Rijke problemen meten en meetkunde
Viseerlijnen (kijklijnen)
- Verhelderen redeneringen over ruimtelijke verschijnselen.
- Is getekend in de richting die je kijkt.
Meetkunde = Grip krijgen op ruimtelijke aspecten uit de werkelijkheid.
Oriëntatie in de ruimte
- Lokeren fotograaf
- Route beschrijven
- Plattegrond aflezen
- Begrijpen hoe schaduwen ontstaan
Vlakke en ruimtelijke meetkundige figuren
- Herkennen figuren en eigenschappen
- Spiegelen, symmetrie, patronen leggen
- Eigenschappen van kubus en cilinder weten
Visualiseren en representeren
- Nodige technieken voor ruimtelijk redeneren
- Gebruiken viseerlijnen
- Weergeven 3D figuur op het platte vlak
“Het leren van meetkunde begint bij het concreet ervaren van verschijnselen.”
Bovenbouw
- Redeneren en verklaren
- Als/ dan redenering
Meten
= Het opmeten van een maat.
- Het kwantificeren van verschijnselen in de werkelijkheid.
- Grootheden = lengte, oppervlakte, inhoud, gewicht, tijd, temperatuur en snelheid.
Bovenbouw
- Gebruik van referentiematen
- Resultaten weergeven in tijd-afstand grafiek
- Weten of een verband lineair is of niet.
Wiskundige attitude
- Algemene positieve houding tegenover rekenen-wiskunde.
- Reflecterende houding
- Onderzoekende houding
- Communicatieve houding