Casus 1 CVA
Patiënt Patiënt, 66 jaar
Getrouwd, 2 zoons. Woont in eengezinswoning met badkamer boven in een drukke buurt met
veel verkeer. De badkamer is recent aangepast met douchestoel en steunen.
Diagnose Herseninfarct a. cerebri media rechts, 4 maanden geleden met als gevolg hemiparese links,
sensibiliteitsstoornissen en neglect.
Nevendiagnose Bekend met hypertensie.
Setting Dagbehandeling in een revalidatiecentrum.
Verwijsaanvraag van Uitplaatsing naar huis begeleiden; voortzetten revalidatieprogramma.
revalidatiearts
Informatie uit Historia morbi: Patiënt heeft 4 maanden geleden een herseninfarct doorgemaakt in de vroege
anamnese en ochtend. Is na ziekenhuisopname (1 week) gerevalideerd in revalidatiecentrum X en wordt nu
overdracht vanuit de ontslagen naar huis. Behandeling wordt nu voortgezet via de revalidatie-dagbehandeling.
kliniek
Tractusanamnese: gb.
Medicatie: Carbasalaatcalcium en dipyridamol.
Status Praesens:
Bewegingsvaardigheden: Patiënt loopt binnen zelfstandig en buiten met toezicht (max. 400
meter). Patiënt struikelt hierbij soms in verband met een verminderde voetheffing en is al een
paar keer binnenshuis gevallen gedurende de revalidatiefase. Mogelijk speelt de beperkte
voetheffing hierbij een rol, maar ook is mogelijk dat sensibiliteitsproblemen (stoornissen van de
gnostische sensibiliteit), neglect en impulsiviteit een rol spelen. De linkerarm is a-functioneel en
er zijn lichte pijnklachten in de schouder bij passief bewegen. Patiënt heeft een sling voor de
arm, maar vergeet die vaak om te doen, patiënt is rechtshandig.
Psychisch: Patiënt handelt impulsief, maar herkent dit zelf niet. Patiënt stoort zich aan de
correcties van zijn partner.
Communicatie: Geen bijzonderheden; kan soms geagiteerd reageren. De linker mondhoek
hangt iets af, maar dit belemmert het spreken nauwelijks.
Zelfverzorging: Bij aan- en uitkleden soms begeleiding nodig i.v.m. neglect, pijnklachten
schouder nemen hierna soms toe
Sociale relaties: Partner is erg betrokken maar heeft moeite met de situatie. Advies over de
omgang met de beperkingen van meneer lijkt op zijn plaats.
Pre-existent functioneren: Patiënt is met pensioen, was makelaar en altijd druk. Hobby’s waren:
tennis en golf, vrijwilligerswerk in de kantine bij de voetbalclub en maaltijden rondrijden voor
de thuiszorg.
Hulpvragen:
1. De patiënt zou graag niet meer vallen binnenshuis. Dit doet zich vooral voor bij het
manoeuvreren bij de deur en bij dubbeltaken in stand.
2. De patiënt zou graag zelfstandig buitenshuis willen lopen om boodschappen te kunnen doen.
3. De patiënt zou graag in z’n eentje in de schuur aanrommelen: hij loopt dan wat tussen veel
spullen door.
, - 4 maanden geleden gebeurt: late revalidatiefase
- Linkerkant neglect (want rechts herseninfarct)
- Hemiparese links
- Patiënt is rechtshandig
- Heeft een sling, vergeet deze vaak om te doen
Hulpvraag 1: de patiënt zou graag niet meer willen vallen binnenshuis. Dit doet zich vooral
voor bij het manoeuvreren bij de deur en bij dubbeltaken in stand.
Anamnesevragen:
- Waar in uw lichaam heeft u een verminderd tot geen gevoel? (Rekening mee houden
tijdens de oefeningen)
- Met wat voor dubbeltaken heeft u het meeste last?
- Wat is er het lastigst tijdens het lopen?
Klinimetrie:
- MI – onderste extremiteit: 3 oefeningen: dorsaalflexie, knie-extensie, heupflexie (om
te beoordelen of het lopen veilig kan)
4. Het willekeurig de enkel dorsaal flecteren vanuit 0 o -stand
5. Het willekeurig extenderen van de knie vanuit 90°
6. Het willekeurig flecteren van de heup vanuit 90° flexiestand
Score
Test 2 t/m 6:
0 = geen willekeurige beweging
9 = willekeurige activiteit is palpabel
14 = willekeurige beweging is zichtbaar maar niet over de hele bewegingsrange
19 = willekeurige beweging is over de hele range mogelijk, maar niet tegen een weerstand in
25 = willekeurige beweging is tegen een weerstand in over de hele range mogelijk maar is zwakker dan aan de niet aangedane
zijde
33 = normale kracht
- FAO/FAC: om de mate van zelfstandig te kunnen lopen te beoordelen
- TUG: eerst normaal, daarna eventueel met een smallere doorgang
- BBS:
Onderdeel 2: zelfstandig kunnen staan (Eventueel dubbeltaak toevoegen)
Onderdeel 10: in stand het hoofd over de linker- en rechterschouder draaien en
naar achteren kijken. (Eventueel dubbeltaak toevoegen)
Onderzoeken/behandelen
- Beginnen met MI van de onderste extremiteit
- Dan FAO/FAC, TUG, BBS
Hulpvraag 2: De patiënt zou graag zelfstandig buitenshuis willen lopen om boodschappen te kunnen
doen.
Anamnesevragen:
- Waar heeft u het meest moeite mee tijdens het buiten lopen? (Stoepjes, oversteken,
verschillende ondergronden, vermoeidheid)
- Hoe lang/hoe ver is de supermarkt ongeveer lopen?
Klinimetrie:
- MI – onderste extremiteit: 3 oefeningen: dorsaalflexie, knie-extensie, heupflexie (om
te beoordelen of het lopen veilig kan)
- FAO/FAC: om de mate van zelfstandig te kunnen lopen te beoordelen
Patiënt Patiënt, 66 jaar
Getrouwd, 2 zoons. Woont in eengezinswoning met badkamer boven in een drukke buurt met
veel verkeer. De badkamer is recent aangepast met douchestoel en steunen.
Diagnose Herseninfarct a. cerebri media rechts, 4 maanden geleden met als gevolg hemiparese links,
sensibiliteitsstoornissen en neglect.
Nevendiagnose Bekend met hypertensie.
Setting Dagbehandeling in een revalidatiecentrum.
Verwijsaanvraag van Uitplaatsing naar huis begeleiden; voortzetten revalidatieprogramma.
revalidatiearts
Informatie uit Historia morbi: Patiënt heeft 4 maanden geleden een herseninfarct doorgemaakt in de vroege
anamnese en ochtend. Is na ziekenhuisopname (1 week) gerevalideerd in revalidatiecentrum X en wordt nu
overdracht vanuit de ontslagen naar huis. Behandeling wordt nu voortgezet via de revalidatie-dagbehandeling.
kliniek
Tractusanamnese: gb.
Medicatie: Carbasalaatcalcium en dipyridamol.
Status Praesens:
Bewegingsvaardigheden: Patiënt loopt binnen zelfstandig en buiten met toezicht (max. 400
meter). Patiënt struikelt hierbij soms in verband met een verminderde voetheffing en is al een
paar keer binnenshuis gevallen gedurende de revalidatiefase. Mogelijk speelt de beperkte
voetheffing hierbij een rol, maar ook is mogelijk dat sensibiliteitsproblemen (stoornissen van de
gnostische sensibiliteit), neglect en impulsiviteit een rol spelen. De linkerarm is a-functioneel en
er zijn lichte pijnklachten in de schouder bij passief bewegen. Patiënt heeft een sling voor de
arm, maar vergeet die vaak om te doen, patiënt is rechtshandig.
Psychisch: Patiënt handelt impulsief, maar herkent dit zelf niet. Patiënt stoort zich aan de
correcties van zijn partner.
Communicatie: Geen bijzonderheden; kan soms geagiteerd reageren. De linker mondhoek
hangt iets af, maar dit belemmert het spreken nauwelijks.
Zelfverzorging: Bij aan- en uitkleden soms begeleiding nodig i.v.m. neglect, pijnklachten
schouder nemen hierna soms toe
Sociale relaties: Partner is erg betrokken maar heeft moeite met de situatie. Advies over de
omgang met de beperkingen van meneer lijkt op zijn plaats.
Pre-existent functioneren: Patiënt is met pensioen, was makelaar en altijd druk. Hobby’s waren:
tennis en golf, vrijwilligerswerk in de kantine bij de voetbalclub en maaltijden rondrijden voor
de thuiszorg.
Hulpvragen:
1. De patiënt zou graag niet meer vallen binnenshuis. Dit doet zich vooral voor bij het
manoeuvreren bij de deur en bij dubbeltaken in stand.
2. De patiënt zou graag zelfstandig buitenshuis willen lopen om boodschappen te kunnen doen.
3. De patiënt zou graag in z’n eentje in de schuur aanrommelen: hij loopt dan wat tussen veel
spullen door.
, - 4 maanden geleden gebeurt: late revalidatiefase
- Linkerkant neglect (want rechts herseninfarct)
- Hemiparese links
- Patiënt is rechtshandig
- Heeft een sling, vergeet deze vaak om te doen
Hulpvraag 1: de patiënt zou graag niet meer willen vallen binnenshuis. Dit doet zich vooral
voor bij het manoeuvreren bij de deur en bij dubbeltaken in stand.
Anamnesevragen:
- Waar in uw lichaam heeft u een verminderd tot geen gevoel? (Rekening mee houden
tijdens de oefeningen)
- Met wat voor dubbeltaken heeft u het meeste last?
- Wat is er het lastigst tijdens het lopen?
Klinimetrie:
- MI – onderste extremiteit: 3 oefeningen: dorsaalflexie, knie-extensie, heupflexie (om
te beoordelen of het lopen veilig kan)
4. Het willekeurig de enkel dorsaal flecteren vanuit 0 o -stand
5. Het willekeurig extenderen van de knie vanuit 90°
6. Het willekeurig flecteren van de heup vanuit 90° flexiestand
Score
Test 2 t/m 6:
0 = geen willekeurige beweging
9 = willekeurige activiteit is palpabel
14 = willekeurige beweging is zichtbaar maar niet over de hele bewegingsrange
19 = willekeurige beweging is over de hele range mogelijk, maar niet tegen een weerstand in
25 = willekeurige beweging is tegen een weerstand in over de hele range mogelijk maar is zwakker dan aan de niet aangedane
zijde
33 = normale kracht
- FAO/FAC: om de mate van zelfstandig te kunnen lopen te beoordelen
- TUG: eerst normaal, daarna eventueel met een smallere doorgang
- BBS:
Onderdeel 2: zelfstandig kunnen staan (Eventueel dubbeltaak toevoegen)
Onderdeel 10: in stand het hoofd over de linker- en rechterschouder draaien en
naar achteren kijken. (Eventueel dubbeltaak toevoegen)
Onderzoeken/behandelen
- Beginnen met MI van de onderste extremiteit
- Dan FAO/FAC, TUG, BBS
Hulpvraag 2: De patiënt zou graag zelfstandig buitenshuis willen lopen om boodschappen te kunnen
doen.
Anamnesevragen:
- Waar heeft u het meest moeite mee tijdens het buiten lopen? (Stoepjes, oversteken,
verschillende ondergronden, vermoeidheid)
- Hoe lang/hoe ver is de supermarkt ongeveer lopen?
Klinimetrie:
- MI – onderste extremiteit: 3 oefeningen: dorsaalflexie, knie-extensie, heupflexie (om
te beoordelen of het lopen veilig kan)
- FAO/FAC: om de mate van zelfstandig te kunnen lopen te beoordelen
