1. De VIO legt uit hoe de hormoonhuishouding verandert postpartum (snelle veranderingen).
Na de geboorte van de placenta dalen de concentraties van oestrogenen, progesteron, HCG en HPL
in het bloed zeer snel.
- Oestrogenen: na de bevalling is er een snelle daling hiervan en hierdoor involueert de uterus
zeer snel.
o Lage concentraties leiden tot post partum depressie symptomen.
o Reguleert neurotransmitters voor de productie van serotonine, norepinephrine,
dopamine en meer.
o Helpt bij het reguleren van de stressrespons en cortisol van het lichaam.
- Progesteron: na de bevalling is er een snelle daling hiervan en hierdoor involueert de uterus
zeer snel.
o Significant hormoon in post partum depressie
o Veranderingen in verband met vermoeidheid, huilen, angst, vreemde gedachten,
slechte eetlust en verdriet.
- Oxytocine: onder invloed van oxytocine treden er naweeën op, vooral tijdens de
borstvoeding.
o Gemaakt in de hypothalamus, hypofyse laat het vrij.
o Bevordert hechting tussen moeder en kind
o Lagere concentraties gekoppeld aan post partum depressie.
- Prolactine: deze is tijdens de zwangerschap verhoogd, daalt direct post partum, maar stijgt
daarna onmiddellijk, althans wanneer BV wordt gegeven. Tijdens de zwangerschap en in de
kraamperiode bestaat hyperprolactinemie doordat de afgifte van dopamine op
hypothalamisch niveau is afgenomen. Dopamine remt de prolactineafgifte in de hypofyse;
door de geringe dopamineafgifte tijdens de zwangerschap en in de kraamperiode stijgt de
prolactine spiegel.
o Geproduceerd in de hypofyse
o Verantwoordelijk voor waakzaamheid; als het uit balans is, leidt het tot
agitatie/prikkelbaarheid
- Schildklierhormoon:
o Post partum fluctuaties in de schildklier kunnen auto-immuniteit veroorzaken.
o ‘Hashimoto’s thyroïditis’ bootst de psychiatrisch symptomen van post partum
depressie na.
o Functie keert terug naar normaal binnen 12-18 maanden na de geboorte, voor de
meeste vrouwen.
,2. De VIO legt uit hoe de hormoonhuishouding verandert tijdens het ontzwangeren (lange termijn
veranderingen).-> hormonale regulatie borstvoeding.
Hormonale regulatie borstvoeding
De zoogstimulus remt de afgifte van GnRH door de hypothalamus. De hypofyse produceert daardoor
nog nauwelijks FSH en LH, hetgeen ertoe leidt dat de ovariumfunctie niet op gang komt, de
concentratie van oestrogenen laag blijft en er sprake is van anovulatie en amenorroe:
lactatieamenorroe.
Als een vrouw geen borstvoeding geeft, zal de hyperprolactinemie snel verdwijnen; de afgifte van
FSH en LH uit de hypofyse neemt toe en de ovariumfunctie komt op gang. Het tijdstip van de eerste
ovulatie kan niet precies worden voorspeld, maar die kan plaatsvinden omstreeks de 4-5 e week. De
eerste menstruatie komt dus in de 6-7e week. Dit proces wordt nog versneld wanneer de vrouw een
dopamineagonist gebruikt om de lactatie te remmen.
Herstel menstruatiecyclus zonder het geven van borstvoeding
Na de geboorte van de placenta dalen de concentraties van oestrogeen, progesteron, HCG (humaan
chorion gonadotrofine) en hPL (humaan placentair lactogeen) zeer snel. Postpartum daalt het
prolactinegehalte gelijk. Hierdoor is er geen negatieve terugkoppeling meer met GnRH waardoor er
weer LH en FSH wordt aangemaakt. De oestrogeen en progesteron productie komt nu ook weer op
gang. Het baarmoederslijmvlies komt weer na 2 tot 3 weken in de proliferatiefase en de eerste
ovulatie kan na 4 tot 5 weken optreden. Wanneer het baarmoederslijmvlies in de secretiefase is
geweest kan de menstruatie in de 6e of 7e week plaatsvinden. Wanneer er een dopamineagonist
wordt gebruikt tijdens de zwangerschap blijft het prolactine niveau in de zwangerschap laag en kan
de eerste ovulatie rond de twintigste dag plaatsvinden en de menstruatie rond de vijfendertigste.
, 3. De VIO legt uit hoe de seksuele responscyclus werkt en wat de veranderingen hierin zijn na de
bevalling.
Inzicht krijgen in de seksualiteit post partum
Op seksueel gebied kunnen zich ook problemen voordoen, vooral de eerste weken. Vaak is er enige
dyspareunie (pijn bij het vrijen), als gevolg van een ruptuur of episiotomie, of door atrofie van het
vagina-epitheel tijdens borstvoeding. Veel aandacht gaat naar het kind en minder naar de partner.
Ook het geven van borstvoeding kan een verandering veroorzaken, bijvoorbeeld door melkafvloed bij
seksuele opwinding. De meeste problemen lossen zich vanzelf op, maar bij persisteren zijn nader
onderzoek en begeleiding nodig. Overigens blijkt uit Amerikaans onderzoek dat ong. 50% van de
paren na 6 weken nog niet tot coïtus is gekomen.
Een gesprek over seksualiteit en anticonceptie is vaak zinvol. De geboorte van een kind is
geassocieerd met klachten op het gebied van seksualiteit: dyspareunie, verminderd libido, vaginale
droogheid en problemen met het bereiken van een orgasme. Ruim 80% van de vrouwen ervaart in de
eerste 3 maanden problemen op het gebied van seksualiteit en na een halfjaar is dat nog 60%.
Het seksueel functioneren post partum wordt beïnvloed door fysieke, psychische en culturele
factoren. Vooral een perineumletsel en een laesie van de labia minora of het gebied rond de clitoris
kunnen het libido beïnvloeden en een coïtus pijnlijk maken. Verder spelen het geven van
borstvoeding, moeheid en ook wel postpartumdepressie een rol.
De vrouw heeft soms weinig interesse voor seksualiteit omdat de zorg voor de baby haar volledig
opeist en veel van haar energie en nachtrust vraagt. De vader voelt zich soms wat buitengesloten
door zijn eigen kind. Ook culturele factoren zijn van invloed. In sommige culturen en bij sommige
religies wordt totale seksuele onthouding gedurende een bepaalde periode voorgeschreven, omdat
bloed, en vooral bloed na de bevalling, als onrein wordt beschouwd.
Tijdens de borstvoeding zijn de oestrogeenspiegels laag, waardoor de vaginawand droog wordt en de
coïtus pijnlijk kan zijn. Het is dan belangrijk meer tijd te nemen zodat de vrouw seksueel
opgewonden raakt en voldoende vochtig wordt. Het gebruik van een glijmiddel op waterbasis is
meestal niet nodig.
Tijdens het orgasme van de vrouw komt oxytocine vrij, waardoor het toeschietreflex gestimuleerd
wordt en melk gaat stromen. Wanneer het paar dit onplezierig vindt, helpt het de baby voor het
vrijen te laten drinken of melk af te kolven. De melkstroom stopt ook wanneer er wat tegendruk op
de tepels wordt gegeven.
Seksualiteit en intimiteit kunnen op verschillende manieren worden beleefd en geuit. Er is geen exact
tijdstip aan te geven waarop de vaginale coïtus weer hervat kan worden. Uit een
dwarsdoorsnedeonderzoek onder 800 primipara bleek dat 32% gemeenschap heeft gehad binnen 6
weken pp. Na een halfjaar is dat bijna 90% van de primipara. Vrouwen met een perineumruptuur of
episiotomie hebben 6 maanden pp vaker geen coïtus gehad. Na een jaar is er geen verschil meer
tussen vrouwen met en zonder perineumlaesie.