Samenvatting H7/H14
,Hoofdstuk 7: Producten assortiment
7.1 Wat is een product?
Een product is een combinatie van tastbare en niet-tastbare
eigenschappen die een behoefte van de klant vervult. Een product bestaat
uit drie niveaus:
1. Kernproduct: Dit is de oplossing voor een probleem of behoefte.
Bijvoorbeeld, het plezier dat je hebt van het kopen van een
thuisbioscoop.
2. Tastbaar product: Het fysieke product zelf, zoals de kwaliteit,
verpakking, merknaam en functie van het product.
3. Uitgebreid product: De diensten die het product ondersteunen,
zoals levering, installatie, of garantie.
7.2 Typen consumentenproducten
Er worden vier typen consumentenproducten onderscheiden:
1. Convenience goods (gemaksproducten): Producten die vaak en
met weinig inspanning worden gekocht, zoals melk of zeep. Ze zijn
breed beschikbaar.
2. Shopping goods (aankoopgoederen): Producten waarvoor
consumenten meer tijd nemen om te vergelijken, zoals camera’s of
fietsen.
3. Specialty goods (speciale goederen): Dure producten die je zelden
koopt, waarvoor je veel onderzoek doet en bereid bent meer te
betalen, zoals dure auto’s.
4. Unsought goods (ongewilde producten): Producten die je liever
niet koopt, zoals uitvaartverzekeringen.
Daarnaast worden producten ingedeeld op basis van duurzaamheid:
Duurzame goederen: Producten die lang meegaan, zoals auto’s.
Niet-duurzame goederen: Producten die snel vervangen moeten
worden, zoals kleding.
7.3 Assortimentsbeleid
, Een assortiment is de verzameling van producten die een bedrijf aanbiedt.
Dit assortiment kan op verschillende manieren worden geclassificeerd:
Assortimentslengte: Het aantal producten in een assortiment.
Productgroep: Een reeks producten die veel gemeen hebben.
Productvariant: Specifieke variaties van een product.
Er zijn verschillende strategieën voor het beheren van een assortiment,
zoals:
Price lining: Het beperken van het aantal prijsniveaus.
Product line pricing: Het prijsgeven van gerelateerde producten
samen.
De 20/80-regel: 20% van de producten zorgt voor 80% van de
omzet.
Assortimentssanering: Het proces waarbij bedrijven hun
assortiment optimaliseren door overbodige producten te
verwijderen.
7.4 Productlevenscyclus
De productlevenscyclus beschrijft de stadia die een product doorloopt, van
introductie tot het einde:
1. Introductiefase: Het product wordt geïntroduceerd, en de primaire
vraag wordt gestimuleerd.
2. Groei: Snelle verkoopgroei en grotere merkbekendheid.
3. Volwassenheid: De markt raakt verzadigd, bedrijven proberen hun
marktaandeel te behouden.
4. Neergang: De vraag neemt af door technologische veranderingen
of veranderende consumentenvoorkeuren.
Strategieën om de levenscyclus te verlengen:
Market-stretching: Bijvoorbeeld het aanbieden van nieuwe
varianten of het aanpassen van het gebruik van het product.
7.5 Productkwaliteit en klantenservice
,Hoofdstuk 7: Producten assortiment
7.1 Wat is een product?
Een product is een combinatie van tastbare en niet-tastbare
eigenschappen die een behoefte van de klant vervult. Een product bestaat
uit drie niveaus:
1. Kernproduct: Dit is de oplossing voor een probleem of behoefte.
Bijvoorbeeld, het plezier dat je hebt van het kopen van een
thuisbioscoop.
2. Tastbaar product: Het fysieke product zelf, zoals de kwaliteit,
verpakking, merknaam en functie van het product.
3. Uitgebreid product: De diensten die het product ondersteunen,
zoals levering, installatie, of garantie.
7.2 Typen consumentenproducten
Er worden vier typen consumentenproducten onderscheiden:
1. Convenience goods (gemaksproducten): Producten die vaak en
met weinig inspanning worden gekocht, zoals melk of zeep. Ze zijn
breed beschikbaar.
2. Shopping goods (aankoopgoederen): Producten waarvoor
consumenten meer tijd nemen om te vergelijken, zoals camera’s of
fietsen.
3. Specialty goods (speciale goederen): Dure producten die je zelden
koopt, waarvoor je veel onderzoek doet en bereid bent meer te
betalen, zoals dure auto’s.
4. Unsought goods (ongewilde producten): Producten die je liever
niet koopt, zoals uitvaartverzekeringen.
Daarnaast worden producten ingedeeld op basis van duurzaamheid:
Duurzame goederen: Producten die lang meegaan, zoals auto’s.
Niet-duurzame goederen: Producten die snel vervangen moeten
worden, zoals kleding.
7.3 Assortimentsbeleid
, Een assortiment is de verzameling van producten die een bedrijf aanbiedt.
Dit assortiment kan op verschillende manieren worden geclassificeerd:
Assortimentslengte: Het aantal producten in een assortiment.
Productgroep: Een reeks producten die veel gemeen hebben.
Productvariant: Specifieke variaties van een product.
Er zijn verschillende strategieën voor het beheren van een assortiment,
zoals:
Price lining: Het beperken van het aantal prijsniveaus.
Product line pricing: Het prijsgeven van gerelateerde producten
samen.
De 20/80-regel: 20% van de producten zorgt voor 80% van de
omzet.
Assortimentssanering: Het proces waarbij bedrijven hun
assortiment optimaliseren door overbodige producten te
verwijderen.
7.4 Productlevenscyclus
De productlevenscyclus beschrijft de stadia die een product doorloopt, van
introductie tot het einde:
1. Introductiefase: Het product wordt geïntroduceerd, en de primaire
vraag wordt gestimuleerd.
2. Groei: Snelle verkoopgroei en grotere merkbekendheid.
3. Volwassenheid: De markt raakt verzadigd, bedrijven proberen hun
marktaandeel te behouden.
4. Neergang: De vraag neemt af door technologische veranderingen
of veranderende consumentenvoorkeuren.
Strategieën om de levenscyclus te verlengen:
Market-stretching: Bijvoorbeeld het aanbieden van nieuwe
varianten of het aanpassen van het gebruik van het product.
7.5 Productkwaliteit en klantenservice