Samenvatting modematerialen sem2

Multi filament= garen van meerdere filamenten en meerdere gaten in spindop
Mono filament= garen van enkel (doorlopend) filament en 1 gat in spindop
https://www.youtube.com/watch?v=yafkK0uk65U&feature=youtu.be
.


Doekconstructies:
- Weven
• Hoofdbinding/afgeleide binding
• Bijzondere weefsels
- Breien
- Non-woven
Weefprincipe:
- Ketting (=warp)
- Inslag (=werft)
- Zelfkant (=edge)
- Breedte van doek
- Binding
Soorten weefgetouw:
- Weefgetouw met schietspoel
- Weefgetouw met 1 grijper
- Weefgetouw met 2 grijpers
- Weefgetouw met lucht
Hoofdbindingen weefsel:
- Platbinding. Afgeleide platbindingen:
• Kettingribsbinding
• Inslagsribsbinding
• Dubbelplatbinding
- Keperbinding. Afgeleide keperbindingen:
• Kettingkeperbinding
• Inslagkeperbinding
• Gelijkzijdige keperbinding
• Meergraatskeperbinding
• Brede keperbinding
• Steilkeperbinding:
• Afgevlakte keperbinding
• Visgraatkeperbinding
• Spitskeperbinding
• Broken twill
- Satijnbinding. Afgeleide satijnbindingen:
• Kettingsatijnbinding
• Inslagsatijnbinding
Bijzondere weefsels:
- Crêpe weefsels:
• Crêpe georgette
• Crêpe marocain (half crêpe)
• Sand crêpe
• Bark crêpe
• Plissé
- Weefsels met 3 garenstelsels
• Versterkte weefsel
* ketting versterkt weefsel
* inslag versterkt weefsel
• Lancé en broché
• Lussenweefsel
• Poolweefsels
- Weefsels met 4 of 5 garenstelsels
- Weefsels met reliëf

Poolweefsel bestaat uit:
- Velours (plush) of fluweel (velvet/velveteen
- Rib fluweel (corded velveteen)
- Velours dubbelweefsel (double plush)
- Wire velvet