Werkcollege week 1
2 soorten kosten
- Product costs (fabricage kosten)
o Direct materials = directe grondstoffen/kosten
o Direct labour = directe arbeidskosten toegewezen aan
individuele producten.
o Manufacturing overhead = afschrijvingen, onderhoudskosten.
Indirecte materialen (moeilijk te traceren) en indirecte arbeid
(moeilijk toe te wijzen) horen hier ook bij. Zijn alle
fabricagekosten die niet direct material of direct labour zijn.
Kosten die direct of indirect samenhangen met productie,
eerst als voorraad op de balans en als product wordt
verkocht dan pas kosten boeken als kosten van verkochte
producten op resultatenrekening (dan pas zijn het
uitgaven).
Zeep en handdoeken voor na shift, supervisor salaris,
warmte/water/gas voor fabriek, verzekering medewerkers
fabriek, afschrijving stoel en tafel kantine, design voor
verpakking
- Periodic costs (niet-fabricage kosten)
o Sales general admin costs = administratieve kosten,
boekhoudkosten, public relations
o Marketing or selling costs = Kosten voor klanten bestelling
plaatsen en product ontvangen.
Direct in het resultaat op de resultatenrekening, niet op de
balans. Aangezien kosten horen bij een tijdsperiode en niet
direct bij productie.
Salaris personeel finished goods, material special transport,
advertenties, afschrijving jet van bedrijf
Conversiekosten = manufacturing overhead + direct labour
Vervaardigingskosten = direct materials + direct labour
Gedrag van kosten voorspellen bij veranderende activiteiten:
Variabele kosten
- Kosten per tijdseenheid is niet variabele kosten.
- Variëren met hoeveel geproduceerd of verkocht.
- Per stuk altijd constant
- Bijv kosten van direct materials
Vaste kosten
- In totaal constant altijd, ongeacht productieniveau
, - Kosten per product (per unit) dalen als productieniveau toeneemt
- Vaak toegerekend als period cost
- Bijv huurkosten
Differential costs = verschil in kosten tussen twee alternatieven. De
kosten veranderen als het gevolg van het nemen van een specifieke
beslissing. Bijv uitbreiding van productielijn en de extra kosten die daarvan
komen.
Bestaat uit twee soorten:
- Incremental costs = toenemen van kosten
- Decremental costs = afnemende kosten van het ene alternatief naar
het andere
Opportunity costs
- Worden gevormd door het mogelijke voordeel dat wordt opgegeven als
het ene alternatief wordt gekozen ten koste van de ander.
- Komen niet op de balans, dus niet een variabele of fixed costs
- Bijv €100 per week verdienen, week op vakantie gaan en die €100
mislopen
Verzonken kosten
- Kosten hebben zich al voorgedaan en kunnen niet worden
teruggedraaid.
- Deze kosten negeren bij het maken van een beslissing.