Praktische organisatie en het lerarenberoep
1. Functies van onderwijs
Volgens de VLOR, de vlaamse onderwijsraad, is de opdracht van onderwijs:
“Een optimale persoonlijkheidsontwikkeling en een kritisch-creatieve integratie in een
dynamische samenleving te betrachten, uitgaande van een pedagogische missie van
elke school” (vlaamse onderwijsraad, 2015).
Biesta – 3 functies
• Kwalificatie
• Socialisatie
• Persoonvorming
Kwalificatie
• Onderwijs zorgt ervoor dat kinderen en jongeren competenties kunnen
verwerven die hen kwalificeren (in staat stellen) om iets te doen
• Competenties = kennis, vaardigheden & attitudes
• Specifieke/algemene competenties
• Competenties = nodig om te functioneren in de maatschappij OF om bepaald
beroep uit te oefenen
Socialisatie
• Onderwijs zorgt ervoor dat kinderen en jongeren voorbereid worden op hun leven
als lid van een gemeenschap
• Kennismaken met tradities, omgangsvormen en praktijken
• Focus op relaties aangaan en bewust keuzes maken
,Persoonsvorming
• Onderwijs zorgt ervoor dat kinderen en jongeren zichzelf kunnen zijn en worden
• Focus op eigen identiteit ontwikkelen
• Centrale vraag: wie ben ik, wat kan ik en wie wil ik zijn?
2. Termen in het vakgebied
2.1. Onderwijskunde
Onderwijskunde is de wetenschap die leren, opleiden en ontwikkelen in onderwijs
beschrijft en probeert te begrijpen en verklaren
De onderwijskunde wil een wetenschap zijn die leerprocessen helpt ondersteunen,
organiseren en ontwikkelen.
Onderwijskunde is nauw verweven met heel wat andere wetenschappen en steunt
bovendien op kennis uit verschillende disciplines, zoals de sociologie, het recht en de
pedagogie.
,2.2. Pedagogie(k)
Pedagogiek of opvoedkunde is de wetenschappelijke studie van de manier waarop
volwassenen (ouders, opvoeders, onderwijzers) kinderen grootbrengen met een
bepaald doel voor zich.
Een beoefenaar van deze studie heet een pedagoog.
Een kind wordt in onze cultuur gedefinieerd als een persoon jonger dan 18 jaar.
Pedagogiek is geen eenduidige wetenschap, geen consensus, pedagogiek is namelijk
• Een praktijkwetenschap en elke praktijkomstandigheid is verschillend. Je kan
daardoor nooit een eenduidig advies voor elke situatie of een methodiek die
overal past formuleren.
• Een normatieve wetenschap: ze wordt sterk beïnvloed door individuele en
maatschappelijke normen en waarden. In onze samenleving die
waardenpluralisme als een centraal kenmerk heeft, betekent dit dat invullingen
van pedagogiek zeer verscheiden zijn
Pedagogiek = historisch gegroeide discipline, verankerd in een rijke traditie, maar
zonder een strak keurslijf over wat mag en kan.
De term pedagogie wordt naast pedagogiek gebruikt.
• Pedagogie = de praktijk van het opvoeden
• Pedagogiek = slaat eerder op de wetenschap.
• Het gebruik ervan in de literatuur is dan ook niet eenduidig.
2.3. Opvoeding
, Veel denken enkel ‘ouders’
Opvoeding gebeurt bewust of onbewust ook op andere plaatsen.
We onderscheiden verschillende opvoedingsmilieus (volgende slides).
2.3.1. Primair opvoedingsmilieu
De opvoeding die plaatsgrijpt in het (kern)gezin.
Een kerngezin is een samenwonende groep mensen die ten minste 2 generaties
omvat en waarin afhankelijke kinderen aanwezig zijn
Het gezin is de plek waarop de leden materieel en immaterieel kunnen terugvallen
De structuur en verantwoordelijkheid van gezinnen kent vandaag veel verschillende
verschijningsvormen: denk aan éénoudergezinnen, nieuw samengestelde gezinnen, …
Cultuurafhankelijk
2.3.2. Secundair opvoedingsmilieu
Een opvoedingsmilieu dat wordt vormgegeven door professionals.
Voorbeelden: school, kinderdagverblijf, een instelling in de bijzondere jeugdzorg, …
2.3.3. Tertiaire opvoedingsmilieu
We verstaan hieronder alle omgevingen die invloed hebben op kinderen, zonder een
vaste structuur: de woonwijk, de vriendengroep,….
Het tertiaire opvoedingsmilieu bestaat voor een groot deel uit minder gemakkelijk te
beïnvloeden factoren: opvoedingsfactoren kunnen haast niet bewust worden ingezet.
1. Functies van onderwijs
Volgens de VLOR, de vlaamse onderwijsraad, is de opdracht van onderwijs:
“Een optimale persoonlijkheidsontwikkeling en een kritisch-creatieve integratie in een
dynamische samenleving te betrachten, uitgaande van een pedagogische missie van
elke school” (vlaamse onderwijsraad, 2015).
Biesta – 3 functies
• Kwalificatie
• Socialisatie
• Persoonvorming
Kwalificatie
• Onderwijs zorgt ervoor dat kinderen en jongeren competenties kunnen
verwerven die hen kwalificeren (in staat stellen) om iets te doen
• Competenties = kennis, vaardigheden & attitudes
• Specifieke/algemene competenties
• Competenties = nodig om te functioneren in de maatschappij OF om bepaald
beroep uit te oefenen
Socialisatie
• Onderwijs zorgt ervoor dat kinderen en jongeren voorbereid worden op hun leven
als lid van een gemeenschap
• Kennismaken met tradities, omgangsvormen en praktijken
• Focus op relaties aangaan en bewust keuzes maken
,Persoonsvorming
• Onderwijs zorgt ervoor dat kinderen en jongeren zichzelf kunnen zijn en worden
• Focus op eigen identiteit ontwikkelen
• Centrale vraag: wie ben ik, wat kan ik en wie wil ik zijn?
2. Termen in het vakgebied
2.1. Onderwijskunde
Onderwijskunde is de wetenschap die leren, opleiden en ontwikkelen in onderwijs
beschrijft en probeert te begrijpen en verklaren
De onderwijskunde wil een wetenschap zijn die leerprocessen helpt ondersteunen,
organiseren en ontwikkelen.
Onderwijskunde is nauw verweven met heel wat andere wetenschappen en steunt
bovendien op kennis uit verschillende disciplines, zoals de sociologie, het recht en de
pedagogie.
,2.2. Pedagogie(k)
Pedagogiek of opvoedkunde is de wetenschappelijke studie van de manier waarop
volwassenen (ouders, opvoeders, onderwijzers) kinderen grootbrengen met een
bepaald doel voor zich.
Een beoefenaar van deze studie heet een pedagoog.
Een kind wordt in onze cultuur gedefinieerd als een persoon jonger dan 18 jaar.
Pedagogiek is geen eenduidige wetenschap, geen consensus, pedagogiek is namelijk
• Een praktijkwetenschap en elke praktijkomstandigheid is verschillend. Je kan
daardoor nooit een eenduidig advies voor elke situatie of een methodiek die
overal past formuleren.
• Een normatieve wetenschap: ze wordt sterk beïnvloed door individuele en
maatschappelijke normen en waarden. In onze samenleving die
waardenpluralisme als een centraal kenmerk heeft, betekent dit dat invullingen
van pedagogiek zeer verscheiden zijn
Pedagogiek = historisch gegroeide discipline, verankerd in een rijke traditie, maar
zonder een strak keurslijf over wat mag en kan.
De term pedagogie wordt naast pedagogiek gebruikt.
• Pedagogie = de praktijk van het opvoeden
• Pedagogiek = slaat eerder op de wetenschap.
• Het gebruik ervan in de literatuur is dan ook niet eenduidig.
2.3. Opvoeding
, Veel denken enkel ‘ouders’
Opvoeding gebeurt bewust of onbewust ook op andere plaatsen.
We onderscheiden verschillende opvoedingsmilieus (volgende slides).
2.3.1. Primair opvoedingsmilieu
De opvoeding die plaatsgrijpt in het (kern)gezin.
Een kerngezin is een samenwonende groep mensen die ten minste 2 generaties
omvat en waarin afhankelijke kinderen aanwezig zijn
Het gezin is de plek waarop de leden materieel en immaterieel kunnen terugvallen
De structuur en verantwoordelijkheid van gezinnen kent vandaag veel verschillende
verschijningsvormen: denk aan éénoudergezinnen, nieuw samengestelde gezinnen, …
Cultuurafhankelijk
2.3.2. Secundair opvoedingsmilieu
Een opvoedingsmilieu dat wordt vormgegeven door professionals.
Voorbeelden: school, kinderdagverblijf, een instelling in de bijzondere jeugdzorg, …
2.3.3. Tertiaire opvoedingsmilieu
We verstaan hieronder alle omgevingen die invloed hebben op kinderen, zonder een
vaste structuur: de woonwijk, de vriendengroep,….
Het tertiaire opvoedingsmilieu bestaat voor een groot deel uit minder gemakkelijk te
beïnvloeden factoren: opvoedingsfactoren kunnen haast niet bewust worden ingezet.