Tijd van pruiken en revoluties (1700-1800):
Rationeel optimisme en 'verlicht denken': Mensen gingen geloven in logica en
wetenschap om maatschappelijke problemen op te lossen, zoals hoe de overheid werkt,
hoe we met elkaar omgaan, en hoe we religie en economie regelen.
Verlicht absolutisme: Vorsten probeerden de ideeën van de Verlichting toe te passen,
maar bleven toch de absolute macht behouden. Ze voerden hervormingen door om meer
vooruitstrevend te zijn, zoals onderwijs verbeteren en slavernij afschaffen.
Europese overheersing en slavernij: Europese landen breidden hun kolonies uit, vooral
in de vorm van plantages die werkten door middel van slaven. De slavenhandel was enorm
belangrijk voor de economie van de kolonies.
Democratische revoluties: In landen als Frankrijk en Amerika kwamen er revoluties,
waarbij mensen vochten voor gelijkheid, vrijheid en rechten. Dit leidde tot nieuwe
grondwetten en ideeën over burgerrechten.
Grondwet voor Haïti (1805):
Haïti was ooit een Franse kolonie, genaamd St. Dominique, waar slavernij bestond. Toen de
Franse Revolutie uitbrak, wilden de slaven ook vrijheid.In 1791 begon de slavernij in St.
Dominique te eindigen. In 1804, na veel strijd, werd Haïti onafhankelijk en riep Jean-
Jacques Dessalines de grondwet uit, die de slavernij definitief afschafte en gelijkheid voor
iedereen garandeerde.De grondwet van Haïti riep een samenleving uit waarin slavernij
verboden was, iedereen gelijk was voor de wet, en land niet kon worden geclaimd door
blanken.
Deze gebeurtenissen laten zien hoe de ideeën van de Verlichting en revoluties over vrijheid,
gelijkheid en burgerrechten invloed hadden op de wereld, zelfs in verafgelegen kolonies zoals Haïti.
7.1 Nieuwe ideeën over samenleven
Nieuwe ideeën over samenleven:
In de 18e eeuw ontstonden nieuwe ideeën over hoe mensen samen zouden moeten
leven. Deze ideeën kwamen uit de Verlichting, een tijd waarin wetenschappers en
filosofen hun inzichten deelden. Ze geloofden in rationeel optimisme, wat betekent dat
we, net zoals natuurwetenschappers, door logisch denken de samenleving konden
verbeteren. Dit werd toegepast op allerlei terreinen zoals godsdienst, politiek, economie
en sociale verhoudingen.
Belangrijke ideeën uit de Verlichting:
Rationeel optimisme en 'verlicht denken'
o Filosofen zoals Voltaire, Montesquieu en Rousseau stelden vragen over
waarom dingen waren zoals ze waren. Waarom had een koning zoveel
macht? Waarom was er ongelijkheid? Ze geloofden dat alle
mensen natuurlijke rechten hadden, zoals vrijheid van meningsuiting en
gelijke behandeling voor de wet.
Kritiek op de standenmaatschappij
o In landen als Frankrijk was er veel kritiek op de
bestaande standenmaatschappij. De adel en geestelijkheid hadden veel
macht en privileges, terwijl de boeren en burgers weinig rechten hadden.