1. Inzicht in controles en voorlichting in het kraambed bij moeder, vanaf 2 uur post partum tot 8
dagen
Draag er zorg voor dat in ieder geval het minimale aantal huisbezoeken wordt aangeboden. Bij een
eerstelijns partus (thuis of poliklinisch) is de minimale zorg in het kraambed 4 postnatale
huisbezoeken:
1) aanwezig na bevalling en/of bezoek in eerste 24 uur;
2) op dag 2;
3) op dag 3 of 4;
4) een afsluitend bezoek tussen dag 8-14 (zie tabel 6.2)
Indien een vrouw niet in de eerste lijn is bevallen kan in het algemeen voor het minimale aantal
huisbezoeken de volgende momenten worden aangehouden:
- binnen 24 uur na de bevalling of na thuiskomst uit het ziekenhuis
- indien van toepassing op de 3e of 4e dag postpartum
- afsluitend bezoek op of na de 8e dag postpartum.
Plan de postnatale huisbezoeken in overleg met de kraamvrouw. Houdt daarbij rekening met het
verloop van de bevalling, pariteit, eventuele risicofactoren en complicaties in de kraamperiode,
de lichamelijke en emotionele conditie en de behoefte van de kraamvrouw.
Draag er zorg voor, in geval van een eerstelijns gestarte bevalling, dat de verloskundige die
betrokken was bij de bevalling in de eerste week postpartum een huisbezoek aflegt om de
bevalling te evalueren.
Streef naar continuïteit van zorgverlening door het aantal verloskundigen dat betrokken is bij de
postnatale begeleiding te beperken. Zorg voor een goede overdracht.
Onderwerpen van voorlichting bij postnatale huisbezoeken:
Wanneer Wat
Eerste 24 uur postpartum Fysiologisch herstel: hierbij aandacht hebben
voor verschil in herstel na verschillend verloop
van de partus en verschil tussen nulliparae en
multiparae.
Beladvies t.a.v. tekenen en symptomen van
pathologie.
Hygiëne.
Voeding pasgeborene.
Vitamine K.
Aangifte gemeente.
2e tot 7e dagen postpartum Fysiologisch herstel.
Leefstijl.
Seksualiteit en anticonceptie (indien gewenst)
Contact en gedrag van de pasgeborene: huilen,
slapen, tegengaan voorkeurshouding.
Transitie naar het ouderschap: contact maken
met het kind, lichamelijk contact, veranderende
rolverdeling.
Hyperbilirubinemie.
Voeding pasgeborene, zowel borst- als
kunstvoeding .
1
, Gebruik van vitamine K en D vanaf de 8e dag.
Hielprik en gehoorscreening.
Veiligheid.
Week 2 tot 8 postpartum Fysiologisch herstel.
Jeugdgezondheidszorg.
Seksualiteit en anticonceptie.
Verzekeringen.
Bij de huisbezoeken is er sprake van een persoonlijke benadering met aandacht voor de
emotionele aspecten bij de transitie naar het ouderschap.
Stem met de kraamvrouw af wanneer het laatste huisbezoek in de kraamperiode wordt afgelegd.
Spreek desgewenst nog één of meer contactmoment(en) af na de afsluiting van de
kraamperiode. Vraag alle vrouwen bij het laatste huisbezoek in de kraamperiode of de
symptomen van baby blues (bijvoorbeeld huilerigheid, angstgevoelens en sombere stemming)
nog aanwezig zijn.
Wanneer de symptomen nog aanwezig zijn, bied haar een afspraak voor een extra
contactmoment (telefonisch of huisbezoek) of een verwijzing naar de huisarts. Daarnaast wordt
een nacontrole afspraak bij 6 tot 8 weken postpartum ingepland.
Informeer vrouwen over het doel van de nacontrole en nodig elke kraamvrouw hiervoor uit 6 tot
8 weken postpartum.
Streef ernaar dat de nacontrole verricht wordt door een voor de cliënt vertrouwde verloskundige
zorgverlener (de coördinerend zorgverlener of zorgverlener die de partus heeft begeleid).
Geef voldoende aandacht aan het lichamelijke en psychosociale herstel van de vrouw en de
transitie naar het ouderschap. Geef voorlichting op maat en verricht op indicatie lichamelijk
onderzoek. Daarnaast wordt er preconceptioneel advies gegeven voor eventuele toekomstige
zwangerschappen.
Zorg, na toestemming van de kraamvrouw, voor een complete en tijdige overdracht naar andere
zorgverleners, waaronder de huisarts en JGZ, waarbij de continuïteit van zorg wordt
gewaarborgd. Maak hierbij, indien van toepassing, gebruik van bestaande formats.
Alle betrokken professionals nemen in het kader van de ketenzorg over en weer contact op bij
vragen of onduidelijkheden en maken afspraken omtrent verantwoordelijkheden.
Minimaal aantal contactmomenten verdeeld over verschillende zorgverleners:
Eerste 24 uur Dag 2- dag 7 postpartum Dag 8 -week 6
postpartum
Verloskundig Aanwezig na Bezoek op dag 2, bezoek op Afsluitend bezoek,
zorgverlener bevalling en/of dag 3 of 4, indien nacontrole in of na
bezoek in eerste verloskundige hielprik doet week
24 uur extra bezoek tussen dag 4
en
Kraamverzorgende Aanwezig Dagelijks aanwezig Afsluitende zorgdag
(dag 7 – 10)
Huisarts Indien gewenst een sociaal Eventueel huisbezoek
bezoek na dag 10.
JGZ verpleegkundige Indien JGZ verpleegkundige In elk geval één
de hielprik doet, bezoek bezoek vóór einde 2e
tussen dag 4 en dag 7 (in levensweek
combinatie met
gehoorscreening)
JGZ arts Lichamelijk onderzoek
kind op
2