ICW SAMENVATTING
HOORCOLLEGE 1(H1)
Communicatie = het relationele proces van het creëren en interpreteren van
boodschappen (berichten; tekstbericht/ nieuwsartikel) die een reactie uitlokken.
Met als doel de (nieuwe) media- en communicatie in kaart brengen, bestaande
theorieën evalueren en nieuwe ontwikkelen om de gevolgen te begrijpen.
Communicatiewetenschap = onderzoek naar zender (productie), boodschap (inhoud)
en ontvanger (gebruik, interpretatie, effecten)
Waarom zijn sociale wetenschappen lastiger te onderzoeken dan
natuurwetenschappen?
o Menselijk gedrag is moeilijk te meten
o Menselijk gedrag is enorm complex
o Mensen hebben goals en zijn bewust (we reflecteren op ons gedrag)
o Causaliteit is lastig vast te stellen als het om ons zelf gaat
Mass communication = Occurs when large organizations, legacy media (older forms
of media) or social media, use media technology to attract large numbers of people and
train or condition them to routinely and frequently use their messages. (new definition)
Mediated communication = communication between a few or many people that
employs a technology as a medium
Interpersonal communication = Communication between two or a few people,
typically face-to-face
Mediatisering = manier waarop andere instellingen zich aanpassen aan de logica van
de media-instelling (je moet het spel spelen volgens de regels van de media) Media
hebben namelijk ook eigen doelen, belangen.
› Media in bedrijfsleven; PR en reputatie is alles!
› (Internationale) politiek: wordt beïnvloed door media: voorbeeld in oorlog om
zo mensen in het leger te krijgen
› Sport: sporters moeten persconferenties doen (media betaald hun)
› E-sport: mensen kijken naar hoe andere mensen games spelen
› Non-professionele sport: sportbeleving wordt beïnvloed door mediagebruik; als
je strava niet gebruikt heb je eigenlijk niet gesport
› Privéleven: grote momenten willen vastleggen/ delen.
Legacy media = older forms of mass media (newspapers, megazines, radio, movies and
tv). These are operated by large, complex organizations. (developed over past 200
years).
Large-scale social media = dependent on Internet technology for distribution of
messages, also controlled by complex organizations whom seek to attract the attention of
large audiences by various strategies. Some social media’s rely on individuals to create
content (Youtube). Large-scale media is unregulated (no rules)
Marketplace of attention = ‘place’ where social media are competing against each
other and against legacy media to gain and hold the attention of people. Webster says
that the freedom to choose, create and share is diminished by social media themselves
(=there is no freedom social media dominates their users) not able to make rational
choices, they rely on algorithms.
,Big data = allowing large-scale social media to gain ever greater powerful insights into
user behavior.
Communicatiewetenschap:
onderzoek naar zender
(productie, distributie),
boodschap
(inhoud) en ontvanger
(gebruik, interpretatie,
effecten)
—> effectief op het
individu en de
maatschappij
De empirische cyclus:
overservation, induction,
deduction, testing,
evaluation
Empirisch: ervaringen als
bron van kennis
(observatie)
, 1. Observatie: je ziet iets
2. Inductie: algemene
theoretische verklaring
zoeken voor je observatie,
van specifiek —
> algemeen
3. Deduction: hypothese
opstellen, van algemeen —
> specifiek (onderzoek
mogelijk)
4. Testing
5. Evaluation: kijken of je
theorie klop
GEVOLGEN VAN DIGITALE MEDIA
+ Toegang tot informatie is veel groter, veel makkelijk bereikbaar
+ Online onderwijs/ werk
+ Transparantie: meldingen maken als je bent mishandeld bv. snel iets publiekelijk
maken
+ Medische zorg apps, social robots
- hate speech
- privacy schending
- online manipulatie: fake countdown timers op AlieExpress, hidden information
- mental health
Theorie = een georganiseerd geheel van concepten, verklaringen en principes van een
bepaald aspect van het sociale leven dat een menselijke gebeurtenis of gedrag verklaart.
We hebben theorieën nodig om de wereld te begrijpen, ze beïnvloeden hoe we bepaalde
dingen zien. Nodig om ons de weg te wijzen.
HOORCOLLEGE 1(H1)
Communicatie = het relationele proces van het creëren en interpreteren van
boodschappen (berichten; tekstbericht/ nieuwsartikel) die een reactie uitlokken.
Met als doel de (nieuwe) media- en communicatie in kaart brengen, bestaande
theorieën evalueren en nieuwe ontwikkelen om de gevolgen te begrijpen.
Communicatiewetenschap = onderzoek naar zender (productie), boodschap (inhoud)
en ontvanger (gebruik, interpretatie, effecten)
Waarom zijn sociale wetenschappen lastiger te onderzoeken dan
natuurwetenschappen?
o Menselijk gedrag is moeilijk te meten
o Menselijk gedrag is enorm complex
o Mensen hebben goals en zijn bewust (we reflecteren op ons gedrag)
o Causaliteit is lastig vast te stellen als het om ons zelf gaat
Mass communication = Occurs when large organizations, legacy media (older forms
of media) or social media, use media technology to attract large numbers of people and
train or condition them to routinely and frequently use their messages. (new definition)
Mediated communication = communication between a few or many people that
employs a technology as a medium
Interpersonal communication = Communication between two or a few people,
typically face-to-face
Mediatisering = manier waarop andere instellingen zich aanpassen aan de logica van
de media-instelling (je moet het spel spelen volgens de regels van de media) Media
hebben namelijk ook eigen doelen, belangen.
› Media in bedrijfsleven; PR en reputatie is alles!
› (Internationale) politiek: wordt beïnvloed door media: voorbeeld in oorlog om
zo mensen in het leger te krijgen
› Sport: sporters moeten persconferenties doen (media betaald hun)
› E-sport: mensen kijken naar hoe andere mensen games spelen
› Non-professionele sport: sportbeleving wordt beïnvloed door mediagebruik; als
je strava niet gebruikt heb je eigenlijk niet gesport
› Privéleven: grote momenten willen vastleggen/ delen.
Legacy media = older forms of mass media (newspapers, megazines, radio, movies and
tv). These are operated by large, complex organizations. (developed over past 200
years).
Large-scale social media = dependent on Internet technology for distribution of
messages, also controlled by complex organizations whom seek to attract the attention of
large audiences by various strategies. Some social media’s rely on individuals to create
content (Youtube). Large-scale media is unregulated (no rules)
Marketplace of attention = ‘place’ where social media are competing against each
other and against legacy media to gain and hold the attention of people. Webster says
that the freedom to choose, create and share is diminished by social media themselves
(=there is no freedom social media dominates their users) not able to make rational
choices, they rely on algorithms.
,Big data = allowing large-scale social media to gain ever greater powerful insights into
user behavior.
Communicatiewetenschap:
onderzoek naar zender
(productie, distributie),
boodschap
(inhoud) en ontvanger
(gebruik, interpretatie,
effecten)
—> effectief op het
individu en de
maatschappij
De empirische cyclus:
overservation, induction,
deduction, testing,
evaluation
Empirisch: ervaringen als
bron van kennis
(observatie)
, 1. Observatie: je ziet iets
2. Inductie: algemene
theoretische verklaring
zoeken voor je observatie,
van specifiek —
> algemeen
3. Deduction: hypothese
opstellen, van algemeen —
> specifiek (onderzoek
mogelijk)
4. Testing
5. Evaluation: kijken of je
theorie klop
GEVOLGEN VAN DIGITALE MEDIA
+ Toegang tot informatie is veel groter, veel makkelijk bereikbaar
+ Online onderwijs/ werk
+ Transparantie: meldingen maken als je bent mishandeld bv. snel iets publiekelijk
maken
+ Medische zorg apps, social robots
- hate speech
- privacy schending
- online manipulatie: fake countdown timers op AlieExpress, hidden information
- mental health
Theorie = een georganiseerd geheel van concepten, verklaringen en principes van een
bepaald aspect van het sociale leven dat een menselijke gebeurtenis of gedrag verklaart.
We hebben theorieën nodig om de wereld te begrijpen, ze beïnvloeden hoe we bepaalde
dingen zien. Nodig om ons de weg te wijzen.