Hoofdstuk 7 bacteriële identificatie
Inleiding
= vaststellen van de morfologische kenmerken van het MO en of de enzymen katalase en oxidase aanwezig zijn
Gramkarakter en andere morfologische kenmerken
Gramkleuring
= kleurt grampositieve bacteriën blauwpaars en gramnegatieve bacteriën roze tot rood
➢ Helpt om de vorm, grootte en de onderlinge liggen van bacteriecellen vast te stellen
➢ Zo kan men onderscheid maken tussen kokken, bacillen en spiraalvormige
Aminopeptidase test
= L-alanine-aminopeptidase is een enzym gelokaliseerd i/h celmembraan van alle gramnegatieve bacteriën
➢ Dit enzym splitst L-alanine af van versch substraten
➢ Spoort aanwezigheid op van het enzym aminopeptidasetest dat alleen bij gram – voorkomt
➢ Gramnegatieve MO ontstaat gele kleur, bij een gram + MO is de test negatief
Sporenkleuring
= na gramkleuring staafvormige, gram + bacteriën bekomt kan met een sporenkleuring de aanwezigheid van sporen nagaan
➢ Malachietgroen dat sporen groen kleurt
➢ Safranine dat sporen roos kleurt
, Hoofdstuk 7 bacteriële identificatie
Biochemische sneltesten
Katalase test
1) Principe
= MO die in staat zijn tot een aerobe ademhaling bezitten het enzym katalase dat waterstofperoxide splitst in water en zuurstof
➢ Waterstofperoxide ontstaan tijdens aerobe ademhaling is toxisch voor de cel
➢ Katalase voorkomt dus afsterving v/d bacteriecel door het peroxide af te breken
2) Uitvoering
➢ Testen door er waterstofperoxide op te doen bij het koloniemateriaal
➢ Positief: ontstaan er belletjes ten gevolge v/h gevormde zuurstofgas
➢ Negatief: geen belletjes
3) Resultaat
➢ Om onderscheid te maken tussen enkele gram +
➢ Kokken: staphylococcus en Micrococcus (+), streptococcus en enterococcus (-)
➢ Sporenvormende bacillen: bacillus (+), clostridium (-)
➢ Niet-sporenvormende bacillen: corynebacterium en listeria (+), lactobacillus (-)
Cytochroom-oxidase test
1) Principe
= cytochroom c oxidase is een typisch ademhalingsenzym aanwezig bij bacteriën en eukaryoten die aan aerobe respiratie doen
➢ Dit enzym draagt vervolgens elektronen over naar O2 waardoor dit gereduceerd wordt en waarbij water gevormd wordt
2) Gebruik
➢ Deze test spoort aanwezigheid v/h enzym cytochroom c oxidase
➢ Wordt gebruikt om bij de gramnegatieve bacteriën en onderscheid te maken tussen het strikt aerobe pseudomonas (oxidase +) en de facultatief
anaerobe enterobacterales (oxidase -)
3) Uitvoering
➢ Via een teststrip waarop koloniemateriaal w aangebracht
➢ Het cytochroom oxidase zal dit reagens koppelen aan het aanwezige a-naftol
➢ Positief: Blauwpaars indofenol w gevormd binnen de minuut
Inleiding
= vaststellen van de morfologische kenmerken van het MO en of de enzymen katalase en oxidase aanwezig zijn
Gramkarakter en andere morfologische kenmerken
Gramkleuring
= kleurt grampositieve bacteriën blauwpaars en gramnegatieve bacteriën roze tot rood
➢ Helpt om de vorm, grootte en de onderlinge liggen van bacteriecellen vast te stellen
➢ Zo kan men onderscheid maken tussen kokken, bacillen en spiraalvormige
Aminopeptidase test
= L-alanine-aminopeptidase is een enzym gelokaliseerd i/h celmembraan van alle gramnegatieve bacteriën
➢ Dit enzym splitst L-alanine af van versch substraten
➢ Spoort aanwezigheid op van het enzym aminopeptidasetest dat alleen bij gram – voorkomt
➢ Gramnegatieve MO ontstaat gele kleur, bij een gram + MO is de test negatief
Sporenkleuring
= na gramkleuring staafvormige, gram + bacteriën bekomt kan met een sporenkleuring de aanwezigheid van sporen nagaan
➢ Malachietgroen dat sporen groen kleurt
➢ Safranine dat sporen roos kleurt
, Hoofdstuk 7 bacteriële identificatie
Biochemische sneltesten
Katalase test
1) Principe
= MO die in staat zijn tot een aerobe ademhaling bezitten het enzym katalase dat waterstofperoxide splitst in water en zuurstof
➢ Waterstofperoxide ontstaan tijdens aerobe ademhaling is toxisch voor de cel
➢ Katalase voorkomt dus afsterving v/d bacteriecel door het peroxide af te breken
2) Uitvoering
➢ Testen door er waterstofperoxide op te doen bij het koloniemateriaal
➢ Positief: ontstaan er belletjes ten gevolge v/h gevormde zuurstofgas
➢ Negatief: geen belletjes
3) Resultaat
➢ Om onderscheid te maken tussen enkele gram +
➢ Kokken: staphylococcus en Micrococcus (+), streptococcus en enterococcus (-)
➢ Sporenvormende bacillen: bacillus (+), clostridium (-)
➢ Niet-sporenvormende bacillen: corynebacterium en listeria (+), lactobacillus (-)
Cytochroom-oxidase test
1) Principe
= cytochroom c oxidase is een typisch ademhalingsenzym aanwezig bij bacteriën en eukaryoten die aan aerobe respiratie doen
➢ Dit enzym draagt vervolgens elektronen over naar O2 waardoor dit gereduceerd wordt en waarbij water gevormd wordt
2) Gebruik
➢ Deze test spoort aanwezigheid v/h enzym cytochroom c oxidase
➢ Wordt gebruikt om bij de gramnegatieve bacteriën en onderscheid te maken tussen het strikt aerobe pseudomonas (oxidase +) en de facultatief
anaerobe enterobacterales (oxidase -)
3) Uitvoering
➢ Via een teststrip waarop koloniemateriaal w aangebracht
➢ Het cytochroom oxidase zal dit reagens koppelen aan het aanwezige a-naftol
➢ Positief: Blauwpaars indofenol w gevormd binnen de minuut