Samenvatting casusles 3: perifere blokkade
Doelstellingen:
De student kan het aangrijpingsmechanisme van een perifere zenuwblokkade techniek
beschrijven + bijbehorende farmacologie
De student kan globaal de werking van ultrasound / echo verwoorden
De student kan de procedure van het prikken van een perifeer block benoemen
De student kan (contra) indicaties, voor- en nadelen en complicaties van perifere
zenuwblokkade benoemen
De student kan benoemen waarom voor elke benaderingswijze wordt gekozen bij
locoregionale anesthesie
De student kan de anesthesiologische bijzonderheden benoemen bij patiënten met
hypertensie
Aangrijpingsmechanisme perifere zenuwblokkade:
- Blokkeren natriumkanaal -> hierdoor vindt geen depolarisatie plaats -> er is geen
prikkeloverdracht
- Sensibele block is sneller bereikt dan een motorisch block
- Farmacologie
o Lidocaine
o Prilocaine
o Ropivacaine
o Bupivacaine
Perifeer block:
- Indicaties
o Preoperatief
Bestrijden van pijn
Femoraalblock
o Peroperatief
Beperkte dosis analgetica nodig
Minder POVN
o Postoperatief
Eerste 24 uur
Bij zeer pijnlijke ingrepen, zoals bot operaties
- Contra-indicaties
o Absoluut
Niet hebben informed consent
Bewezen allergie
o Relatief
Risico compartimentsyndroom
Ingreep in buurt zenuwen
1
, - Complicaties
o Infectie van injectieplaats
o Intraveneuze injectie
o Aanprikken zenuw -> ergste gevolg parese
o Bloeding
o Interscaleen, supraclaviculair en infraclaviculair, axillair
Pneumothorax
Horner-syndroom
Unilaterale diafragma parese
Echografie:
- Voordelen
o Directe visualisatie van de zenuw en omliggende anatomische structuren
o Injectie wordt gevisualiseerd
o Kleiner risico viscerale of pleurapunctie
o Pijnlijke spiercontracties worden vermeden
o Kleine hoeveelheid anestheticum is mogelijk
- Nadelen
o Goede oog-hand coördinatie
o Niet alle zenuwen kunnen worden gevisualiseerd
o Niet achter botstructuren visualiseren
o Zenuwen op diepte moeilijk zichtbaar
Benodigdheden en technieken:
- Echoapparaat, contactgel en steriele hoes
- Bewakingsmonitor
- Desinfectie
- Steriel veld
- Locoregionale naald
- Lokaal anestheticum
- Technieken
o Anatomische landmarks
o Zenuwstimulator
o Echografie
Hypertensie:
- Uitstel electieve chirurgie
o >180/110 mmHg
- Versterkte daling bloeddruk na inleiding
Casusles 4: Spinaal / orthopedie
2
, Doelstellingen:
De student kan op basis van klinisch redeneren en theoretische kennis de gezondheidstoestand en
risico's van een patiënt in kaart brengen
De student kan op basis van klinisch redeneren en theoretische kennis de behoefte aan
anesthesiologische zorg beargumenteren en daarin prioriteiten stellen
De student kan op basis van een casus verwoorden hoe om te gaan met patientveiligheids-,
kwaliteits-, ethische en communicatieve aspecten.
De student kan verschillende methodes van sedatie benoemen en beargumenteren wanneer welke
methode de voorkeur heeft.
De student kan de specifieke pre-, per- en postoperatieve anesthesiologische zorg van laag tot
midden complexe orthopedische ingrepen benoemen
De student kan benoemen op welke wijze postoperatieve wondinfecties voorkomen dan wel
verminderd kunnen worden.
Postoperatieve wondinfecties:
Algemene preventie
o Lage temperatuur OK
o Ontharen op de OK, niet preoperatief
o Niet roken
o Luchtbehandelingssysteem
Specifieke preventie
o Antibioticaprofylaxe
Langwerkend cefalosporine <30 min voor incisie
Mogelijk kruisallergie penicillines -> minimaal!!
Alternatief bij allergie = vancomycine
o Endocarditis-profylaxe
Bij aangeboren hartafwijkingen, klepprothesen <1 uur voor de ingreep
Spinale anesthesie:
Onder het niveau van de ribbenboog
Volledige motorische en sensibele blokkade van de zenuwvezels
Niveau L3-L4 of L4-L5
Volgorde buiten naar binnen
o Cutis
o Subcutis
o Ligamentum supraspinale
o Ligamentum interspinale
o Ligamentum flavum
o Epidurale ruimte
o Dura mater
o Arachnoidea mater
o Subarachnoidale ruimte
Liquor cerebrospinalis
Maximaal reikgebied naald
o Pia mater
o Ruggenmerg
Medicatie
o Hypobaar
3
Doelstellingen:
De student kan het aangrijpingsmechanisme van een perifere zenuwblokkade techniek
beschrijven + bijbehorende farmacologie
De student kan globaal de werking van ultrasound / echo verwoorden
De student kan de procedure van het prikken van een perifeer block benoemen
De student kan (contra) indicaties, voor- en nadelen en complicaties van perifere
zenuwblokkade benoemen
De student kan benoemen waarom voor elke benaderingswijze wordt gekozen bij
locoregionale anesthesie
De student kan de anesthesiologische bijzonderheden benoemen bij patiënten met
hypertensie
Aangrijpingsmechanisme perifere zenuwblokkade:
- Blokkeren natriumkanaal -> hierdoor vindt geen depolarisatie plaats -> er is geen
prikkeloverdracht
- Sensibele block is sneller bereikt dan een motorisch block
- Farmacologie
o Lidocaine
o Prilocaine
o Ropivacaine
o Bupivacaine
Perifeer block:
- Indicaties
o Preoperatief
Bestrijden van pijn
Femoraalblock
o Peroperatief
Beperkte dosis analgetica nodig
Minder POVN
o Postoperatief
Eerste 24 uur
Bij zeer pijnlijke ingrepen, zoals bot operaties
- Contra-indicaties
o Absoluut
Niet hebben informed consent
Bewezen allergie
o Relatief
Risico compartimentsyndroom
Ingreep in buurt zenuwen
1
, - Complicaties
o Infectie van injectieplaats
o Intraveneuze injectie
o Aanprikken zenuw -> ergste gevolg parese
o Bloeding
o Interscaleen, supraclaviculair en infraclaviculair, axillair
Pneumothorax
Horner-syndroom
Unilaterale diafragma parese
Echografie:
- Voordelen
o Directe visualisatie van de zenuw en omliggende anatomische structuren
o Injectie wordt gevisualiseerd
o Kleiner risico viscerale of pleurapunctie
o Pijnlijke spiercontracties worden vermeden
o Kleine hoeveelheid anestheticum is mogelijk
- Nadelen
o Goede oog-hand coördinatie
o Niet alle zenuwen kunnen worden gevisualiseerd
o Niet achter botstructuren visualiseren
o Zenuwen op diepte moeilijk zichtbaar
Benodigdheden en technieken:
- Echoapparaat, contactgel en steriele hoes
- Bewakingsmonitor
- Desinfectie
- Steriel veld
- Locoregionale naald
- Lokaal anestheticum
- Technieken
o Anatomische landmarks
o Zenuwstimulator
o Echografie
Hypertensie:
- Uitstel electieve chirurgie
o >180/110 mmHg
- Versterkte daling bloeddruk na inleiding
Casusles 4: Spinaal / orthopedie
2
, Doelstellingen:
De student kan op basis van klinisch redeneren en theoretische kennis de gezondheidstoestand en
risico's van een patiënt in kaart brengen
De student kan op basis van klinisch redeneren en theoretische kennis de behoefte aan
anesthesiologische zorg beargumenteren en daarin prioriteiten stellen
De student kan op basis van een casus verwoorden hoe om te gaan met patientveiligheids-,
kwaliteits-, ethische en communicatieve aspecten.
De student kan verschillende methodes van sedatie benoemen en beargumenteren wanneer welke
methode de voorkeur heeft.
De student kan de specifieke pre-, per- en postoperatieve anesthesiologische zorg van laag tot
midden complexe orthopedische ingrepen benoemen
De student kan benoemen op welke wijze postoperatieve wondinfecties voorkomen dan wel
verminderd kunnen worden.
Postoperatieve wondinfecties:
Algemene preventie
o Lage temperatuur OK
o Ontharen op de OK, niet preoperatief
o Niet roken
o Luchtbehandelingssysteem
Specifieke preventie
o Antibioticaprofylaxe
Langwerkend cefalosporine <30 min voor incisie
Mogelijk kruisallergie penicillines -> minimaal!!
Alternatief bij allergie = vancomycine
o Endocarditis-profylaxe
Bij aangeboren hartafwijkingen, klepprothesen <1 uur voor de ingreep
Spinale anesthesie:
Onder het niveau van de ribbenboog
Volledige motorische en sensibele blokkade van de zenuwvezels
Niveau L3-L4 of L4-L5
Volgorde buiten naar binnen
o Cutis
o Subcutis
o Ligamentum supraspinale
o Ligamentum interspinale
o Ligamentum flavum
o Epidurale ruimte
o Dura mater
o Arachnoidea mater
o Subarachnoidale ruimte
Liquor cerebrospinalis
Maximaal reikgebied naald
o Pia mater
o Ruggenmerg
Medicatie
o Hypobaar
3
