H6 Waarnemingen
Het waarnemingsproces in vogelvlucht
1. Fysische prikkel bereikt zintuig
2. Zintuig bevat receptoren met specifieke gevoeligheid voor een bepaald
soort energie
3. Receptoren zetten prikkels om in zenuwimpulsen (=transductie) die
doorgestuurd worden naar de hersenen
4. Hersenen interpreteren de zenuwimpulsen en creëren de waarneming
Waarneming als psychologisch fenomeen
Gewaarwording vs. waarneming:
Gewaarwording (sensaties) = zuiver opmerken van prikkels door onze
zintuigen, passief
Waarneming (precepten) = betekenis geven, een interpretatie geven
aan zintuiglijke gewaarwordingen, actief
De lange weg van prikkel tot waarneming
3 psychologische activiteiten:
1. Waarnemen is selecteren
2. Waarnemen is structureren
3. Waarnemen is interpreteren
waarnemen is selecteren
ieder zintuig is gespecialiseerd in het opvangen en verwerken van een
bepaald soort prikkel = de adequate prikkel.
slechts een deel van het hele bereik van adequate prikkels kan verwerkt
worden. vb. ultraviolet of infrarood licht kunnen wij niet waarnemen.
, De minimumintensiteit
prikkels die binnen het waarneembare spectrum vallen, maar niet intens
genoeg zijn, nemen we niet waar
= absolute drempel of detectiedrempel (interpersoonlijke variabiliteit,
evolueert naargelang leeftijd)
maximumdrempel is er niet, wel pijndrempel
vb. oorverdovend lawaai
Selectieve aandacht
op niveau van de hersenen wordt uit de vele prikkels die via de
zintuigen het centrale zenuwstelsel bereiken een tweede selectie
gemaakt
sommige prikkels blijven op de achtergrond, andere worden helemaal niet
waargenomen
Er is nooit 1 absolute waarheid
Doordat de focus op een bep. ding ligt mis je soms andere zaken, legt de
andere persoon zijn focus op iets anders ziet hij jouw ding niet.
( denk aan de Video gorilla experiment)
Waarnemen is een zingevende activiteit.
Beïnvloedende factoren
externe factoren
intensiteit van de prikkel
contrast
verandering
beweging
habituatie = bewustzijn went snel aan onveranderlijke prikkels (vb.muffe geur in
aula)
interne factoren:
behoeften
interesses
verwachtingen
emoties
Het waarnemingsproces in vogelvlucht
1. Fysische prikkel bereikt zintuig
2. Zintuig bevat receptoren met specifieke gevoeligheid voor een bepaald
soort energie
3. Receptoren zetten prikkels om in zenuwimpulsen (=transductie) die
doorgestuurd worden naar de hersenen
4. Hersenen interpreteren de zenuwimpulsen en creëren de waarneming
Waarneming als psychologisch fenomeen
Gewaarwording vs. waarneming:
Gewaarwording (sensaties) = zuiver opmerken van prikkels door onze
zintuigen, passief
Waarneming (precepten) = betekenis geven, een interpretatie geven
aan zintuiglijke gewaarwordingen, actief
De lange weg van prikkel tot waarneming
3 psychologische activiteiten:
1. Waarnemen is selecteren
2. Waarnemen is structureren
3. Waarnemen is interpreteren
waarnemen is selecteren
ieder zintuig is gespecialiseerd in het opvangen en verwerken van een
bepaald soort prikkel = de adequate prikkel.
slechts een deel van het hele bereik van adequate prikkels kan verwerkt
worden. vb. ultraviolet of infrarood licht kunnen wij niet waarnemen.
, De minimumintensiteit
prikkels die binnen het waarneembare spectrum vallen, maar niet intens
genoeg zijn, nemen we niet waar
= absolute drempel of detectiedrempel (interpersoonlijke variabiliteit,
evolueert naargelang leeftijd)
maximumdrempel is er niet, wel pijndrempel
vb. oorverdovend lawaai
Selectieve aandacht
op niveau van de hersenen wordt uit de vele prikkels die via de
zintuigen het centrale zenuwstelsel bereiken een tweede selectie
gemaakt
sommige prikkels blijven op de achtergrond, andere worden helemaal niet
waargenomen
Er is nooit 1 absolute waarheid
Doordat de focus op een bep. ding ligt mis je soms andere zaken, legt de
andere persoon zijn focus op iets anders ziet hij jouw ding niet.
( denk aan de Video gorilla experiment)
Waarnemen is een zingevende activiteit.
Beïnvloedende factoren
externe factoren
intensiteit van de prikkel
contrast
verandering
beweging
habituatie = bewustzijn went snel aan onveranderlijke prikkels (vb.muffe geur in
aula)
interne factoren:
behoeften
interesses
verwachtingen
emoties