Oefentoets Leerstof Decentrale selectie
Geneeskunde UvA 2025-2026
,Beste toekomstige geneeskunde student,
Bedankt voor het aanschaffen van de oefentoets, leerstof decentrale selectie geneeskunde UvA
2025-2026! Deze toets bevat 77 oefenvragen op basis van de leerstof om je een INDICATIE te
geven van het type vragen dat je kunt verwachten op de eerste toets van de selectie. Deze
vragen zijn op basis van eigen ervaring opgesteld.
De oefenvragen bevatten vier antwoordopties, waarvan telkens één antwoord correct is. De
vragen zijn in het Nederlands opgesteld, net als op de echte selectie. De antwoorden op de
vragen staan onderaan het document weergegeven.
Veel Succes!!
, Vraag 1:
Welke uitspraak over de verdeling van hogere cerebrale functies in de hersenen is het
meest correct?
A) Cognitieve functies zoals geheugen en waarneming worden alleen aangestuurd door de
frontale cortex.
B) B) De basale kernen zijn uitsluitend verantwoordelijk voor motorische functies, zonder
invloed op cognitieve processen.
C) De rechter pariëtale cortex speelt een cruciale rol in zowel ruimtelijke perceptie als in de
aansturing van motorische bewegingen.
D) De uitvoerende functies worden voornamelijk gecontroleerd door de temporale cortex en
zijn niet afhankelijk van de frontale cortex.
Vraag 2:
Welke van de volgende verklaringen over stoornissen bij beschadiging van de linker
occipitale cortex en het achterste deel van het corpus callosum is het meest accuraat?
A) De patiënt ontwikkelt apraxie, maar geen stoornis in visuele functies.
B) De patiënt kan niet schrijven, maar heeft geen problemen met lezen.
C) De patiënt heeft een intact visueel geheugen, maar geen visuele waarneming.
D) De patiënt kan lezen, maar is niet in staat om te schrijven vanwege de verbroken
verbindingen tussen visuele cortex en taalgebieden.
Vraag 3:
Welke pathofysiologische verklaring ligt ten grondslag aan de symptomen van dementie
met Lewy-lichaampjes (DLB), zoals fluctuaties in cognitieve stoornissen en visuele
hallucinaties?
A) Er is sprake van amyloïde plaques en neurofibrillaire tangles, vergelijkbaar met de ziekte
van Alzheimer.
B) Er is verlies van dopaminerge neuronen in de substantia nigra en verspreiding van Lewy-
lichaampjes naar de cerebrale cortex.
C) De ziekte wordt gekarakteriseerd door het verlies van cholinerge neuronen in de
hippocampus en para-hippocampale gebieden.
D) Er is een toename van glutaminerge activiteit in de prefrontale cortex, wat leidt tot
hallucinaties.
Vraag 4:
Wat is de belangrijkste reden waarom klassieke antipsychotica zoals haloperidol
problematisch zijn bij de behandeling van patiënten met dementie met Lewy-
lichaampjes?
A) Ze verergeren de cognitieve achteruitgang door een toename van dopamine in de
hersenen.
B) Ze kunnen ernstige extrapirimidale verschijnselen en een ernstig delier veroorzaken, wat
leidt tot neuroleptica-overgevoeligheid.
Geneeskunde UvA 2025-2026
,Beste toekomstige geneeskunde student,
Bedankt voor het aanschaffen van de oefentoets, leerstof decentrale selectie geneeskunde UvA
2025-2026! Deze toets bevat 77 oefenvragen op basis van de leerstof om je een INDICATIE te
geven van het type vragen dat je kunt verwachten op de eerste toets van de selectie. Deze
vragen zijn op basis van eigen ervaring opgesteld.
De oefenvragen bevatten vier antwoordopties, waarvan telkens één antwoord correct is. De
vragen zijn in het Nederlands opgesteld, net als op de echte selectie. De antwoorden op de
vragen staan onderaan het document weergegeven.
Veel Succes!!
, Vraag 1:
Welke uitspraak over de verdeling van hogere cerebrale functies in de hersenen is het
meest correct?
A) Cognitieve functies zoals geheugen en waarneming worden alleen aangestuurd door de
frontale cortex.
B) B) De basale kernen zijn uitsluitend verantwoordelijk voor motorische functies, zonder
invloed op cognitieve processen.
C) De rechter pariëtale cortex speelt een cruciale rol in zowel ruimtelijke perceptie als in de
aansturing van motorische bewegingen.
D) De uitvoerende functies worden voornamelijk gecontroleerd door de temporale cortex en
zijn niet afhankelijk van de frontale cortex.
Vraag 2:
Welke van de volgende verklaringen over stoornissen bij beschadiging van de linker
occipitale cortex en het achterste deel van het corpus callosum is het meest accuraat?
A) De patiënt ontwikkelt apraxie, maar geen stoornis in visuele functies.
B) De patiënt kan niet schrijven, maar heeft geen problemen met lezen.
C) De patiënt heeft een intact visueel geheugen, maar geen visuele waarneming.
D) De patiënt kan lezen, maar is niet in staat om te schrijven vanwege de verbroken
verbindingen tussen visuele cortex en taalgebieden.
Vraag 3:
Welke pathofysiologische verklaring ligt ten grondslag aan de symptomen van dementie
met Lewy-lichaampjes (DLB), zoals fluctuaties in cognitieve stoornissen en visuele
hallucinaties?
A) Er is sprake van amyloïde plaques en neurofibrillaire tangles, vergelijkbaar met de ziekte
van Alzheimer.
B) Er is verlies van dopaminerge neuronen in de substantia nigra en verspreiding van Lewy-
lichaampjes naar de cerebrale cortex.
C) De ziekte wordt gekarakteriseerd door het verlies van cholinerge neuronen in de
hippocampus en para-hippocampale gebieden.
D) Er is een toename van glutaminerge activiteit in de prefrontale cortex, wat leidt tot
hallucinaties.
Vraag 4:
Wat is de belangrijkste reden waarom klassieke antipsychotica zoals haloperidol
problematisch zijn bij de behandeling van patiënten met dementie met Lewy-
lichaampjes?
A) Ze verergeren de cognitieve achteruitgang door een toename van dopamine in de
hersenen.
B) Ze kunnen ernstige extrapirimidale verschijnselen en een ernstig delier veroorzaken, wat
leidt tot neuroleptica-overgevoeligheid.
