100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting hoorcollege/werkgroep aantekeningen bestuursprocesrecht

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
40
Geüpload op
04-02-2025
Geschreven in
2024/2025

Volledig zelf geschreven samenvatting van alle stof voor Bestuursprocesrecht. Per week staan de belangrijkste dingen van elk hoorcollege, de werkgroep en de bijbehorende arresten genoemd. Ik heb zelf een 9 gehaald met puur deze samenvatting!

Meer zien Lees minder











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
4 februari 2025
Aantal pagina's
40
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Bestuursprocesrecht – Hoorcolleges
https://drive.google.com/file/d/1Vl7DlxNKfezPLHtcm3NzdmJqgToV68yG/view
Week 1
Historische ontwikkeling
Bestuursrechtspraak is een van de laatste rechten die tot ontwikkeling komt. De meeste staten hebben
een absolute macht (monarchie) wanneer ze ontstaan en dan is het logisch dat er geen controle is op de
bevoegdheden van overheidsorganen (het bestuur) en dus geen bestuursrechtelijke rechtsbescherming.
Om toch op te kunnen komen tegen beslissingen van het bestuur, stapte men naar de
burgerlijke/gewone rechter. Dit is de eerste rechtsbescherming mogelijk tegen een vorst die dat maar
niks vindt. Bestuurlijke verschillen werden heel lang niet als juridische geschillen gezien, maar meer
als een confrontatie met macht. Het duurt even voordat men accepteert dat geschillen met het gezag
ook juridische conflicten zijn die aan een onafhankelijke instantie moet kunnen worden voorgelegd.

Eerste jaren na de grondwet van 1815 achtte de burgerlijke rechter zich snel bevoegd in geschillen met
de vorst. Je mag namelijk bij de burgerlijke rechter procederen wanneer je je beroept op een burgerlijk
recht (objectis litis-leer). Als het ging om onrechtmatig handelen waarbij de burger geraakt wordt in
een burgerlijk recht, was de burgerlijke rechter bevoegd. Hier was veel weerstand tegen, waaronder
door Koning Willem I en hij vaardigde het conflictenbesluit uit. Hierdoor kon hij niet meer
aansprakelijk worden gesteld en werd de burgerlijke rechten onbevoegd. 2 jaar later werd dit besluit
ingetrokken. Ook het parlement was tegen de civiele procedure, omdat deze te ingewikkeld, kostbaar
en tijdrovend zou zijn en niet geschikt was voor bestuursrechtelijke geschillen (de staat moest niet
zomaar een partij zijn). De wetgever stelde steeds vaker administratief beroep open (Gedeputeerde
staten of de Kroon). Als er een bestuursrechtelijke manier was, dan kon je niet meer bij de burgerlijke
rechter procederen. Het administratief beroep werd ingesteld bij de Raad van State als hoger
bestuursorgaan dat een nieuw besluit nam. Zij was toen slechts een bestuursorgaan (nu een
geschilbeslechter). Dus er werd erkent dat je bestuursrechtelijke geschillen moet kunnen voorleggen,
maar voorkeur aan het bestuur. Bij het administratieve beroep was er verder bijna geen procedure en
het bestuursorgaan tegen wie geklaagd werd deed zelf niet mee. De legitimiteit van administratief
beroep werd ontleend aan het gezag van het college (als overheidsorgaan), niet aan de procedure
(procesrecht). Informele procedure met weinig regels zodat het makkelijk en laagdrempelig is.

Administratie of rechter?
Verschillende personen zijn belangrijk geweest voor de ontwikkeling van het procesrecht zoals wij dat
vandaag de dag kennen. Loeff zag in dat rechtsbescherming tegen bestuurlijk gezag onderontwikkeld
was en te weinig rechtsbescherming bood voor de burger. Hij maakte wetvoorstellen waarin hij pleitte
voor een onafhankelijke rechter die van vele bevoegdheden voorzien moest zijn. Hoogleraar
Struycken was het niet eens met de voorstellen van Loeff (hij vond ze leeg). Hij vond dat de
rechtsbescherming bij het bestuur zelf ondergebracht moet worden. Hij beargumenteerde dat het
bestuur democratisch verkozen is en de macht derhalve de wil van het volk is. Rechters zijn
daarentegen niet democratisch verkozen (in die tijd vaak de adel). Het zou niet de taak van de rechter
moeten zijn om de wil van het volk te blokkeren (de macht moest primair bij het parlement liggen).
Ook stelde Struycken dat bestuurlijke geschillen een kleine juridische aard hebben. Een besluit van
een bestuursorgaan is eerder een politieke, beleidsmatige afweging dan een juridische keuze. De
rechter hoort alleen te oordelen over de juridische normen. De rechter heeft daarnaast niet de
specifieke expertise over bepaalde kwesties die de bestuursorganen daarentegen wel hebben.
Struycken vond rechtsbescherming door een democratisch gelegitimeerd hoger bestuursorgaan beter
en Loeff wilde rechtsbescherming door een onafhankelijke rechter (administratieve rechtspraak vs
administratief beroep). Hierdoor won het administratief beroep van de onafhankelijke rechtspraak.
Met name de Tweede Kamer had een rol om te kijken of wetten en regels beperkt zouden moeten
worden.
Bestuursrechtspraak is ontzettend laat tot ontwikkeling gekomen in NL door dit debat. Van origine is
er veel vertrouwen in de rechter en de wetgever en veel controle moet in de Tweede Kamer
plaatsvinden. Daarom zijn wij ook een van de weinige landen die geen constitutionele toetsing heeft.

,Verder moet je in het bestuursrecht verplicht een voorprocedure doorlopen, omdat het probleem daar
beter opgelost kan worden (80/90% wordt opgelost in de bezwaarfase), dit is wel efficiënt.

Van ontwikkeling naar algemene rechtsbescherming
Sinds industrialisatie is er discussie over hoe kwetsbare arbeiders beschermd moeten worden. Er moet
gekeken worden naar een procedure waarbij maatregelen genomen kunnen worden tegen werkgevers
en waarbij arbeiders laagdrempelig naar een rechter kunnen stappen. De ongevallenwet is de eerste
wet waarin het parlement een mogelijkheid biedt tot onafhankelijke rechtsbescherming bij een
gespecialiseerde rechter. De Centrale Raad van beroep en de raden van beroep waren de eerste
onafhankelijke bestuursrechter van Nederland.
Er blijft discussie in het parlement over wat de beste vorm van rechtsbescherming is. De ene keer
wordt er een gespecialiseerd rechtscollege opgericht en de andere keer worden taken van de reeds
bestaande rechtscolleges uitgebreid. In de loop van de tijd komen er steeds meer wetten op de
takenlijst van dit college. Dit wordt ook wel de enumeratie van rechtsbescherming genoemd
(versnipperd stelsel van rechtsbescherming).
Echter ontstaat in de jaren 70 een algemene aanvullende rechtsingang bij een onafhankelijke rechter.
Dit ontstond bij een al bestaand orgaan, namelijk de Raad van State. Zij kreeg een speciale afdeling
rechtspraak, die moest gaan beslissen over bestuursgeschillen (Wet Arob, afdeling rechtspraak RvS).
Op dit moment was er dus een onafhankelijke rechter, maar ook nog administratief beroep. In 1985
oordeelt het EHRM het administratief beroep in strijd met art. 6 EVRM (Benthem-arrest). De Kroon
was niet onafhankelijk en onpartijdig en zij behield het laatste woord. Het laatste woord moest echter
bij een onafhankelijke rechter liggen. Het hele systeem moest dus op de schop. In 1994 treedt de Awb
in werking. Eind jaren 80 en begin jaren 90 was men daar al druk mee bezig.

Drie hoogste bestuursrechters
Veel bijzondere rechters zijn opgeheven en in de rechtbank geïntegreerd. Er zijn nu drie aparte
instanties van rechtspraak oftewel drie bestuursrechters die aangeven hoe bestuursorganen mogen
besturen en welke rechtsbescherming je kan krijgen. Alle drie zijn het de laatste die over de awb
oordelen (geen hoge raad).
- Centrale Raad van Beroep (CRvB): oudste bestuursrechter opgericht als onafhankelijke
rechtsprekende instantie. Hier wordt hoger beroep ingesteld indien het gaat om sociale
zekerheidszaken of zaken rondom de rechtspositie van ambtenaren (ambtenarenrecht).
Geschillen met verschil in machtspositie, kwetsbare burgers en specifiek gespecialiseerd in die
ongelijkheid. Gevestigd in Utrecht om fysiek het vertrouwen te wekken dat ze losstaat van de
andere rechters als onafhankelijke bestuursrechtspraak.
- College van het Beroeps- en Bedrijfsleven (CBB): hier wordt hoger beroep ingesteld indien
het gaat om bedrijfseconomische gevallen (economisch bestuursrechtelijke geschillen). Gaat
om het bedrijfsleven en de markt (zekerheid over de inhoud van de wet), dus eigenlijk alleen
maar grote/professionele partijen (met een ander belang dan de overheid soms). Kleine
bestuursrechter die oordeelt over het economische aspect van het bestuursrecht (bijna alles van
de Autoriteit Consument en Markt valt hieronder).
- Raad van State (algemene hoger beroepsrechter): de restgevallen blijft bij de Afdeling
Rechtspraak van de Raad van State (ABRvS). Zij houdt zich tevens nog steeds bezig met
politiek, maar daarvoor bestaat er een andere afdeling. Hierdoor wordt haar onafhankelijkheid
dus niet bedreigd (onafhankelijk hoofd is de koning, maar symbolische functie). Gaat vooral
om het omgevingsrecht met geschillen tussen grote partijen zoals overheid tegen
grondbezitters over grond. Hierin zijn partijen wel ongelijk, maar niet aan de onderkant van de
maatschappij zitten.
Fiscale zaken (belastingzaken) worden behandeld bij de normale rechtbank, het Hof en de Hoge Raad.
De meeste bestuursrechtelijke juridische procedures gaan over het vreemdelingenrecht dat een eigen
procedure kent.

Aard bestuursprocesrecht
Kenmerken bestuursprocesrecht

, - Besluit als voorwerp van geschil (art. 8:1 awb): kijken vrij precies in de wet waar tegen je kan
procederen en in de awb zijn dat alleen besluiten.
- Bestuursrechter als aanvullende voorziening (rechtsbeschermer): proberen geschillen op te
lossen met besluitvorming en de bezwaarfase, zodat zo min mogelijk mensen naar de rechter
gaan. Het is dus het beste als niemand naar de rechter hoeft te gaan.
- Rechtmatigheidstoetsen door rechter zijn ex tunc: het is wel mogelijk om rechtmatigheid te
toetsen, maar vaak is de beslissing politiek of beleidsmatig van aard. Daar mag de rechter niet
aan komen (niet toetsen) en blijft bij het bestuur, dus inhoudelijke toetsing is derhalve
problematisch. De rechter mag immers niet op de stoel van de wetgever gaan zitten. Rechter
moet bestuur moeten controleren. Hierbij kijkt hij naar toen, dus terug naar moment dat het
besluit werd genomen (toen een rechtmatig en zorgvuldig genomen besluit).
- Ongelijke verhouding partijen: beide partijen kunnen veel geld hebben of machtige personen
zijn. Maar het is altijd ongelijk, want het bestuursorgaan kan eenzijdig macht uitoefenen (geen
instemming of toestemming nodig). Het neemt een besluit en legt daarmee rechten en plichten
op aan de burger. Principieel is het niet nodig om meerzijdige rechtshandelingen. Ongelijkheid
compenseren met bijvoorbeeld art. 8:69 lid 2 awb.
- Elk geschil/besluit van bestuursorganen raken belangen van derden en/of maatschappij, zonder
dat deze derden hier expliciet mee in stemmen of direct bij het geschil betrokken zijn.
Hierdoor vond de wetgever het belangrijk dat toegang tot de bestuursrechter en de procedure
toegankelijk en laagdrempelig moet zijn en dat er snelheid in het proces zit. Zo is er een korte
beroepstermijn van 6 weken. Het moet voor de burger duidelijk zijn waar ze aan toe zijn.
Soms zijn snelle veranderingen nodig, dus moet er snel een besluit genomen worden om
rechtszekerheid te waarborgen. Het gaat vaak om essentiële zaken zoals uitkeringen of
uitzetting (vreemdelingenrecht) met vaak grote persoonlijke gevolgen. Ook in het
bedrijfsleven is er een grote druk om een besluit zo snel mogelijk te nemen. Het proces is
laagdrempelig doordat er geen griffiekosten in bezwaar hoeven worden betaald, in eerste
aanleg de griffiekosten laag zijn, geen verplichte procesvertegenwoordiging en geen
veroordeling in kosten van de wederpartij. Dit zou de burger er namelijk van kunnen
weerhouden om rechtsbescherming te zoeken.
- Materiele waarheidsvinding is ook een belangrijk aspect. Er ligt geen nadruk op
partijautonomie, want iedereen moet gelijk behandeld worden. Omdat de partijen ongelijk zijn
moet de rechter dit kunnen compenseren. Partijautonomie zou hieraan in de weg staan. Dit
vloeit voort uit het gelijkheidsbeginsel.
- Niet-lijdelijke rechter, dus rechter die onderzoek wil doen mag dat ook doen en hij hoeft niet
af te wachten wat partijen zullen aandragen (zelf rechtsgronden aanvullen en
onderzoeksbevoegdheden aanwenden). Geeft hele geschil niet aan partijen.

Rechtsvergelijking: bestuursrechter spreekt recht in ander universum
- Toetsing in plaats van rechtsvaststelling: burgerlijke en strafrechters werken rechtsvaststellend
en de bestuursrechter slechts toetsend. De bestuursrechter heeft niet de bevoegdheid om
binnen het bestuursrecht vast te stellen, hij heeft enkel een controlerende functie, dus een
toetser. De allereerste die gezaghebbend het recht vaststelt en de maatschappij stuurt is het
bestuur zelf. De rechter mag niet de bestuurlijke taken overnemen.
- Rechter heeft beperkt beeld van de praktijk/werkelijkheid: er worden jaarlijks vele
bestuursrechtelijke besluiten (potentiële geschillen) genomen, maar slechts enkele hiervan
belandden uiteindelijk voor de bestuursrechter. De rechter ziet een klein gedeelte van de
geschillen en niet de geschillen waarin de burger gelijk krijgt of wel een toeslag krijgt
verleend. Dus terughoudendheid van de rechter en het bestuur respecteren. De rechter moet
uitvragen hoe het bestuur gebruik maakt van de bestuursbevoegdheid en hoe het gaat.
- Besturen vraagt om snelle besluitvorming dan bij andere rechtsgebieden
- Besturen is vooruitzien; rechtspreken is achteruit kijken: het gaat niet enkel om zaken in het
verleden (handhavende bestuursrecht), maar ook over situaties in de toekomst
(vergunningsaanvragen)

Rechtsvergelijking: burgerlijk & strafprocesrecht

, - Begunstigend bestuursrecht (kent rechten toe) heeft overeenkomsten met civiel recht.
-Civilisatie bestuursprocesrecht: steeds meer een partijenproces. Er moet worden aangegeven
waar iemand het niet mee eens is, wat hij wil van de ander en daarvoor moet diegene zelf
bewijs leveren. Veel verantwoordelijkheid bij eiser en verweerder, de rechter gaat niet buiten
beroepsgronden en laat hen het debat voeren.
-Verbestuurlijking civiel geschil: rechter gedraagt zich ook iets meer zoals de civiele rechter,
steeds meer regie en minder lijdelijk. Het is een publieke voorziening, dus kritischer op
hoeveel ruimte partijen krijger.
- Belastend bestuursrecht (handhavende overheid) heeft overeenkomsten met strafrecht. De
overheid ontneemt namelijk rechten (vergunning of uitkering intrekken, opleggen boete, last
onder bestuursdwang/dwangsom). De reden dat de rechter zich steeds meer opstelt als een
strafrechter volgt uit art. 6 EVRM waaruit blijkt dat ook het opleggen van bestuursrechtelijke
boetes een vorm van vervolging is. De rechter moet de burger dus dezelfde soort waarborgen
bieden die binnen het strafrecht bestaan.
-Bestuurlijke boetes worden steeds hoger, (bewijs)procesregels geënt op strafvordering.
-OM-strafbeschikking is vorm van bestuurlijke afdoening door het OM zelf. Iemand moet
betalen en kan niet meer naar een rechter als de beroepstermijn is verlopen.

Beginselen procesrecht
Grote overeenkomsten in beginselen die het proces beheersen, mede door normering art. 6 EVRM,
ook in het bestuursrecht. Dit geldt voor burgerlijke rechten en vervolging (beide begrippen in het
bestuursrecht). Burgerlijke rechten zijn niet slechts puur civiele rechten, maar alle rechten die
betrekking hebben op de burger (al het begunstigde bestuursrecht, art. 6 lid 1 EVRM). Al het
belastende bestuursrecht zijn boetes en dus een vervolging (art. 6 lid 1 en 2 EVRM). Alleen het
vreemdelingenrecht, fiscaal recht en ambtenarenrecht vallen hier niet onder. Hier is geen juridische
reden voor, maar een politieke want lidstaten willen hier zelf over beslissen.

Ontwikkelingen/actualiteit
In het algemeen is er steeds meer internationalisering en meer Europees recht waar rekening mee moet
worden gehouden. Ook digitalisering speelt een rol, want awb is geschreven in een periode van
schriftelijke documenten, maar hoe pas je het procesrecht toe op gedigitaliseerde context. Er is sprake
van versnelling met het doel niet te lang wachten op een uitspraak. Maar ook welke
rechtsontwikkelingen zijn effectief voor de maatschappij.
Specifiek bestuursprocesrecht krijgt AI een grotere rol in de besluitvorming, maar wat voor
procesrecht heb je dan nodig. Ook het vertrouwen in de overheid is van belang. Burgers moeten
geschillen kunnen uitvechten, maar je wil dat de acceptatie overheidsgezag zo groot mogelijk is. Het
doel is definitieve geschilbeslechting.

Bevoegdheid bestuursrechter
Om te spreken van beroep moet er volgens art. 8:1 Awb sprake zijn van een besluit en een klager, die
belanghebbende is. Een belanghebbende is alleen degene die echt geraakt worden door dat besluit. In
het omgevingsrecht wordt er gekeken naar het afstand- en zichtcriterium en bij concurrenten naar het
marktsegment en verzorgingsgebied. Het moet gaan om een besluit (art. 1:3 awb), dus een
publiekrechtelijke rechtshandeling genomen door bestuursorgaan en neergelegd in een document.
Tevens moet je hieraan voorafgaand de verplichte voorprocedure uit art. 6:13 awb hebben doorlopen.
Willen dat je het eerst bij het bestuur oplost en daarna pas naar de rechter (aanvullende voorziening).
Tenzij het niet te verwijten valt dat je niet hebt deelgenomen aan de voorprocedure. Bezwaarfase is de
voorprocedure (art. 7:1 awb) en zijn ook afwijkingen in de specifieke wetten, zoals administratief
beroep en UOV.
Beroep in eerste aanleg is in beginsel bij de rechtbank (absolute competentie), tenzij art. 8:6 awb
verwijzend naar de bijlage van de awb iets anders zegt. Zo kun je in sommige geschillen met veel
spoed direct naar het de hogere bestuursrechter CRvB of de ABRvS (eerste en enige aanleg). In zaken
waarin de maatschappij wil weten waar die aan toe is (omgevingsrecht). Hoger beroep is bij de
ABRvS, tenzij (art. 8:104/105 Awb) bijlage 2 je naar een ander gespecialiseerde hogere instantie stuurt
€6,46
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
eliensluis

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
eliensluis Universiteit Leiden
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
11
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
35
Laatst verkocht
1 maand geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen