bestuderen van ...
A) Alleen het bewuste denken van mensen
B) Het gedrag en de mentale processen van mensen
C) Het fysiologische functioneren van de hersenen
D) Alleen klinische stoornissen
2. Een psycholoog onderzoekt hoe mensen informatie verwerken en
interpreteren. Binnen welke stroming past deze benadering het
best?
A) Humanistische psychologie
B) Cognitieve psychologie
C) Biologisch perspectief
D) Behaviorisme
3. Casus: Sophie heeft sinds kort moeite met sociale interacties en
ervaart veel stress in haar dagelijks leven. Ze denkt constant
negatief over zichzelf en gelooft dat ze nooit succesvol zal zijn.
Welke stroming zou dit gedrag het best verklaren?
A) Behaviorisme
B) Cognitieve psychologie
C) Biologisch perspectief
D) Psychodynamische psychologie
4. Een psycholoog bestudeert hoe cultuur en sociale omgevingen
invloed hebben op gedrag. Binnen welk perspectief werkt hij?
A) Behavioristisch perspectief
B) Biologisch perspectief
C) Sociocultureel perspectief
D) Cognitief perspectief
5. Casus: Lars gelooft sterk in astrologie en baseert zijn levenskeuzes
op de stand van de sterren. Hij zegt dat zijn sterrenbeeld hem heeft
geholpen bij het kiezen van zijn carrière. Welke term past het best
bij Lars' denkwijze?
A) Pseudopsychologie
B) Cognitieve bias
C) Wetenschappelijke psychologie
D) Biologisch determinisme
6. Wat is de rol van empirisme in de psychologie?
A) Het stelt dat kennis wordt verkregen via redenering zonder
waarneming
B) Het benadrukt observatie en experimenten als bron van kennis
C) Het richt zich uitsluitend op aangeboren kennis
D) Het wijst wetenschappelijke methoden af
, 7. Casus: Mark heeft een ongeluk gehad waarbij hij schade opliep aan
zijn hippocampus. Welke van de volgende problemen zou hij
hierdoor het meest waarschijnlijk ervaren?
A) Moeite met het reguleren van emoties
B) Problemen met het opslaan van nieuwe herinneringen
C) Verminderde reflexen en motorische coördinatie
D) Geen herkenning van gezichten
8. Welke hersenstructuur is verantwoordelijk voor de regulatie van
basisemoties zoals angst en woede?
A) Cerebellum
B) Amygdala
C) Hippocampus
D) Prefrontale cortex
9. Casus: Naomi merkt dat haar stemming sterk beïnvloed wordt door
haar slaapritme en voeding. Ze voelt zich vaak depressief en
gestrest. Welk hersenstofje speelt een grote rol bij haar stemming?
A) Dopamine
B) Serotonine
C) Adrenaline
D) Endorfine
10. Een persoon met schade aan de prefrontale cortex heeft
waarschijnlijk moeite met ...
A) Emotieregulatie en impulscontrole
B) Spraakproductie
C) Basisreflexen zoals ademhaling
D) Het waarnemen van kleuren
11. Welke bewering over neurotransmitters is correct?
A) Ze transporteren elektrische signalen door de zenuwcel
B) Dopamine is uitsluitend betrokken bij angstreacties
C) Serotonine speelt een rol bij stemming en slaapregulatie
D) Alle neurotransmitters hebben hetzelfde effect op de hersenen
12. Casus: Bram schrikt plotseling als hij een harde knal hoort en
merkt dat zijn hartslag versnelt en hij begint te zweten. Welke tak
van het autonome zenuwstelsel is verantwoordelijk voor deze
reactie?
A) Somatisch zenuwstelsel
B) Sympathisch zenuwstelsel
C) Parasympathisch zenuwstelsel
D) Perifeer zenuwstelsel