Samenvatting Maatschappelijke zorg 1
Thema 1: Gezondheidsproblemen signaleren
Signaleren van gezondheidsproblemen
Gezondheid heeft betrekking op het lichaam, geestelijk en sociaal functioneren. Het gaat erom welke
problemen de cliënt ervaart, zonder dat ze objectief vastgesteld worden. Sommige cliënten zijn
afhankelijk van hun begeleiders die hun problemen signaleren.
Signaleren als schakel in een keten:
- Waarnemen:
Goed waarnemen met al je zintuigen
- Signaleren:
Op basis van je waarnemingen signaleer je afwijkingen. Wat valt op?
- Interpreteren:
Betekenis geven aan signalen. Wat zou er aan de hand kunnen zijn?
- Actie ondernemen:
Vervolg geven aan de interpretatie, bijv. eerst nog even nakijken, een andere hulpverlener
inschakelen of begeleidingsdoel bijstellen.
Aandachtspunten bij signaleren
- Ziekte-inzicht:
Ziekte-inzicht kun je aangeven wat er mis is met je gezondheid, wat je eraan kunt doen en
wanneer je een huisarts moet inschakelen. Sommige cliënten hebben geen inzicht in hun
gezondheidsprobleem. Dit komt voor bij mensen met een verstandelijke beperking of
mensen in de geestelijke gezondheidszorg.
- Atypisch uiten van klachten:
Atypisch is als cliënten hun problemen uiten op een manier, die niet direct in verband heeft
met het probleem. Dit komt voor bij cliënten met een matig tot zwaardere verstandelijke
beperking.
- Communicatiebeperking:
Veel cliënten hebben ook hun beperkingen in communicatie. Ze kunnen het niet goed onder
woorden brengen of gebruiken de verkeerde woorden.
- Continuïteit:
Problemen zijn niet altijd een reden om tot actie te ondergaan. Maak duidelijke overdacht en
betrek mantelzorgers ect. erbij. Zorg ook dat de cliënt jou kan bereiken.
- Eigen normen:
De manier waarop de cliënt een probleem ervaart en centraal staat. De wereld waarin
cliënten leven, vaak veel kleiner is dan de jouwe. De cliënt kan daardoor problemen sterker
ervaren.
Soorten signalen:
- Kritieke signalen
Dit zijn signalen waarbij je niet hoeft na te denken. Denk aan: bewustzijnsverlies of iets
gebroken.
- Malaisegevoel
Malaisegevoel betekent niet lekker in je vel zitten, je voelt je slap en lusteloos. Malaisegevoel
kan weer over gaan, maar kan ook symptoom zijn van een ziekte.
- Veranderingen
Verandering: lichamelijk, geestelijk of sociaal. Een belangrijke indicatie voor
gezondheidsproblemen is gedrag.
1
,Een signaleringsplan
Een signaleringsplan is een hulpmiddel om afwijkend gedrag tijdig in beeld te brengen en er gerichte
actie op te kunnen ondernemen. Het doel van een signaleringsplan is een crisissituatie te
voorkomen, uit te stellen of te verzachten. Cliënten met ziekte-inzicht kan het signaleringsplan tot op
zekere hoogte gebruiken als zelfhulpmiddel.
De stoplicht methode
Er is geen vast format voor een signaleringsplan, maar velen gebruiken de stoplichtmethode.
Stoplicht methode geef je met kleur aan welke signalen bij die kleur horen en wat de gewenste acties
zijn.
Groen: Veilig, alles gaat goed
Oranje: Opletten, het gaat minder goed
Rood: Gevaarlijk, er is een crisissituatie
Uitgebreid signaleringsplan en doelgroepen
Een signaleringsplan kan kort zijn, maar ook uitgebreid. Zo heb je ook signaleringplannen voor
specifieke doelgroepen.
Bij een signaal onderneem je actie
- Geen of beperkte actie
Als een signaal niet sterk is of zich niet herhaalt, kun je besluiten vooralsnog geen actie te
ondernemen.
- Uitgebreide actie
Als je inschat dat een signaal een gezondheidsrisico betekent, is het tijd voor andere actie.
De SBARR-methode
De SBARR-methode is een hulpmiddel voor communicatie over gezondheidsproblemen.
Situation:
Wie welk gezondheidsprobleem heeft.
Background:
Kort en duidelijk de achtergrond van de cliënt, voor zover relevant voor zijn probleem.
Assessment:
Wat je waarneemt en wat je denkt dat er aan de hand is.
Recommendation:
Aanbeveling/verzoek welke actie je verwacht.
Repeat:
Herhalen of samenvatten wat afgesproken wordt.
Verdieping klinisch redeneren
Klinisch redeneren is een methodisch proces waarbij je je eigen observaties combineert met
medische kennis.
Klinisch redeneren in zes stappen:
1. Oriëntatie op situatie
2. Probleemstelling
3. Aanvullend onderzoek
4. Beleid
5. Verwacht verloop
6. Nabeschouwing
De eerste 2 stappen kun je invullen met SBARR-methode. Als vervolg op stap 2, volgt meestal een
aanvullend onderzoek (medisch). Beleid geeft antwoord op de vraag wat je vervolgens moet doen en
vooral niet moet doen. Bij het verloop onderbouw je wat je kunt verwachten van het te volgen
beleid. Maak onderscheid in korte en lange termijn. Bij de nabeschouwing evalueer je het hele
proces. Besteed aandacht aan kwaliteit en van de beroepsuitoefening van jezelf en andere
betrokkenen.
2
, Thema 2: Cliënt en samenleving
Samenleving en integratie
- Integreren
Iets ergens in opnemen
- Sociale integratie
Het opnemen van een individu of groep in de samenleving
- De samenleving wil niet
Overtuigen, motiveren en stimuleren
- De samenleving kan niet
Er zijn extra faciliteiten nodig of het is een geldkwestie
- De cliënt wil niet
Onzekerheden, blokkades
- De cliënt kan niet
Onderzoek alle mogelijkheden en alternatieven
Samenlevingsgericht werken
De gemeente betrekt de burgers actief bij de samenleving/leefomgeving.
Denk aan: medezeggenschap.
Segregatie
Scheiding
Deelnemen aan de samenleving
Elementaire onderdelen van de samenleving:
- Wonen
- Werk
- Inkomen
- Toegang tot openbare gelegenheden
- Onderwijs
- Buurtactiviteiten
- Vrije tijd en verenigingsleven
Best fit
Zoeken naar de beste mogelijkheden en passende keuze voor de cliënt.
Vier aspecten:
- Wat de cliënt kan
- Wat de cliënt wil
- Wat de omgeving kan bieden
- Wat de omgeving wil bieden
Eenzaamheid
Eenzaamheid is een langer durend en als problematisch ervaren gemis aan sociale contacten. Het is
een persoonlijke beleving.
Oorzaken van eenzaamheid
- Externe oorzaken
De eenzaamheid speelt zich af in de directe omgeving.
- Interne oorzaken
De eenzaamheid zit dichter bij de betrokkene zelf.
Verborgen eenzaamheid
Vaak is het een verborgen probleem. Vaak ontkent de cliënt het.
Drie soorten eenzaamheid:
- Sociale eenzaamheid
- Emotionele eenzaamheid
- Existentiële eenzaamheid
3
Thema 1: Gezondheidsproblemen signaleren
Signaleren van gezondheidsproblemen
Gezondheid heeft betrekking op het lichaam, geestelijk en sociaal functioneren. Het gaat erom welke
problemen de cliënt ervaart, zonder dat ze objectief vastgesteld worden. Sommige cliënten zijn
afhankelijk van hun begeleiders die hun problemen signaleren.
Signaleren als schakel in een keten:
- Waarnemen:
Goed waarnemen met al je zintuigen
- Signaleren:
Op basis van je waarnemingen signaleer je afwijkingen. Wat valt op?
- Interpreteren:
Betekenis geven aan signalen. Wat zou er aan de hand kunnen zijn?
- Actie ondernemen:
Vervolg geven aan de interpretatie, bijv. eerst nog even nakijken, een andere hulpverlener
inschakelen of begeleidingsdoel bijstellen.
Aandachtspunten bij signaleren
- Ziekte-inzicht:
Ziekte-inzicht kun je aangeven wat er mis is met je gezondheid, wat je eraan kunt doen en
wanneer je een huisarts moet inschakelen. Sommige cliënten hebben geen inzicht in hun
gezondheidsprobleem. Dit komt voor bij mensen met een verstandelijke beperking of
mensen in de geestelijke gezondheidszorg.
- Atypisch uiten van klachten:
Atypisch is als cliënten hun problemen uiten op een manier, die niet direct in verband heeft
met het probleem. Dit komt voor bij cliënten met een matig tot zwaardere verstandelijke
beperking.
- Communicatiebeperking:
Veel cliënten hebben ook hun beperkingen in communicatie. Ze kunnen het niet goed onder
woorden brengen of gebruiken de verkeerde woorden.
- Continuïteit:
Problemen zijn niet altijd een reden om tot actie te ondergaan. Maak duidelijke overdacht en
betrek mantelzorgers ect. erbij. Zorg ook dat de cliënt jou kan bereiken.
- Eigen normen:
De manier waarop de cliënt een probleem ervaart en centraal staat. De wereld waarin
cliënten leven, vaak veel kleiner is dan de jouwe. De cliënt kan daardoor problemen sterker
ervaren.
Soorten signalen:
- Kritieke signalen
Dit zijn signalen waarbij je niet hoeft na te denken. Denk aan: bewustzijnsverlies of iets
gebroken.
- Malaisegevoel
Malaisegevoel betekent niet lekker in je vel zitten, je voelt je slap en lusteloos. Malaisegevoel
kan weer over gaan, maar kan ook symptoom zijn van een ziekte.
- Veranderingen
Verandering: lichamelijk, geestelijk of sociaal. Een belangrijke indicatie voor
gezondheidsproblemen is gedrag.
1
,Een signaleringsplan
Een signaleringsplan is een hulpmiddel om afwijkend gedrag tijdig in beeld te brengen en er gerichte
actie op te kunnen ondernemen. Het doel van een signaleringsplan is een crisissituatie te
voorkomen, uit te stellen of te verzachten. Cliënten met ziekte-inzicht kan het signaleringsplan tot op
zekere hoogte gebruiken als zelfhulpmiddel.
De stoplicht methode
Er is geen vast format voor een signaleringsplan, maar velen gebruiken de stoplichtmethode.
Stoplicht methode geef je met kleur aan welke signalen bij die kleur horen en wat de gewenste acties
zijn.
Groen: Veilig, alles gaat goed
Oranje: Opletten, het gaat minder goed
Rood: Gevaarlijk, er is een crisissituatie
Uitgebreid signaleringsplan en doelgroepen
Een signaleringsplan kan kort zijn, maar ook uitgebreid. Zo heb je ook signaleringplannen voor
specifieke doelgroepen.
Bij een signaal onderneem je actie
- Geen of beperkte actie
Als een signaal niet sterk is of zich niet herhaalt, kun je besluiten vooralsnog geen actie te
ondernemen.
- Uitgebreide actie
Als je inschat dat een signaal een gezondheidsrisico betekent, is het tijd voor andere actie.
De SBARR-methode
De SBARR-methode is een hulpmiddel voor communicatie over gezondheidsproblemen.
Situation:
Wie welk gezondheidsprobleem heeft.
Background:
Kort en duidelijk de achtergrond van de cliënt, voor zover relevant voor zijn probleem.
Assessment:
Wat je waarneemt en wat je denkt dat er aan de hand is.
Recommendation:
Aanbeveling/verzoek welke actie je verwacht.
Repeat:
Herhalen of samenvatten wat afgesproken wordt.
Verdieping klinisch redeneren
Klinisch redeneren is een methodisch proces waarbij je je eigen observaties combineert met
medische kennis.
Klinisch redeneren in zes stappen:
1. Oriëntatie op situatie
2. Probleemstelling
3. Aanvullend onderzoek
4. Beleid
5. Verwacht verloop
6. Nabeschouwing
De eerste 2 stappen kun je invullen met SBARR-methode. Als vervolg op stap 2, volgt meestal een
aanvullend onderzoek (medisch). Beleid geeft antwoord op de vraag wat je vervolgens moet doen en
vooral niet moet doen. Bij het verloop onderbouw je wat je kunt verwachten van het te volgen
beleid. Maak onderscheid in korte en lange termijn. Bij de nabeschouwing evalueer je het hele
proces. Besteed aandacht aan kwaliteit en van de beroepsuitoefening van jezelf en andere
betrokkenen.
2
, Thema 2: Cliënt en samenleving
Samenleving en integratie
- Integreren
Iets ergens in opnemen
- Sociale integratie
Het opnemen van een individu of groep in de samenleving
- De samenleving wil niet
Overtuigen, motiveren en stimuleren
- De samenleving kan niet
Er zijn extra faciliteiten nodig of het is een geldkwestie
- De cliënt wil niet
Onzekerheden, blokkades
- De cliënt kan niet
Onderzoek alle mogelijkheden en alternatieven
Samenlevingsgericht werken
De gemeente betrekt de burgers actief bij de samenleving/leefomgeving.
Denk aan: medezeggenschap.
Segregatie
Scheiding
Deelnemen aan de samenleving
Elementaire onderdelen van de samenleving:
- Wonen
- Werk
- Inkomen
- Toegang tot openbare gelegenheden
- Onderwijs
- Buurtactiviteiten
- Vrije tijd en verenigingsleven
Best fit
Zoeken naar de beste mogelijkheden en passende keuze voor de cliënt.
Vier aspecten:
- Wat de cliënt kan
- Wat de cliënt wil
- Wat de omgeving kan bieden
- Wat de omgeving wil bieden
Eenzaamheid
Eenzaamheid is een langer durend en als problematisch ervaren gemis aan sociale contacten. Het is
een persoonlijke beleving.
Oorzaken van eenzaamheid
- Externe oorzaken
De eenzaamheid speelt zich af in de directe omgeving.
- Interne oorzaken
De eenzaamheid zit dichter bij de betrokkene zelf.
Verborgen eenzaamheid
Vaak is het een verborgen probleem. Vaak ontkent de cliënt het.
Drie soorten eenzaamheid:
- Sociale eenzaamheid
- Emotionele eenzaamheid
- Existentiële eenzaamheid
3