Hoofdstuk 2 chemische reacties paragraaf 2.1 t/m paragraaf 2.4
oefentoets
Behandelde onderwerpen:
Symbolen van elementen
Molecuulformules van bekende moleculen
Ontledingsreacties
Thermolyse – elektrolyse – fotolyse
Verbrandingsreacties
Reagens op stoffen
Reactievergelijkingen opstellen en kloppend maken
Periodiek systeem
Zuivere stof – mengsel
Ontleedbare stof – niet-ontleedbare stof
Atoom – molecuul
Atoomsoorten – aantal atomen
Berekeningen doen met concentratie
Oefentoets
De oefentoets bestaat uit meerkeuzevragen en open vragen. Aan het einde worden de antwoorden
in de bijlage weergegeven.
, Oefentoets
NOVA Scheikunde Havo 3
Hoofdstuk 2 chemische reacties §2.1 t/m §2.4
Meerkeuzevragen (12p)
1. B en Ag zijn symbolen van:
A. Broom en goud
B. Broom en zilver
C. Boor en goud
D. Boor en zilver
2. Een scheikundige reactie is: aluminiumoxide aluminium + zuurstof
Is dit een verbrandingsreactie?
A. Ja, want er staan oxiden in de reactievergelijking
B. Ja, want er staat zuurstof in de reactievergelijking
C. Nee, want er komt geen zuurstof vrij.
D. Nee, want er wordt geen zuurstof gebruikt.
3. Een reagens op water is:
A. Wit kopersulfaat
B. Een gele jodiumoplossing
C. Een gloeiende houtspaander
D. Kalkwater
4. Hieronder staat een reactievergelijking die nog kloppend gemaakt moet worden.
…C3H8 (g) + …O2 (g) ® …CO2 (g) + …H2O (l)
Welk getal staat voor O2 (g) als de vergelijking kloppend is?
A. 1 ½
B. 3
C. 5
D. 7
5. In de vergelijking C2H6O (l) + 3O2 (g) 2CO2 (g) + 3 H2O (l) heeft 3O2 een index en een
coëfficiënt.
A. De coëfficiënt is 3 en de index is 1
B. De coëfficiënt is 1 en de index is 3
C. De coëfficiënt is 3 en de index is 2
D. De coëfficiënt is 2 en de index is 3
6. De molecuulformule van ethanol is
A. NH3 (g)
B. C2H6O (l)