Hoorcollege media narratieven
Hoorcollege aantekeningen Media Narratieven Analyse
Hoorcollege 1: Introductie en Culturele Criminologie
In dit college
• Opbouw van de cursus
• Opfrissen kwalitatieve methode
• Culturele Criminologie
Welk verhaal wordt verteld, wat is de betekenis ervan en hoe wordt die betekenis bepaald?
- hier gaat het vak over
Inhoud MNA
Theorie bevat deze 2 stromingen:
• Culturele Criminologie
• Narratieve Criminologie
Methode
Kwalitatieve Analyse
Voortzetting B2
• Kwalitatieve Methoden en Technieken van Criminologisch Onderzoek
• Bachelor tweede jaar
• Interviewen en Observeren
• Documenten, teksten, beelden kwamen weinig ter sprake gaan we nu doen
• Kwalitatieve Analyse, hoe gaat dat?
Kwalitatief
• Wat voor soort onderzoek is dat?
• Hoe voer je dat uit?
Lineair kwantitatief onderzoek
kwantitatief gaat uit van een
deductieve benadering: begint bij
de literatuur, wat is er bekend en
waar wil ik antwoord op. Je volgt
dit hele schema links.
De stappen worden altijd in deze
volgorde doorlopen, het kan geen
andere volgorde aannemen.
Een instrument is bijvoorbeeld
een vragenlijst.
,Hoorcollege media narratieven
Deductie
• Vanuit een bestaande theorie vertrekken en methode en analyse daarop baseren.
Hypothesen kunnen dienst doen als analytisch kader om data te categoriseren. Onderzoek is
goed te koppelen aan bestaande literatuur.
• De werkelijkheid past niet altijd in de theorie. Zaken kunnen daarom worden uitgesloten, ze
worden geacht er niet te zijn
• Sluiten theoretische constructies wel aan bij wat ‘gewone mensen’ zeggen, doen en denken?
tekortkoming van deductie is dus dat hij alleen theorie gestuurd is
Inductie
• Vanuit de data een theorie opbouwen
o Theorie die bij deductie leidend is, is er nu dus niet.
• Kan lastiger zijn, je hebt geen houvast
• Dit vergt wel een goede voorbereiding
• Niet theorie als leidraad, maar zoeken naar betekenis in gegevens
• Ideeën van populatie binnen maatschappelijke context
• Dit is niet a-theoretisch. Bevindingen moeten worden gepresenteerd in hun verhouding tot
bestaande literatuur
o Koppeling met de theorie is er dus wel, maar komt in een latere fase
Cyclus van kwalitatief onderzoek
je begint bij een probleem,
formuleert een vraag, kijkt waar
je het kan onderzoeken, bepaalt
je waarneming, vraagt
toestemming, data verzamelen,
data analyseren en een
rapportage.
Het is een cirkel omdat je tijdens
de data verzameling al bezig
bent met het analyseren ervan.
Het is dus geen lineair proces als
bij kwantitatief.
Zo kan je je onderzoeksvraag herformuleren later, je locatie veranderen, etc.
Het is een cyclus die meerdere keren doorlopen wordt waarbij je de stappen meerdere keren
doorloopt zodat je tot een maximaal resultaat komt.
Kwalitatief
• Kwalitatief onderzoek biedt een manier om een verschijnsel te onderzoeken vanuit het
perspectief van de betrokkenen
• Werkelijkheid zien en begrijpen zoals zij dat doen
• Dit wordt ook wel Verstehen (Max Weber) genoemd
• Nabijheid: je kan dit onderzoek doen omdat je dichtbij komt (bijv. bij mensen)
• Van binnenuit
• ‘Emic’: zoals zij dat zien, bekeken door hun bril
,Hoorcollege media narratieven
Kwalitatief, niet makkelijk
• Anders dan bij kwantitatief onderzoek is het steeds de onderzoeker die zelf ‘in het veld’ de
data verzamelt
• Persoonlijk contact hebben met je respondenten
• Je bent niet de baas: je gaat als onderzoeker ergens heen
• Je moet flexibel zijn
• Achter je bureau vandaan
• ‘Binnen’ komen: de afstand klein maken. Niet als een buitenstaander over de heg kijken maar
dichtbij komen
Sterke punten Kwalitatief
• ‘Thick Description’: kijken naar in welke context het plaats vindt, breed beschrijven.
• Verstehen
• Emic perspectief
• Mensen van vlees en bloed zichtbaar maken
• Structuur en cultuur als context van handelen
o Structuur: samenleving waarin het plaatsvind
o Cultuur: de manier waarop je groep die je bestudeert ernaar kijkt.
• Inzichtelijk maken van betekenisgeving: betekenis die zij eraan geven
MNA…. Analyse… Tekst
• We gebruiken tekst
• Tekst kan een bron zijn: documenten, boeken, dossiers, …
• Tekst is de manier waarop data zijn vastgelegd: getranscribeerde interviews, fieldnotes,
documenten
• Tekst is de standaard vorm van data in (kwalitatief) onderzoek
• Daarnaast bestaan ook visuele en online analyses. Die blijven in hun specifieke vorm in dit
vak buiten beschouwing
Practicum
• 4x op donderdag of vrijdag
• Software Taguette
• Werken in subgroepen aan eigen onderzoek
• Indeling wordt gemaakt tijdens eerste practicum
• Lees daarna de twee artikelen van je eigen subgroep
Vier Practicums
1. Introductie analyse programma Taguette
2. Bespreken van de gelezen artikelen en verzamelen van aanvullende wetenschappelijke
teksten om vervolgens een onderzoeksvraag te formuleren met een CC of NC invalshoek.
3. Inventariseren van (1) wetenschappelijke teksten en van (2) berichten uit de media voor het
maken van twee flow charts.
4. Coderen en analyseren van teksten met behulp van Taguette
De opdracht
• Vraag
• Data
• Analyse
• Antwoord
• Reflectie
• Bijlagen
, Hoorcollege media narratieven
Culturele criminologie
Wat gaan we bespreken over CC
• Verhouding CC tot mainstream criminologie
• Theoretische uitgangspunten CC
o Birmingham School
Subcultuur van verzet
o Chicago School
Etnografie
• Verstehen
• Voorgrond
Structuur
• Term uit de sociologie
• De door de mens bedachte en gemaakte samenleving met al zijn organisaties, regels en
groeperingen = structuur
o Iedere samenleving kan je zien als een structuur
• Je kan denken aan secularisering, neoliberalisme (marktwerking), globalisering (wat bij jou
beïnvloed wordt door grotere bewegingen)
• ….niet overal in gelijke mate (Hier komen we in college 6 op terug)
Cultuur
• Het geheel van ervaringen, kennis, normen, waarden, betekenissen en symbolen dat leden
van een bepaalde groep met elkaar delen en gebruiken om te reageren op kansen en
bedreigingen = cultuur
o Hun wereldbeeld/bagage die ze met hun meedragen, vaak onbewust, om dingen die
op hun pad komen te bekijken en gebruiken.
• Gedachtengoed dat (mede) het gedrag bepaalt: het is voor jou belangrijk
• Adaptief. Het moet de groep helpen: je moet er iets aan hebben
• Dynamisch. Cultuur als houvast of als ballast
• Als de context verandert, …. Migranten passen zich aan: het land is heel anders dan het land
waar ze vandaan komen. Ze willen graag hun eigen identiteit houden (geloof, etc.) maar
veranderen ook. Passen zich aan, gaat soms met botsen maar vaak ook heel geleidelijk.
Passen zich aan omdat het botsen alleen maar energie/oorlog veroorzaakt.
met het adaptieve komt een dynamisch iets: cultuur is niet iets wat voortdurend hetzelfde
blijft. Als de context veranderd, moet je mee.
• Let op! Cultuur is geen ding; geen reïficatie
o Het is een geheel van gedachtes.
Positivistisch (Auguste Comte)
• Je kan de sociale wetenschap net als natuurwetenschap zien
• Maar, in sociale wetenschap is weinig gelegenheid voor experimenten; altijd verstorende
factoren
• Feiten zijn belangrijk, maar er is meer
• Hoe worden feiten weergegeven, voorgesteld, geïnterpreteerd?
• Hoe kijken mensen ernaar?: wat betekend het voor degene die het doen.
Hoe kijken we naar criminaliteit?
• Waarom zijn we bang voor de ene vorm van criminaliteit en niet voor de andere?
o Perceptie (welke bril zet je op) is niet neutraal.
Hoorcollege aantekeningen Media Narratieven Analyse
Hoorcollege 1: Introductie en Culturele Criminologie
In dit college
• Opbouw van de cursus
• Opfrissen kwalitatieve methode
• Culturele Criminologie
Welk verhaal wordt verteld, wat is de betekenis ervan en hoe wordt die betekenis bepaald?
- hier gaat het vak over
Inhoud MNA
Theorie bevat deze 2 stromingen:
• Culturele Criminologie
• Narratieve Criminologie
Methode
Kwalitatieve Analyse
Voortzetting B2
• Kwalitatieve Methoden en Technieken van Criminologisch Onderzoek
• Bachelor tweede jaar
• Interviewen en Observeren
• Documenten, teksten, beelden kwamen weinig ter sprake gaan we nu doen
• Kwalitatieve Analyse, hoe gaat dat?
Kwalitatief
• Wat voor soort onderzoek is dat?
• Hoe voer je dat uit?
Lineair kwantitatief onderzoek
kwantitatief gaat uit van een
deductieve benadering: begint bij
de literatuur, wat is er bekend en
waar wil ik antwoord op. Je volgt
dit hele schema links.
De stappen worden altijd in deze
volgorde doorlopen, het kan geen
andere volgorde aannemen.
Een instrument is bijvoorbeeld
een vragenlijst.
,Hoorcollege media narratieven
Deductie
• Vanuit een bestaande theorie vertrekken en methode en analyse daarop baseren.
Hypothesen kunnen dienst doen als analytisch kader om data te categoriseren. Onderzoek is
goed te koppelen aan bestaande literatuur.
• De werkelijkheid past niet altijd in de theorie. Zaken kunnen daarom worden uitgesloten, ze
worden geacht er niet te zijn
• Sluiten theoretische constructies wel aan bij wat ‘gewone mensen’ zeggen, doen en denken?
tekortkoming van deductie is dus dat hij alleen theorie gestuurd is
Inductie
• Vanuit de data een theorie opbouwen
o Theorie die bij deductie leidend is, is er nu dus niet.
• Kan lastiger zijn, je hebt geen houvast
• Dit vergt wel een goede voorbereiding
• Niet theorie als leidraad, maar zoeken naar betekenis in gegevens
• Ideeën van populatie binnen maatschappelijke context
• Dit is niet a-theoretisch. Bevindingen moeten worden gepresenteerd in hun verhouding tot
bestaande literatuur
o Koppeling met de theorie is er dus wel, maar komt in een latere fase
Cyclus van kwalitatief onderzoek
je begint bij een probleem,
formuleert een vraag, kijkt waar
je het kan onderzoeken, bepaalt
je waarneming, vraagt
toestemming, data verzamelen,
data analyseren en een
rapportage.
Het is een cirkel omdat je tijdens
de data verzameling al bezig
bent met het analyseren ervan.
Het is dus geen lineair proces als
bij kwantitatief.
Zo kan je je onderzoeksvraag herformuleren later, je locatie veranderen, etc.
Het is een cyclus die meerdere keren doorlopen wordt waarbij je de stappen meerdere keren
doorloopt zodat je tot een maximaal resultaat komt.
Kwalitatief
• Kwalitatief onderzoek biedt een manier om een verschijnsel te onderzoeken vanuit het
perspectief van de betrokkenen
• Werkelijkheid zien en begrijpen zoals zij dat doen
• Dit wordt ook wel Verstehen (Max Weber) genoemd
• Nabijheid: je kan dit onderzoek doen omdat je dichtbij komt (bijv. bij mensen)
• Van binnenuit
• ‘Emic’: zoals zij dat zien, bekeken door hun bril
,Hoorcollege media narratieven
Kwalitatief, niet makkelijk
• Anders dan bij kwantitatief onderzoek is het steeds de onderzoeker die zelf ‘in het veld’ de
data verzamelt
• Persoonlijk contact hebben met je respondenten
• Je bent niet de baas: je gaat als onderzoeker ergens heen
• Je moet flexibel zijn
• Achter je bureau vandaan
• ‘Binnen’ komen: de afstand klein maken. Niet als een buitenstaander over de heg kijken maar
dichtbij komen
Sterke punten Kwalitatief
• ‘Thick Description’: kijken naar in welke context het plaats vindt, breed beschrijven.
• Verstehen
• Emic perspectief
• Mensen van vlees en bloed zichtbaar maken
• Structuur en cultuur als context van handelen
o Structuur: samenleving waarin het plaatsvind
o Cultuur: de manier waarop je groep die je bestudeert ernaar kijkt.
• Inzichtelijk maken van betekenisgeving: betekenis die zij eraan geven
MNA…. Analyse… Tekst
• We gebruiken tekst
• Tekst kan een bron zijn: documenten, boeken, dossiers, …
• Tekst is de manier waarop data zijn vastgelegd: getranscribeerde interviews, fieldnotes,
documenten
• Tekst is de standaard vorm van data in (kwalitatief) onderzoek
• Daarnaast bestaan ook visuele en online analyses. Die blijven in hun specifieke vorm in dit
vak buiten beschouwing
Practicum
• 4x op donderdag of vrijdag
• Software Taguette
• Werken in subgroepen aan eigen onderzoek
• Indeling wordt gemaakt tijdens eerste practicum
• Lees daarna de twee artikelen van je eigen subgroep
Vier Practicums
1. Introductie analyse programma Taguette
2. Bespreken van de gelezen artikelen en verzamelen van aanvullende wetenschappelijke
teksten om vervolgens een onderzoeksvraag te formuleren met een CC of NC invalshoek.
3. Inventariseren van (1) wetenschappelijke teksten en van (2) berichten uit de media voor het
maken van twee flow charts.
4. Coderen en analyseren van teksten met behulp van Taguette
De opdracht
• Vraag
• Data
• Analyse
• Antwoord
• Reflectie
• Bijlagen
, Hoorcollege media narratieven
Culturele criminologie
Wat gaan we bespreken over CC
• Verhouding CC tot mainstream criminologie
• Theoretische uitgangspunten CC
o Birmingham School
Subcultuur van verzet
o Chicago School
Etnografie
• Verstehen
• Voorgrond
Structuur
• Term uit de sociologie
• De door de mens bedachte en gemaakte samenleving met al zijn organisaties, regels en
groeperingen = structuur
o Iedere samenleving kan je zien als een structuur
• Je kan denken aan secularisering, neoliberalisme (marktwerking), globalisering (wat bij jou
beïnvloed wordt door grotere bewegingen)
• ….niet overal in gelijke mate (Hier komen we in college 6 op terug)
Cultuur
• Het geheel van ervaringen, kennis, normen, waarden, betekenissen en symbolen dat leden
van een bepaalde groep met elkaar delen en gebruiken om te reageren op kansen en
bedreigingen = cultuur
o Hun wereldbeeld/bagage die ze met hun meedragen, vaak onbewust, om dingen die
op hun pad komen te bekijken en gebruiken.
• Gedachtengoed dat (mede) het gedrag bepaalt: het is voor jou belangrijk
• Adaptief. Het moet de groep helpen: je moet er iets aan hebben
• Dynamisch. Cultuur als houvast of als ballast
• Als de context verandert, …. Migranten passen zich aan: het land is heel anders dan het land
waar ze vandaan komen. Ze willen graag hun eigen identiteit houden (geloof, etc.) maar
veranderen ook. Passen zich aan, gaat soms met botsen maar vaak ook heel geleidelijk.
Passen zich aan omdat het botsen alleen maar energie/oorlog veroorzaakt.
met het adaptieve komt een dynamisch iets: cultuur is niet iets wat voortdurend hetzelfde
blijft. Als de context veranderd, moet je mee.
• Let op! Cultuur is geen ding; geen reïficatie
o Het is een geheel van gedachtes.
Positivistisch (Auguste Comte)
• Je kan de sociale wetenschap net als natuurwetenschap zien
• Maar, in sociale wetenschap is weinig gelegenheid voor experimenten; altijd verstorende
factoren
• Feiten zijn belangrijk, maar er is meer
• Hoe worden feiten weergegeven, voorgesteld, geïnterpreteerd?
• Hoe kijken mensen ernaar?: wat betekend het voor degene die het doen.
Hoe kijken we naar criminaliteit?
• Waarom zijn we bang voor de ene vorm van criminaliteit en niet voor de andere?
o Perceptie (welke bril zet je op) is niet neutraal.