Samenvatting Nectar Vwo 6 hoofdstuk 18; eiwitten

Hoofdstuk 18- Eiwitten
Paragraaf 1: van polypeptideketen tot werkzaam eiwit
Hoe maakt een cel van een polypeptideketen een eiwit?
1. Code van het eiwit ligt in het DNA in de celkern  transcriptie mRNA
2. mRNA gaat naar ribosoom in grondplasma  translatie  polypeptideketen
3. Voltooid polypeptideketen laat los van het ribosoom
4. Polypeptideketen gaat naar het ER  ruimtelijke eiwitstructuur en toevoegingen
5. Stukjes membraan van ER worden transportblaasjes  eiwitten naar Golgi-systeem
6. Golgi voegt fosfaatgroepen toe, koppelt ketens, verandert soms toevoegingen van het
ER  definitieve vorm  voegt adreslabels toe
7. Door exocytose in het grondplasma

Wat is het belang van het ‘adreslabel’ in de eiwitsynthese?
 Korte peptideketen, is tijdens de transcriptie aan de groeiende peptideketen gehecht
om een juiste afwerking tot eiwit te verkrijgen
 Zorgt ervoor dat eiwitten naar de juiste plekken in de cel worden vervoerd

Wat zijn de ruimtelijke structuren van een eiwit?
Primaire structuur
 Aminozuurvolgorde  peptidebindingen
 Ribosoom
Secundaire structuur
 Aanwezigheid van α-helices en β-platen  H-bruggen
 ER en Golgi-systeem
Tertiaire structuur
 Volledig 3D-structuur van de polypeptideketen H-bruggen, elektrostatische
aantrekking, vanderwaalsbinding en S-bruggen
 ER en Golgi-systeem
Quaternaire structuur
 Meerdere polypeptideketens samen  S-bruggen
 Golgi-systeem

Wat is de invloed van de verschillende bindingen en aminozuren op de ruimtelijke
structuur van een eiwit?
 Krachten ontstaan door de zijgroepen van aminozuren
 Als er dus een aminozuur verwisseld is kan het zijn dat er geen S-bruggen kunnen
worden gevormd, waardoor een binding mist en de ruimtelijke structuur verandert
 Bindingen zorgen voor de ruimtelijke structuur van het eiwit
 S-bruggen zijn het sterkst

Wat is denaturatie en wat betekent dat voor het eiwit op moleculair niveau?
Denaturatie: verlies van de ruimtelijke structuur van eiwitmoleculen
 Bindingen in de tertiaire structuur worden verbroken en er worden nieuwe (foute)
bindingen gevormd

,  Ruimtelijke structuur is cruciaal voor de werking van het eiwit  veranderde
ruimtelijke structuur  eiwit kan zijn functie niet meer uitvoeren  sommige
processen lopen niet meer