100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting kennisbasistoets taal

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
5
Geüpload op
11-05-2020
Geschreven in
2018/2019

Een zeer beknopte samenvatting om de kennisbasistoets taal op de PABO voor te bereiden. Succes met leren!

Instelling
Pabo
Vak
Taal









Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Onbekend
Geüpload op
11 mei 2020
Aantal pagina's
5
Geschreven in
2018/2019
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Mondelinge taalvaardigheid

Taalverwervingstheorieën:
1. Creatieve constructietheorie: zelf taal ontwikkelen.
2. Interactionele benadering: door te praten met anderen.

Taalniveaus:
1. Fonologisch niveau: losse klanken (ah ah, buh buh).
2. Morfologisch: vorming van woorden (leren dat het niet gevald is, maar gevallen).
3. Semantisch niveau: betekenis.
4. Syntactisch: regels voor combineren van woorden.
5. Pragmatisch: gebruik (beleefd praten).

Taalontwikkelingsfases:
1. Prelinguale periode: wel communicatie, maar geen woorden (0 tot 1).
2. Vroeglinguale periode: een,- twee- en meerwoordzin (1 tot 1,5).
3. Differentiatiefase: ontwikkeling op veel niveaus, nu ook functiewoorden (2,5 tot 5).
4. Voltooiingsfase: beheersing van een volwassene, enkele dingen nog anders (5 tot 9).

Simultane tweetaligheid: 2 talen tegelijk, voor 3e levensjaar beginnen.
Successieve tweetaligheid: eerst de ene taal, dan de andere taal.
Bij tweedetaalverwerving zit het verschil in tempo, niveau en interferentiefouten.

Spreekstrategieën:
1. Oriënteren op de inhoud.
2. Doel en publiek bepalen.
3. Plannen.
4. Presenteren.
5. Reflectie op doel en inhoud.

Spreekdoelen:
1. Informeren: feitelijke informatie.
2. Amuseren: luisteraars vermaken.
3. Instrueren: uitleggen/verduidelijken.
4. Overtuigen: mening overbrengen.

Luisterstrategieën van passief naar actief:
1. Globaal luisteren: begrijpend luisteren.
2. Intensief luisteren: details opnemen.
3. Kritisch luisteren: mening vormen.
4. Gericht luisteren: selecterend.

Functies geschreven taal:
1. Sociale/communicatieve functie: zelfhandhaving (zelfbescherming), zelfsturing (plan
aankondigen), sturing van anderen (ga je mee?) en structurering van het gesprek
(gespreksloop beïnvloeden).
2. Cognitieve/conceptualiserende functie: rapporteren (verslag van werkelijkheid),
redeneren (extra denkstap, waarom?) en projecteren (verplaatsen in gedachten of
gevoelens).
3. Expressieve taalfunctie: persoonlijke emoties.

Cat: cognitief academisch taalgebruik  op school, erg abstract.
Dat: dagelijks algemeen taalgebruik  taalgebruik voor dagelijks omgang.

, Woordenschat

Mentale lexicon: daar zitten woorden opgeslagen op een systematische manier.

Identiteiten van een woord:
1. Akoestische identiteit: hoe het klinkt.
2. Articulatorische identiteit: hoe je het uitspreekt.
3. Fonologisch identiteit: akoestisch en articulatorisch samen.
4. Morfologisch: opbouw van woorden (voor en achtervoegsels).
5. Semantische: betekenis/ gevoelswaarde.
6. Syntactisch: combineren van woorden.
7. Orthografisch: spelling.

Brede woordkennis: oppervlakkig, hoeveelheid woorden. Oefening: woordenmemorie, foute
woord doorstrepen.
Diepe woordkennis: betekenisrelaties tussen woorden. Oefening: welk woord heb ik in mijn
hoofd, tegenstelling bedenken, etc.

Betekenisrelaties: synoniem (zelfde), hyponiem (categorie, vogel-mus), antoniem (goed-
slecht) en context (koekenpan, schort).
Vormrelaties: rijmen en homoniem (klinkt zelfde, andere betekenis, bank-bank).

Woordenschatverwerving:
1. Labelen: woord aan voorwerp of gebeurtenis.
2. Categoriseren: betekenissen combineren en onderbrengen.
3. Opbouw van netwerk: allerlei verbonden betekenissen.

Woordleerstrategieën:
1. Analyseren van een woord: voor en achtervoegsels.
2. Gebruiken van (non)verbale context.
3. Gebruikmaken van bron in eerste of tweede taal (woordenboek, klasgenoot).
4. Overeenkomsten eerste en tweede taal: via moedertaal.

Strategieën voor onthouden: herhalen en opschrijven, ophalen uit geheugen en actief
gebruiken.

Vaktaalwoord: behorend bij een bepaald vak (klinker, explosie).
Schooltaalwoord: abstracte begrippen voor het volgen van onderwijs (thema, oorzaak).
Signaalwoord: geven relaties in de tekst aan.
Inhoudswoord: duidelijke betekenis (vaktaalwoord en schooltaalwoord).
Functiewoord: niet duidelijke betekenis.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
AMBR Rijksuniversiteit Groningen
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
230
Lid sinds
5 jaar
Aantal volgers
158
Documenten
43
Laatst verkocht
1 maand geleden

3,9

24 beoordelingen

5
8
4
9
3
4
2
2
1
1

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen