hoorcollege 2: Fysiologie van leefstijl determinanten voor gezondheid
verschillende determinanten in de gezondheidszorg bijvoorbeeld; voeding, bewegen,
alcoholgebruik, psychosociale arbeidsbelasting, luchtkwaliteit
→ biologische factoren, voorzieningen in gezondheidszorg, leefstijl en omgeving
- leefstijlfactoren: voeding, beweging, ontspanning, slaap, middelen, verbinding
voeding verkleint de kans op o.a.: hart- en vaatziekten, diabetes type 2, kanker, osteoporose
MET: de hoeveelheid energie die een bepaalde fysieke inspanning kost, vergeleken met de
hoeveelheid benodigde energie in rust
- zitten is heel slecht voor je > het nieuwe roken
Bouw van het bloedvat
● Tunica intima- dekweefsel (endotheel)
- lekvrij
- Regulering stoffen vanuit het bloed en vice
versa
● Tunica media
- Glad spierweefsel
- elastisch bindweefsel
- Regelt bloedvat stijfheid en bloeddruk
● Tunica adventitia
- losmazig bindweefsel
- stevigheid en verankering in het weefsel
- staat in direct contact met het brein (hormonen etc.)
- Regelt de spanning vanuit het brein
LDL-cholesterol: lage dichtheid lipoproteïne, ook wel het slechte cholesterol
→ Endotheel beschadiging → LDL cholesterol initima in → monocytenactivatie →
schuimcelvorming → schuimcellen → ontstekingsmediatoren → proliferatie en
migratie gladde spiercellen → bindweefselmatrix → fibreuze kap, evt verkalking →
zuurstof aanbod en vraag niet in balans → inschemie (zuurstoftekort) → pijn
risicofactoren: zijn aanwezig voor de ontwikkeling van een ziekte. Ze vergroten
de kans voor bepaalde ziekte → helpen met het voorspellen van het ontstaan van
een ziekte
prognostische factoren: kunnen zich later hebben ontwikkeld tijdens de ziekte
maar ook voor de tijd aanwezig kunnen zijn. Dit zijn kenmerken of
omstandigheden die de waarschijnlijkheid beïnvloeden van een bepaalde
uitkomst of het beloop van een ziekte bij iemand die de ziekte heeft. → helpen bij
het voorspellen van verloop van ziekte
→ bijv. grootte van een tumor
45;20
●
● weet te beschrijven wat prevalentie en incidentie inhoudt
● kan uitleggen wat de relaties tussen verschillende determinanten van
gezondheid zijn
● kan uitleggen wat de (fysiologische) samenhang is van leefstijl relateerde
determinanten met (on)gezondheid
, ● kan uitleggen hoe de fysiologie van (in)activiteit positief dan wel een
negatief invloed is op (on)gezondheid.
● weet hoe een wetenschappelijk artikel te lezen
Hoorcollege 3 Healthcare value voor eerstelijns gezondheidszorg organisaties
Reden voor substitutie van de zorg
- voor een groot aantal aandoeningen
de effectiviteit van fysiotherapie
wetenschappelijk onderbouwd is
- oefen- en fysiotherapie potentie heeft
de kwaliteit van leven van patiënten
te verbeteren
- Met de inzet van oefen- en
fysiotherapie andere vormen van
zorg, zoals bijvoorbeeld
huisartsenzorg of een bezoek aan de
specialist in het ziekenhuis, mogelijk
voorkomen of vervangen kunnen
worden
- gebrek aan structurele financiering op het gebied van fysio- en oefentherapie veelal
in de weg staat
Conclusie
- Er wordt ster(ker) ingezet op eerstelijns gezondheidszorg
- Er is kwaliteitsbeleid vanuit overheid en verzekeraars
- Er is landelijk beleid gericht op kosten-effectiviteit
Maar…
- Er is weinig geschreven over of/hoe een eerstelijnspraktijk op lokaal niveau (in de
wijk) met dit kwaliteitsbeleid ‘healthcare value’ kan leveren
- Er is een ander ‘raamwerk’ nodig
Hoorcollege 4 Diabetes en metabool syndroom
- glucose = hoog na het eten
Insuline wordt afgegeven door beta
cellen
Glycogenese: Glucose wordt opgenomen
in de cellen en gebruikt voor bouwen,
groeien, opslag → glucosespiegel daalt
als gevolg daarvan
- glucose = laag na vasten
Glucagon wordt afgegeven door alfa
cellen
Glycogenolyse: glycogeenvoorraad uit lever
en spieren wordt gebruikt om glucose te maken
Types diabetes: type 1, type 2, zwangerschapsdiabetes, andere vormen van diabetes