Hersenbestraling,
IGRT, IMRT (BSU) en
TNR-curve
Hogeschool
Inholland
MBRT
JAAR 1
Periode 3
,Hersenbestraling:
Astrocytoom = een (primaire) hersentumor in stervormige cellen (ontstaan uit
gliacellen) en is tevens de reden voor groter PTV dan andere hersentumoren.
Dit komt doordat de stervormige tumoren uitlopers hebben en meegenomen
moeten worden bij de bestraling.
Bijwerkingen:
Bestralen van de hersenen kan zorgen voor:
o Uitval verschijnselen
o Epilepsie
o Hoofdpijn
o Coördinatie vermindering
o Duizeligheid
o Braken
o (en haaruitval en vermoeidheid)
Oorzaak van deze bijwerkingen:
o Oedeemvorming zorgt voor hogere intercraniële druk.
o Oedeem is vocht en is ongewenst ook omdat door verdrukking zorgt voor
verschuiving van het PTV.
Te verhelpen/verminderen:
o Dexamethason
Een medicijn die de oedeemvorming verminderd en daarmee de druk
verminderd.
In de praktijk en tijdens de stages in jaar 3 en 4 zul je dit medicijn vaak
zien in het systeem bij patiënt die bestraald worden.
Moulage:
Het hoofd is erg bewegelijk, deze beweging is te verminderen door een
masker, moulage.
Nog een voordeel hiervan is dat er lijnen op getekend kunnen worden
en dit niet op het hoofd van de patiënt hoeft.
Masker van een bestraling van het hoofd.
, Masker van een bestraling van het hoofdhalsgebied.
(Schouders worden hierbij ook gestabiliseerd)
De OAR’s:
o Hersenstam
o Ogen
o Oren
o Hypofyse
o Lens (van de ogen)
o Oogzenuwen (Nervus Opticus)
o Kruising oogzenuwen (Chiasma)
Bij het bestralen van de hersenen wordt er veel marge (groot CTV/PTV) genomen
omdat: De hersencellen bestaan uit axonen en dendrieten, de dendrieten hebben
stervormige uitlopers. Door het marge groter te maken is er meer zekerheid dan de
uitlopers ook mee bestraald worden.
De patiënt zijn ogen naar achteren weg laten draaien: