Anatomie en fysiologie samengevat
Hoofdstuk 5 Het hartvaatstelsel
Portale circulatie
In de porale circulatie gaat het veneuze bloed van de capillaire bedden van het buikgedeelte
van het spijsverteringsstelsel, de milt en de alvleesklier eerst naar de lever.
First-pass-effect er wordt geregeld dat ongewenste en/of mogelijke toxische stoffen zoals
medicijnen verwijderd worden voordat het bloed terug in de grote circulatie afgevoerd
wordt.
Vena portae de poortader
Figuur 5.38
Hoofdstuk 9 Het endocriene stelsel
Eilandjes van Langerhans
, 2% van het alvleesklierweefsel heeft een endocriene functie en deze bestaat uit groepen van
cellen, de eilandjes van Langerhans. Deze liggen onregelmatig over de klier.
Alvleesklierhormonen worden rechtstreeks in de bloedsomloop afgescheiden en circuleren in
het lichaam.
De eilandjes van Langerhans hebben drie hoofdtypen hormoon afscheidende cellen:
1. Alfa cellen, die glucagon afscheiden
2. Bètacellen, die insuline afscheiden komt het meeste voor
3. Deltacellen, die somatostatine afscheiden
Insuline verlaagt de bloedsuikerspiegel:
Insuline is een polypeptide hormoon. Alle lichaamscellen hebben insulinereceptoren op hun
plasmamembranen en met behulp van insuline wordt de doorgankelijkheid voor glucose
bevorderd. Ze hebben ook als functie dat ze de opslag van voedingsstoffen stimuleren.
Als hiervan vooral glucose te veel is, bevordert insuline de opslag door:
- Het activeren van glucosetransporteurs in celmembranen en de opname en het
verbruik van glucose door spier- en bindweefsel te stimuleren.
- De omzetting van glucose in glycogeen te verhogen, vooral in de lever en
skeletspieren. Glycogenese
- De opname van aminozuren door de cellen en de synthese van eiwitten te versnellen
- De synthese van vetzuren en de opslag van vet in vetweefsel te bevorderen
lipogenese
- De glycogenolyse (afbraak van glycogeen in glucose) te verminderen
- De afbraak van eiwitten en vetten en gluconeogenese (vorming van nieuwe suikers uit
bijv. aminozuren) te voorkomen
Door parasympatische stimulering wordt de secretie van insuline gestimuleerd.
Door sympathische stimulering wordt de secretie van insuline verlaagd.
Glucagon verhoogt de bloedsuikerspiegel:
Glucagon verhoogt de bloedsuikerspiegel door stimulering van:
- De omzetting van glycogeen in glucose in de lever en de skeletspieren
- Gluconeogenese
De glucagonproductie wordt gestimuleerd door lage bloedsuikerspiegels en inspanning.
En hij wordt geremd door somatostatine en insuline.
Hoofdstuk 12 Het spijsverteringsstelsel
Organen van het spijsverteringsstelsel
MUCOSA
De mucosa is de voering van het darmkanaal. De meest oppervlakkigste laag is het slijmvlies,
deze wordt gevormd dor cilinderepitheel. Dit heeft 3 functies:
1. Bescherming
2. Uitscheiding
3. Absorptie
Hoofdstuk 5 Het hartvaatstelsel
Portale circulatie
In de porale circulatie gaat het veneuze bloed van de capillaire bedden van het buikgedeelte
van het spijsverteringsstelsel, de milt en de alvleesklier eerst naar de lever.
First-pass-effect er wordt geregeld dat ongewenste en/of mogelijke toxische stoffen zoals
medicijnen verwijderd worden voordat het bloed terug in de grote circulatie afgevoerd
wordt.
Vena portae de poortader
Figuur 5.38
Hoofdstuk 9 Het endocriene stelsel
Eilandjes van Langerhans
, 2% van het alvleesklierweefsel heeft een endocriene functie en deze bestaat uit groepen van
cellen, de eilandjes van Langerhans. Deze liggen onregelmatig over de klier.
Alvleesklierhormonen worden rechtstreeks in de bloedsomloop afgescheiden en circuleren in
het lichaam.
De eilandjes van Langerhans hebben drie hoofdtypen hormoon afscheidende cellen:
1. Alfa cellen, die glucagon afscheiden
2. Bètacellen, die insuline afscheiden komt het meeste voor
3. Deltacellen, die somatostatine afscheiden
Insuline verlaagt de bloedsuikerspiegel:
Insuline is een polypeptide hormoon. Alle lichaamscellen hebben insulinereceptoren op hun
plasmamembranen en met behulp van insuline wordt de doorgankelijkheid voor glucose
bevorderd. Ze hebben ook als functie dat ze de opslag van voedingsstoffen stimuleren.
Als hiervan vooral glucose te veel is, bevordert insuline de opslag door:
- Het activeren van glucosetransporteurs in celmembranen en de opname en het
verbruik van glucose door spier- en bindweefsel te stimuleren.
- De omzetting van glucose in glycogeen te verhogen, vooral in de lever en
skeletspieren. Glycogenese
- De opname van aminozuren door de cellen en de synthese van eiwitten te versnellen
- De synthese van vetzuren en de opslag van vet in vetweefsel te bevorderen
lipogenese
- De glycogenolyse (afbraak van glycogeen in glucose) te verminderen
- De afbraak van eiwitten en vetten en gluconeogenese (vorming van nieuwe suikers uit
bijv. aminozuren) te voorkomen
Door parasympatische stimulering wordt de secretie van insuline gestimuleerd.
Door sympathische stimulering wordt de secretie van insuline verlaagd.
Glucagon verhoogt de bloedsuikerspiegel:
Glucagon verhoogt de bloedsuikerspiegel door stimulering van:
- De omzetting van glycogeen in glucose in de lever en de skeletspieren
- Gluconeogenese
De glucagonproductie wordt gestimuleerd door lage bloedsuikerspiegels en inspanning.
En hij wordt geremd door somatostatine en insuline.
Hoofdstuk 12 Het spijsverteringsstelsel
Organen van het spijsverteringsstelsel
MUCOSA
De mucosa is de voering van het darmkanaal. De meest oppervlakkigste laag is het slijmvlies,
deze wordt gevormd dor cilinderepitheel. Dit heeft 3 functies:
1. Bescherming
2. Uitscheiding
3. Absorptie
