Blok 2.3 – Neurorevalidatie
,INHOUDSOPGAVE
Medisch Biologisch ................................................................................................................................ 3
College 1 “Motorisch leren, motorische revalidatie” ............................................................................. 3
College 2 “Multiple sclerose” ................................................................................................................ 8
College 3 “CVA”.................................................................................................................................. 15
College 4 “CVA & dementie” .............................................................................................................. 21
College 5 “Traumatisch hersenletsel” ................................................................................................ 30
College 6 “Parkinson” ......................................................................................................................... 34
College 7 “Samenvatting” ................................................................................................................... 39
Gedrag en Communicatie .................................................................................................................... 48
College 1 “Interculturele communicatie – TOPOI” ............................................................................. 48
College 2 “Neuropsychologische verschijnselen bij hersenletsel” ..................................................... 52
College 3 “Multiple sclerose & kwaliteit van leven” ............................................................................ 58
College 4 “Traumatisch hersenletsel, CVA & Parkinson” .................................................................. 61
College 5 “Dementiële beelden” ......................................................................................................... 66
Fysiotherapeutische Zorg ................................................................................................................... 74
College 1 “Introductie in de neurorevalidatie” .................................................................................... 74
College 2 “Onderzoek bij centraal neurologische aandoeningen” ..................................................... 75
College 3 “Schouder en CVA” ............................................................................................................ 77
College 4 “Behandeling van centraal neurologische aandoeningen” ................................................ 80
College 5 “Motor control & motor learning” ........................................................................................ 82
College 6 “Klinimetrie” ........................................................................................................................ 85
College 7 “Functionele elektrostimulatie” ........................................................................................... 87
College 8 “Multidisciplinair samenwerken” ......................................................................................... 89
College 9 “Ergotherapie – neuropsychologische functies” ................................................................ 92
,MEDISCH BIOLOGISCH
COLLEGE 1 “MOTORISCH LEREN, MOTORISCHE REVALIDATIE”
Met een basis van ingeslepen patronen en reflexen (zoals de slikreflex), gaan wij in ons
leven compleet nieuwe bewegingen leren. De basispatronen spelen hierbij een voortdurende
belangrijke rol. Bij mensen met een pathologische verandering zie je vaak dat de
aangeleerde bewegingen verdwijnen, maar de basispatronen aanwezig blijven. Dit resulteert
bijvoorbeeld in standsveranderingen, houdingsveranderingen en automatische bewegingen
waar je weinig/geen controle over hebt.
In een aangepaste situatie kun je dingen die je al eerder geleerd hebt op een andere manier
aanleren, zodat je de beweging nog steeds kunt uitvoeren. Als er geen plasticiteit van onze
hersenen zou zijn, zou je niet kunnen leren.
Herstel, leren en revalidatie zijn vergelijkbare processen.
Lokalisatie: door het zenuwstelsel.
Uitgangspunten: leren verandert de structuur en functies van de hersenen, dit wordt
ook wel de plasticiteit van de hersenen genoemd.
De primaire gebieden zijn vaak zo gespecialiseerd, dat je dit direct kunt waarnemen en de
afgenomen functies worden overgenomen door andere delen. Herstel en leren hebben
dezelfde onderliggende mechanismen, namelijk modificatie en afstemming van de
synaptische verbindingen.
Plasticiteit
Korte termijn veranderingen in effectiviteit en sterkte van neuronale verbindingen: een
voortdurende verandering om zich aan te passen aan de (huidige) situatie. Dit leidt tot
structurele veranderingen:
Het verdwijnen van synapsen en verbindingen die je niet/nauwelijks gebruikt;
Een toenemende dikte en snelheid bij vaak gebruikte verbindingen.
Als kind heb je veel verbindingen, die weinig gespecialiseerd zijn. Naarmate je steeds meer
leert en ouder wordt, krijg je minder verbindingen, die wel gespecialiseerd zijn. De
mogelijkheden van je brein om zich aan te passen nemen gedurende je leven af. Hoe jonger
mensen zijn, hoe sneller en makkelijker zij revalideren, omdat hun hersenen nog een stuk
plasticer zijn.
Plasticiteit stelt ons in staat om structurele veranderingen aan te brengen na het oplopen van
hersenletsel: remapping van de (secundaire) motorische en (secundaire) sensorische cortex.
Bij schade aan de primaire motorische schors is het niet mogelijk om een patiënt weer een
normaal bewegingspatroon aan te leren. Dit zal met aanpassingen moeten.
Leren
Neuropsychologen zeggen dat leren bestaat uit een combinatie van:
Het opslaan en onthouden van informatie: gebeurt in de hippocampus en
amygdala. Je hebt dit nodig om toegang te krijgen tot je langetermijngeheugen.
Aanpassingen van de hersenen: zorgt voor nieuwe en snellere verbindingen.
Anticipatie: cerebellum. Je kunt cognitief en motorisch anticiperen.
Onze hersenen hebben een voorgeprogrammeerd brein voor de meest natuurlijke situaties
waarmee we zijn (en zullen worden) geconfronteerd. Hierdoor kunnen we vergelijkbare
situaties snel herkennen en interpreteren door veel opties automatisch uit te sluiten. Dit
wordt gedaan op basis van (eerdere) ervaringen. Het systeem heeft ook een negatieve kant,
omdat wij hierdoor misleid kunnen worden in bepaalde situaties.
, Geheugen
Leren: het proces waarbij we informatie tot ons nemen en hier gebruik van kunnen
maken.
Geheugen: slaat de informatie op die we leren en creëert de mogelijkheid om hier
gebruik van te kunnen maken.
Het kortetermijngeheugen heeft een beperkte capaciteit en duurt slechts enkele seconden tot
minuten. Een voorbeeld hiervan is het vocale geheugen, zoals het onthouden van een
telefoonnummer.
Het langetermijngeheugen zorgt voor functionele veranderingen in de efficiëntie van de
hersenen en structurele veranderingen in de synaptische verbindingen. Zo kunnen er nieuwe
verbindingen worden gemaakt, maar er kunnen ook verbindingen verdwijnen, omdat de
hersenen zich verder specialiseren.
Herinneringen (en dus het geheugen) wordt over de gehele associatieve cortex (of de
tertiaire cortex) opgeslagen. Eén specifiek geheugen wordt waarschijnlijk op verschillende
plaatsen/kwabben opgeslagen.
Plasticiteit en leren
Er liggen twee basisprincipes ten grondslag aan leren: habituatie en sensitisatie.
Habituatie of adaptatie (= aanpassing)
Verminderde synaptische activiteit, na herhaalde korte termijn blootstelling aan dezelfde
prikkel. Dit leidt tot een verminderde activiteit van EPSP (Excitatory Post Synaptic Potential)
van de:
Sensorische neuron op interneuron en/of;
Zintuigelijke neuron op motorneuron.
Dit primaire effect kan enkele minuten duren.
Herhaalde langdurige blootstelling kan leiden tot structurele veranderingen in neuronen:
Verminderde activiteit van synaptische verbindingen;
Verlaagd aantal synapsen.
Habituatie bij dieren
Ook bij dieren zorgt repetitieve stimulatie tot een verminderde reactie, vanwege:
Langer durende verminderde productie van neurotransmitters;
Er zijn geen veranderingen in post-synaptische receptoren.
Habituatie bij gewervelde dieren houdt geen geheugenopslag in de tertiaire gebieden in en is
het resultaat van structurele veranderingen in de normale sensorische en/of motorische
paden.
Habituatie bij mensen
Wat zijn de implicaties voor fysiotherapeutisch behandelen?
Wanneer de patiënten met de therapie beginnen kunnen ze een snelle afname van
hun klacht(en) ervaren.
Na een korte periode zullen de klachten terugkomen (verdwijnen van functionele
aanpassing), omdat er geen geheugenopslag is.
Wanneer de therapie vaker gedurende dagen/weken wordt herhaald, zal de klacht
voor een veel langere periode of permanent verminderen/verdwijnen.
Sensitisatie (= verhoging van de gevoeligheid)
Sensitisatie: een stimulans voor het ene pad zorgt voor een verhoogde reflexsterkte
in het andere pad (een versterkt stimulus-respons). In feite hebben de twee prikkels