Samenvatting Systeem aarde
Hoofdstuk 1 Ons eiland in de ruimte
Paragraaf 1 Planeet aarde
DE DERDE PLANEET VANAF ZE ZON
De aarde draait om de zon
Zonnestelsel: Uranus, Jupiter, Mars, Venus, Zon, Mercurius, Aarde, Saturnus, Neptunes
Geologische tijdschaal = indeling van de 4,6 miljard jaren omvattende geologische geschiedenis van
de aarde
Relatieve tijdschaal: (vroeger) volgorde van tijdperken bekend, maar ouderdom in jaren niet
Absolute tijdschaal: (nu) verdeling in tijdperken, perioden en tijdvakken met leeftijd in miljoenen
jaren
OPBOUW VAN DE AARDE
Korst Vast lithosfeer (steenschaal)
Oceanische korts (basalt) zwaarder
Continentale korst (graniet) lichter
Mantel (asthenosfeer) Buiten plastisch/taai vloeibaar
Binnen vaste stof
Kern Buiten min of meer vloeibaar
Binnen vast
TWEE SFEREN
Lithosfeer = de buitenste schil van de aarde,
bestaande uit de aardkorst en het vaste,
buitenste gedeelte van de aardmantel
Continent bestaat voornamelijk uit graniet =
stollingsgesteente met zichtbare kristallen
dat ontstaat bij langzame afkoeling van
magma
Oceanische korst bestaat uit basalt =
stollingsgesteente dat ontstaat door snelle
afkoeling bij lava bij een vulkaanuitbarsting
Paragraaf 2 Drijvende continenten
CATASTROFE OF NIET
Vroeger catastrofe theorie geologen gingen er van uit dat ingrijpende veranderingen aan het
aardoppervlak vrij plotseling en op rampzalige wijze tot stand kwamen (bv. meteorietaanslagen)
Nu actualiteitsbeginsel het heden is de sleutel tot het verleden (processen herhalen zich continu)
, ALFRED WEGENER EN PANGEA
Ontdekking fossiele overeenkomsten tussen continenten, ijskappen uit dezelfde tijd, flora en fauna
Wetenschappers geloofden dat er een supercontinent was Pangea verschuiving: Continental
Drift:
- Convectiestromen
- Ocean reliëf
- Paleomagnetisme (uiteindelijke bewijs)
ONDERZEESE BERGRUGGEN
Dieptemetingen oceaanbodem bleek niet vlak te zijn kloof in bodem waar nieuwe aardkorst
groeit
BEWIJZEN
Kern van de aarde is
magnetisch. Het draait
eens in de zoveel tijd
abrupt helemaal om het
noorden wordt het zuiden
en andersom
Het vloeibare gesteente
dat uit de aarde komt,
zorgt voor een nieuwe
oceanische plaat en bevat ijzer richt zich naar de magnetische noord- en zuidpool
In het vloeibaar gesteente zitten draaiende ijzerdeeltjes wijzen naar het magnetisch noorden of
zuiden als het vloeibare gesteente stolt. Lagen liggen steeds de andere kant op.
Paleomagnetisme: stuk korst dat naar het magnetische noorden of zuiden wijst, ligt er aan welke
kant magnetisch is hierdoor is vastgesteld dat continenten bewegen, doorslaggevend bewijs
Paragraaf 3 Bewegingen van platen
CONVECTIESTROMEN
Lithosfeer: bestaat uit zeven grote en vele kleinere platen die op de asthenosfeer drijven
Kern van de aarde is zo heet dat deze de asthenosfeer verwarmd.
Het hete materiaal komt in langgerekte zones omhoog bovenin botst het met de
lithosfeer horizontaal stroomt het aan twee kanten weg.
Hoofdstuk 1 Ons eiland in de ruimte
Paragraaf 1 Planeet aarde
DE DERDE PLANEET VANAF ZE ZON
De aarde draait om de zon
Zonnestelsel: Uranus, Jupiter, Mars, Venus, Zon, Mercurius, Aarde, Saturnus, Neptunes
Geologische tijdschaal = indeling van de 4,6 miljard jaren omvattende geologische geschiedenis van
de aarde
Relatieve tijdschaal: (vroeger) volgorde van tijdperken bekend, maar ouderdom in jaren niet
Absolute tijdschaal: (nu) verdeling in tijdperken, perioden en tijdvakken met leeftijd in miljoenen
jaren
OPBOUW VAN DE AARDE
Korst Vast lithosfeer (steenschaal)
Oceanische korts (basalt) zwaarder
Continentale korst (graniet) lichter
Mantel (asthenosfeer) Buiten plastisch/taai vloeibaar
Binnen vaste stof
Kern Buiten min of meer vloeibaar
Binnen vast
TWEE SFEREN
Lithosfeer = de buitenste schil van de aarde,
bestaande uit de aardkorst en het vaste,
buitenste gedeelte van de aardmantel
Continent bestaat voornamelijk uit graniet =
stollingsgesteente met zichtbare kristallen
dat ontstaat bij langzame afkoeling van
magma
Oceanische korst bestaat uit basalt =
stollingsgesteente dat ontstaat door snelle
afkoeling bij lava bij een vulkaanuitbarsting
Paragraaf 2 Drijvende continenten
CATASTROFE OF NIET
Vroeger catastrofe theorie geologen gingen er van uit dat ingrijpende veranderingen aan het
aardoppervlak vrij plotseling en op rampzalige wijze tot stand kwamen (bv. meteorietaanslagen)
Nu actualiteitsbeginsel het heden is de sleutel tot het verleden (processen herhalen zich continu)
, ALFRED WEGENER EN PANGEA
Ontdekking fossiele overeenkomsten tussen continenten, ijskappen uit dezelfde tijd, flora en fauna
Wetenschappers geloofden dat er een supercontinent was Pangea verschuiving: Continental
Drift:
- Convectiestromen
- Ocean reliëf
- Paleomagnetisme (uiteindelijke bewijs)
ONDERZEESE BERGRUGGEN
Dieptemetingen oceaanbodem bleek niet vlak te zijn kloof in bodem waar nieuwe aardkorst
groeit
BEWIJZEN
Kern van de aarde is
magnetisch. Het draait
eens in de zoveel tijd
abrupt helemaal om het
noorden wordt het zuiden
en andersom
Het vloeibare gesteente
dat uit de aarde komt,
zorgt voor een nieuwe
oceanische plaat en bevat ijzer richt zich naar de magnetische noord- en zuidpool
In het vloeibaar gesteente zitten draaiende ijzerdeeltjes wijzen naar het magnetisch noorden of
zuiden als het vloeibare gesteente stolt. Lagen liggen steeds de andere kant op.
Paleomagnetisme: stuk korst dat naar het magnetische noorden of zuiden wijst, ligt er aan welke
kant magnetisch is hierdoor is vastgesteld dat continenten bewegen, doorslaggevend bewijs
Paragraaf 3 Bewegingen van platen
CONVECTIESTROMEN
Lithosfeer: bestaat uit zeven grote en vele kleinere platen die op de asthenosfeer drijven
Kern van de aarde is zo heet dat deze de asthenosfeer verwarmd.
Het hete materiaal komt in langgerekte zones omhoog bovenin botst het met de
lithosfeer horizontaal stroomt het aan twee kanten weg.