Product- en dienst-innovatie
Hoorcollege 1: Welke innovaties zijn er?
Nieuwe waarde creëren innoveren.
Wat is innovatie?
Samenvattend: nieuwe of vernieuwde producten, diensten, processen of
organisatievormen die waarde toevoegen voor de organisatie en/of afnemer.
- “Het tot stand brengen van nieuwe combinaties van zowel technologische
als niet technologische kennis die nieuwe waarde creëren” (Schumpeter,
1912)
- “Vernieuwing die neerslaat in producten, diensten, processen of
organisatievormen” (Ministerie van Economische zaken, 2014)
- “Verandering van de dingen die een organisatie aanbiedt of de manier
waarop zij dit creëert en aflevert” (Tidd, Bessant & Pavitt, 2003)
Vormen van innovatie:
1. Procesinnovatie
2. Productinnovatie
3. Businessmodel innovatie
4. Markt innovatie
Input – bedrijfsproces – product – interactie – klant
Procesinnovatie: Verbeteringen in hoe producten of diensten tot stand komen,
vernieuwingen in het voortbrengingsproces.
Proces met het maken van producten/diensten verandering in aanbrengen.
Afnemers zien er niet veel van maar geeft effect op de prijs en manier waarop ze
product maken.
Productinnovatie: ontwikkeling over tijd (als klant zie je niet hoe het product is
verbeterd, verandering over tijd, ontwikkeling in design gaat langzaam dus wordt
niet als innovatie gezien daarom buiten beschouwing gehouden), innovatie
(verandering is in korte tijd, maar gebeurt snel, disruptieve innovatie waarbij de
markt wordt opgeschud) en incrementele innovatie (veranderingen/innoveren in
kleine stapjes, zet de markt niet op zijn kop. Producten worden verbeterd en je
ziet het verschil met de vorige versie, klanten merken dit en bedrijven besteden
hier aandacht aan. Komt het meeste voor).
(Vraag 1a op het tentamen, het is duidelijk of het disruptieve innovatie is of niet)
Kenmerken van disruptieve innovatie:
- Kan op 2 manieren ontstaan:
1. Aan de onderkant van een bestaande markt óf (onderkant van de markt
is een markt die al bestaat en goedkoper alternatief is. Lager dan huidig
alternatief).
2. Op een compleet nieuwe, niet bestaande markt
- In eerste instantie biedt een disruptieve innovatie een minder goede
prestatie (wanneer het op de markt komt is er ‘iets’ minder dan het
huidige alternatief, bijv batterij)
- Tegelijkertijd worden er wel nieuwe nuttige functionaliteiten toegevoegd
, - Uiteindelijk zet het een bepaalde markt volledig op z’n kop (aangeven op
het tentamen welke markt het op z’n kop KAN zetten)
Als het niet aan een van deze kenmerken voldoet is het niet disruptief, dus
incrementeel.
Verschil met gewone innovatie:
- Bestaande aanbieders maken goede producten nóg beter
- Disruptive innovaties worden in eerste instantie als inferieur gezien door
bestaande klanten van bestaande aanbieders
Disruptie is een proces: de innovatie wordt disruptive als door incrementele
innovatie de prestatie van het oude product of dienst geëvenaard wordt en de
mainstream klanten bereid zijn te switchen naar het nieuwe product.
Businessmodelinnovatie: Dat kan op 3 manieren gedaan worden: de
interactie/relatie met de klant verandert; je gaat chatten ipv gaat bellen. Prijs, de
manier waarop je geld verdient veranderd; verdienmodel dat bijvoorbeeld
transactieverdienmodel is en abonnementsvorm wordt. Distributie; hoe je de p
van plaats veranderd ten opzichte van dat het al is.
Marktinnovatie: eenzelfde product op de markt zetten voor een andere
doelgroep. De doelgroep en de manier hoe je de doelgroep aanspreekt verandert,
werk van een marketeer. Product blijft hetzelfde, dus geen productinnovatie. Dat
een fiets bijvoorbeeld een andere kleur krijgt is een ontwikkeling geen innovatie.
Waarom is innovatie belangrijk?
1. Overleven. Als bedrijf wil je zo lang mogelijk meedraaien.
2. Kansen spreiden. BCG-matrix. Alleen maar stars = onderhouden. Het geld van
cash cows kan je pompen in question marks en stars. Dogs kan je houden om een
bepaalde doelgroep willen behouden, maar je wilt niet alleen maar dogs anders
zit je in een niet-groeiende markt
3. Perfect zijn is niet genoeg. Je moet een balans vinden tussen innoveren en
excelleren. Je moet een goed product op de markt brengen die de behoefte
vervuld van de klant het product is perfect(excellent), maar je moet meegroeien
met je markt (blijven innoveren).
4. Innovatie laat zien dat 80% van de producten die wij over 10 jaar zien, nu nog
niet op de markt zijn en kunnen wij niet voorspellen. Nieuwe producten zorgen
voor kwart procent van de winst. Blijven participeren en innoveren anders mis je
de boot.
,
Hoorcollege 1: Welke innovaties zijn er?
Nieuwe waarde creëren innoveren.
Wat is innovatie?
Samenvattend: nieuwe of vernieuwde producten, diensten, processen of
organisatievormen die waarde toevoegen voor de organisatie en/of afnemer.
- “Het tot stand brengen van nieuwe combinaties van zowel technologische
als niet technologische kennis die nieuwe waarde creëren” (Schumpeter,
1912)
- “Vernieuwing die neerslaat in producten, diensten, processen of
organisatievormen” (Ministerie van Economische zaken, 2014)
- “Verandering van de dingen die een organisatie aanbiedt of de manier
waarop zij dit creëert en aflevert” (Tidd, Bessant & Pavitt, 2003)
Vormen van innovatie:
1. Procesinnovatie
2. Productinnovatie
3. Businessmodel innovatie
4. Markt innovatie
Input – bedrijfsproces – product – interactie – klant
Procesinnovatie: Verbeteringen in hoe producten of diensten tot stand komen,
vernieuwingen in het voortbrengingsproces.
Proces met het maken van producten/diensten verandering in aanbrengen.
Afnemers zien er niet veel van maar geeft effect op de prijs en manier waarop ze
product maken.
Productinnovatie: ontwikkeling over tijd (als klant zie je niet hoe het product is
verbeterd, verandering over tijd, ontwikkeling in design gaat langzaam dus wordt
niet als innovatie gezien daarom buiten beschouwing gehouden), innovatie
(verandering is in korte tijd, maar gebeurt snel, disruptieve innovatie waarbij de
markt wordt opgeschud) en incrementele innovatie (veranderingen/innoveren in
kleine stapjes, zet de markt niet op zijn kop. Producten worden verbeterd en je
ziet het verschil met de vorige versie, klanten merken dit en bedrijven besteden
hier aandacht aan. Komt het meeste voor).
(Vraag 1a op het tentamen, het is duidelijk of het disruptieve innovatie is of niet)
Kenmerken van disruptieve innovatie:
- Kan op 2 manieren ontstaan:
1. Aan de onderkant van een bestaande markt óf (onderkant van de markt
is een markt die al bestaat en goedkoper alternatief is. Lager dan huidig
alternatief).
2. Op een compleet nieuwe, niet bestaande markt
- In eerste instantie biedt een disruptieve innovatie een minder goede
prestatie (wanneer het op de markt komt is er ‘iets’ minder dan het
huidige alternatief, bijv batterij)
- Tegelijkertijd worden er wel nieuwe nuttige functionaliteiten toegevoegd
, - Uiteindelijk zet het een bepaalde markt volledig op z’n kop (aangeven op
het tentamen welke markt het op z’n kop KAN zetten)
Als het niet aan een van deze kenmerken voldoet is het niet disruptief, dus
incrementeel.
Verschil met gewone innovatie:
- Bestaande aanbieders maken goede producten nóg beter
- Disruptive innovaties worden in eerste instantie als inferieur gezien door
bestaande klanten van bestaande aanbieders
Disruptie is een proces: de innovatie wordt disruptive als door incrementele
innovatie de prestatie van het oude product of dienst geëvenaard wordt en de
mainstream klanten bereid zijn te switchen naar het nieuwe product.
Businessmodelinnovatie: Dat kan op 3 manieren gedaan worden: de
interactie/relatie met de klant verandert; je gaat chatten ipv gaat bellen. Prijs, de
manier waarop je geld verdient veranderd; verdienmodel dat bijvoorbeeld
transactieverdienmodel is en abonnementsvorm wordt. Distributie; hoe je de p
van plaats veranderd ten opzichte van dat het al is.
Marktinnovatie: eenzelfde product op de markt zetten voor een andere
doelgroep. De doelgroep en de manier hoe je de doelgroep aanspreekt verandert,
werk van een marketeer. Product blijft hetzelfde, dus geen productinnovatie. Dat
een fiets bijvoorbeeld een andere kleur krijgt is een ontwikkeling geen innovatie.
Waarom is innovatie belangrijk?
1. Overleven. Als bedrijf wil je zo lang mogelijk meedraaien.
2. Kansen spreiden. BCG-matrix. Alleen maar stars = onderhouden. Het geld van
cash cows kan je pompen in question marks en stars. Dogs kan je houden om een
bepaalde doelgroep willen behouden, maar je wilt niet alleen maar dogs anders
zit je in een niet-groeiende markt
3. Perfect zijn is niet genoeg. Je moet een balans vinden tussen innoveren en
excelleren. Je moet een goed product op de markt brengen die de behoefte
vervuld van de klant het product is perfect(excellent), maar je moet meegroeien
met je markt (blijven innoveren).
4. Innovatie laat zien dat 80% van de producten die wij over 10 jaar zien, nu nog
niet op de markt zijn en kunnen wij niet voorspellen. Nieuwe producten zorgen
voor kwart procent van de winst. Blijven participeren en innoveren anders mis je
de boot.
,
