen in onrechtmatige daad (handeling waarbij onrechtmatige
wijze schade wordt toegebracht) en rechtmatige daad.
Pluraliteit van schuldenaren wil zeggen dat er niet een maar twee of meerdere schuldenaren bij een
verbintenis zijn betrokken art. 6:6 lid 1 BW dit wil zeggen als er meerdere schuldenaren zijn die de
prestatie moet leveren dan moeten ze ieder een gelijk deel voor hun rekening nemen. Dit heeft twee
uitzonderingen, als de prestatie ondeelbaar, ongelijke delen verbonden en hoofdelijk verbonden. Een
prestatie is ondeelbaar wanneer deze uitsluitend in een keer kan worden verricht. Bvb een laptop
leveren kan niet in gedeeltes. Als de ene 500 moet betalen en ander 300 is het voor ongelijke delen
verbonden. Hoofdelijk verbonden betekent dat de schuldenaren ieder voor gehele prestatie
aansprakelijk zijn, de schuldeiser kan van elke schuldenaar nakoming van de gehele prestatie
vorderen. Het voordeel voor de schuldeiser is dat hij niet afzonderlijk bij de schuldenaren moet
aankloppen. Heeft een van de hoofdelijk schuldenaren de prestatie geleverd, dan heeft dit
bevrijdende werking voor de anderen (de schuldeiser kan de andere hoofdelijke schuldenaren niet
meer aanspreken om de prestatie te leveren. Wanneer een schuldenaar meer bijdraagt dan zijn eigen
deel, kan hij zich verhalen op medeschuldenaren. Dit wordt ook wel regres genoemd. Degen die
meer heeft bijgedragen dan nodig was kan dit terugvorderen. Art. 6:10 lid 1 BW.
Pluraliteit van schuldeisers wilt zeggen dat als je te maken hebt met twee of meer schuldeisers, dan
heeft elke schuldeiser een zelfstandig vorderingsrecht art. 6:15 lid 1 BW. Elke schuldeiser heeft recht
op een gedeelte van de prestatie dat even groot is als de delen van de anderen schuldeisers. Ook hier
moet het gaan om een deelbare prestatie. Stel dat twee zussen samen recht hebben op een betaling
van 500 euro dan heeft ieder het recht op een deel wat gelijk is dus 250 euro. De hoofregel is niet van
toepassing als de prestatie ondeelbaar is of wanneer het recht op een prestatie in een gemeenschap
valt. In zo een geval hebben de schuldeisers gezamenlijk een vorderingsrecht. Als prestatie
ondeelbaar is kan het niet in delen worden verricht. Gemeenschap wilt zeggen dat een vermogen aan
meerdere personen toebehoort. Bvb mensen die getrouwd zijn of gemeenschap van goederen
LES 1
volgens art. 6:1 BW kunnen verbintenissen alleen ontstaan als dat uit de wet voortvloeit. Een
verbintenis is een rechtsrelatie tussen twee personen, waarbij de ene partij (schuldenaar/debiteur)
verplicht is om een prestatie te leveren (ook betaling genoemd, niet altijd een geldbedrag!), terwijl de
andere partij (schuldeiser/crediteur) hier recht op heeft. Bij elke verbintenis is er sprake van een
prestatie dit kunnen de volgende dingen zijn:
- Geven: denk aan een koopovereenkomst, een verkoper en koper hebben als rechtsrelatie
met als prestatie iets geven. Bvb verkoper moet laptop aan koper geven
- Doen: denk aan een arbeidsovereenkomst, een werknemer en werkgever hebben als
rechtsrelatie met als prestatie iets doen. Bvb werknemer moet iets doen
- Dulden (toelaten): denk aan een recht van overpad, twee partijen hebben een rechtsrelatie
met als prestatie iets dulden. De eigenaar van een pad dat tussen twee huizen loopt, moet
bvb toelaten dat de buurman zijn pad ook gebruikt
- Nalaten (niet-doen): denk aan een concurrentiebeding, een werknemer en werkgever
hebben een rechtsrelatie met als prestatie iets nalaten. Bvb de werknemer moet nalaten om
aan het einde van zijn dienstverband gedurende twee jaar vergelijkbare werkzaamheden te
verrichten.
Een kenmerk van een verbintenis is dat de nakoming ervan afdwingbaar is dit staat in art. 3:296 lid 1
BW iemand die recht heeft op een prestatie door een ander dit kan afdwingen bij de rechter.
In art. 6:2 lid 1 BW staat dat schuldeiser en schuldenaar verplicht zijn om zich fatsoenlijk te gedragen
volgens de eisen van redelijkheid en billijkheid. Dit zijn ongeschreven normen die mensen redelijk en
rechtvaardig vinden.
Zoals je weet zijn er niet alleen verbintenissen die voortvloeien uit de wet maar ook natuurlijke
verbintenissen art. 6:3 lid 1 BW, hierin staat dat een natuurlijke verbintenis is een rechters niet-
afdwingbare verbintenis. Dit betekend dat je niet naar de rechter kunt en geen recht hebt op het
geld. Deze natuurlijke verbintenis bevat wel een verplichting om iets te geven, doen of na te laten.
Maar als schuldenaar zijn verplichting niet nakomt kan de schuldeiser de nakoming niet afdwingen.
(Geen juridische stappen nemen). De meest voorkomende natuurlijke verbintenis is een verjaarde
rechtsvordering, deze blijft niet eeuwig bestaan, deze verjaart na verloop van tijd art. 3:306-3:310
BW. Als de rechtsvordering is verjaart blijft er een natuurlijke verbintenis over. De schuldeiser heeft
nog steeds recht op nakoming, maar kan dit niet afdwingen.
De belangrijkste bronnen waaruit een verbintenis kan voortkomen:
Overeenkomst: is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij de partijen jegens elkaar een
verbintenis aangaan art. 6:213 lid 1 BW. Uit een overeenkomst volgen een of meerdere
verbintenissen. Bvb als we kijken naar een koopovereenkomst zien we twee verbintenissen:
verbintenis 1 koper is verplicht de koopprijs te betalen en verbintenis 2 verkoper is verplicht
de gekochte zaak te leveren.
Onrechtmatige daad: een onrechtmatige daad is een inbreuk op iemands recht of
doen/nalaten wat in strijd met een wettelijk plicht of in strijd met geldende normen en
, waarden art. 6:162 BW. Wanneer iemand anders daardoor schade lijdt en er is voldaan aan
wettelijke vereisten ontstaat er recht op schadevergoeding.
Andere bronnen:
- Zaakwaarneming: art. 6:198 BW, zonder overeenkomst (rechtsgrond) behartigen van
de belangen van een ander. Bvb iemand die schadebeperkende maatregelen neemt
ingeval van stormschade aan woning van buurman die in buitenland zit.
- Onverschuldigde betaling: art. 6:203 BW, iemand levert een prestatie zonder dat
daarvoor een rechtsgrond bestaat. Bvb je maakt bedrag over naar verkeerde
rekeningnummer.
- Ongerechtvaardigde verrijking: art. 6:212 BW, toename van iemands vermogen,
zonder dat hiervoor een rechtsgrond bestaat. Denk aan de ontvanger van een
onverschuldigde betaling. Degene die als gevolg van een fout een geldbedrag
ontvangt, is hierdoor ongerechtvaardigd verrijkt.
Rechtsfeit: een feit waaraan je een regel van objectief recht een rechtsgevolg aan verbindt (meestal
een verbintenis)
Rechtsfeiten kun je onderverdelen in menselijke handelingen en blote rechtsfeiten (hoef je niks voor
te doen zoals geboorte)
Menselijke handelingen kun je weer onderverdelen in rechtshandelingen (hebben bedoelde
rechtsgevolgen) en feitelijke handelingen (hebben geen bedoelde rechtsgevolgen) deze zorgen beide
voor rechtsgevolgen.
Feitelijke handelingen kun je onderverdelen in onrechtmatige daad (handeling waarbij onrechtmatige
wijze schade wordt toegebracht) en rechtmatige daad.
Pluraliteit van schuldenaren wil zeggen dat er niet een maar twee of meerdere schuldenaren bij een
verbintenis zijn betrokken art. 6:6 lid 1 BW dit wil zeggen als er meerdere schuldenaren zijn die de
prestatie moet leveren dan moeten ze ieder een gelijk deel voor hun rekening nemen. Dit heeft twee
uitzonderingen, als de prestatie ondeelbaar, ongelijke delen verbonden en hoofdelijk verbonden. Een
prestatie is ondeelbaar wanneer deze uitsluitend in een keer kan worden verricht. Bvb een laptop
leveren kan niet in gedeeltes. Als de ene 500 moet betalen en ander 300 is het voor ongelijke delen
verbonden. Hoofdelijk verbonden betekent dat de schuldenaren ieder voor gehele prestatie
aansprakelijk zijn, de schuldeiser kan van elke schuldenaar nakoming van de gehele prestatie
vorderen. Het voordeel voor de schuldeiser is dat hij niet afzonderlijk bij de schuldenaren moet
aankloppen. Heeft een van de hoofdelijk schuldenaren de prestatie geleverd, dan heeft dit
bevrijdende werking voor de anderen (de schuldeiser kan de andere hoofdelijke schuldenaren niet
meer aanspreken om de prestatie te leveren. Wanneer een schuldenaar meer bijdraagt dan zijn eigen
deel, kan hij zich verhalen op medeschuldenaren. Dit wordt ook wel regres genoemd. Degen die
meer heeft bijgedragen dan nodig was kan dit terugvorderen. Art. 6:10 lid 1 BW.
Pluraliteit van schuldeisers wilt zeggen dat als je te maken hebt met twee of meer schuldeisers, dan
heeft elke schuldeiser een zelfstandig vorderingsrecht art. 6:15 lid 1 BW. Elke schuldeiser heeft recht
op een gedeelte van de prestatie dat even groot is als de delen van de anderen schuldeisers. Ook hier
moet het gaan om een deelbare prestatie. Stel dat twee zussen samen recht hebben op een betaling
van 500 euro dan heeft ieder het recht op een deel wat gelijk is dus 250 euro. De hoofregel is niet van
toepassing als de prestatie ondeelbaar is of wanneer het recht op een prestatie in een gemeenschap
valt. In zo een geval hebben de schuldeisers gezamenlijk een vorderingsrecht. Als prestatie
ondeelbaar is kan het niet in delen worden verricht. Gemeenschap wilt zeggen dat een vermogen aan
meerdere personen toebehoort. Bvb mensen die getrouwd zijn of gemeenschap van goederen