100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting ‘Inleiding recht en bestuur’ - 1e keer gehaald

Beoordeling
-
Verkocht
2
Pagina's
17
Geüpload op
29-12-2024
Geschreven in
2024/2025

Goede duidelijke allesomvattende samenvatting. Bestaat uit aantekeningen van de lessen, PowerPoint en informatie uit het boek (de bestuurlijke kaart van NL). Inclusief wetten die gemarkeerd kunnen worden in de wettenbundel. Met behulp van deze samenvatting heb ik het tentamen in 1 keer gehaald met een 7.3. (ondanks dat ik moeite had met het vak en weinig algemene kennis hierover)

Meer zien Lees minder










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
29 december 2024
Aantal pagina's
17
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Recht en bestuur samenvatting – P1

Overheid en Openbaar Bestuur is hetzelfde. Juridisch gezien behoren alle
organisaties met een publiekrechtelijke grondslag tot het openbaar
bestuur. Dus dat het bestaan van de organisatie wettelijk is vastgesteld.
Zoals dat de gemeente (in de Gemeentewet).
HS 2 – De Nederlandse staat
Staat heeft 4 kenmerken:
1) Het heeft een grondgebied(territorium)
2) Bevolking: NL heeft een bevolking maar bijv. Antarctica is grondgebied
zonder bevolking dus geen staat.
3) Wettelijke ordening
4) Erkenning door andere staten


 Staat der Nederlanden is de juridische term voor de Nederlandse
overheid en is een rechtspersoon. Dus is bevoegd om net zoals een
individu rechtshandelingen te verrichten. Zoals koopovereenkomst met
een burger. (art. 2:1, eerste lid, BW)
 Koninkrijk der Nederlanden (het statuut): Nederland, Aruba, Curaçao
en Sint Maarten. + gemeentes: Bonaire, Sint Eustatius en Saba
 Constitutionele monarchie: Staat waarin koning staatshoofd is maar
zijn handelen gebonden is aan de grondwet.
 Parlementaire stelsel: Bevolking kiest rechtstreeks het hoogst
besluitvormende orgaan, namelijk de Tweede Kamer. Waaraan de regering
verantwoording schuldig is.
 De koning is onschendbaar en zijn ministers zijn verantwoordelijk (artikel
42, lid 2)
 1)Ministeriële verantwoordelijkheid: Ministers zijn verantwoordelijk
voor de staatshoofd en voor het doen en laten van de rijksambtenaren.
(wel voor het Koninklijk huis maar niet voor de koninklijke familie)
 Ministers hebben op nationaal niveau bestuursmacht en worden
gecontroleerd door het parlement (1e en 2e kamer).
 2)Vertrouwensregels (ongeschreven): Indien het parlement de
vertrouwen in het kabinet verliest, dan moeten ze aftreden. Dit kan ook
een individueel minister of staatssecretaris zijn.


Nederland is een rechtsstaat
Kenmerken rechtsstaat:
1) Bevoegdheden vastgelegd in wetten (legaliteitsbeginsel): betekent
dat de overheidshandelen is onderworpen aan de wet dus mag niet
handelen naar willekeur.
2) Trias politica:
1. Wetgevende macht:

, 2. Uitvoerende macht
3. Rechtsprekende macht
3) Grondrechten: voornamelijk artikel 1 t/m 18 v/d grondwet
4) Vrije en geheime verkiezingen
5) Vrije en onafhankelijke media (persvrijheid)
! NL is geen constitutionele hof !


Wetgevende Uitvoerende Rechtsprekende
macht macht macht
Land Regering + Regering Hoge raad
Parlement
Provincie Provinciale Staten Gedeputeerde Gerechtshof
staten
Gemeente Gemeenteraad College van B&W Rechtbank




Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat.
= staatorganisatie met verschillende bestuurslagen waarbij de relatie tussen de
bestuurslagen berust op de samenhang van:
1) Autonomie: Gemeenten en provincies kunnen op eigen initiatief regels
vaststellen die alleen binnen hun eigen grondgebied geldt. Hierdoor heeft iedere
gemeente verschillende APV’s.
2) Medebewind: regels in opdracht van hogere regeling  decentralisatie
3) Toezicht: de nationale overheid kan alle besluiten van lagere bestuursorganen
vernietigen wanneer die in strijd zijn met de wet of algemeen belang.  eenheid
*Toezicht gaat altijd om financiële zaken
- Gemeenten mogen onderling afwijkende regels hebben maar dit mag niet in
strijd zijn met het Rijk.



HS 3 – De politiek-bestuurlijke instituties


Nederland is een dualistisch parlementair stelsel
 Staten-Generaal= Eerste en Tweede kamer (ook ‘Parlement’ genoemd)
 NL kiest de Tweede Kamer
 Dualistisch= Staten-Generaal is onafhankelijk van de Regering (Koning +
Ministers). En die ministers zitten niet in de Staten-Generaal.


Regering
 Wordt gevormd door: Koning + alle ministers
 Regering is de wetgevende macht samen met het Parlement (1 e en 2e
kamer)
 Taak van de Regering= dagelijks bestuur
 Taak van de koning:

, - Ministers benoemen
- Wetten ondertekenen
- Troonrede voorlezen
 Ministers worden door de koning voor 4 jaar benoemd


 Kabinetsformatie
 Kabinetsformatie wordt door de regels van de gewoonterecht bepaald.
(staat niet in de grondwet)
1. Verkenning: De Tweede Kamer stelt na de verkiezingen een ‘verkenner’
aan. En gaat alle partijen langs en vraagt alles na. Inhoudelijk of door
andere reden vallen partijen af. Er worden een of meerdere informateurs
gekozen die de onderhandelingen voor de vorming van een kabinet leiden.
2. Informatie: De informateur is gewoonlijk afkomstig uit de grootste partij.
In deze fase stelt de informateur de vragen en onderzoekt de mogelijkheid
tot samenwerking van twee of meer partijen. Er wordt een coalitie
gevormd van (meerdere) politieke partijen.
3. Formatie: In de deze fase wordt door de Tweede Kamer een formateur
benoemd. Hij rond de vorming van het kabinet af door voor verschillende
portefeuilles personen te zoeken. Het wordt serieuzer. Waar willen we op
besparen enz.
4. Sluiting van regeerakkoord: Het regeer akkoord presenteren.


Ministers
 Worden benoemd en ontslagen bij koninklijk besluit . (art.43 Gw)
 Ministeriële verantwoordelijkheid en vertrouwensregel
 Minister zonder portefeuille = minister zonder ministerie (mogelijk
sinds 1938). Hebben wel stemrecht in de gemeenteraad!
Ministerraad (art. 45 Gw)
 Ministerraad= alle ministers bij elkaar
 Voorzitter ministerraad= Minister-president (premier). Heeft
bevoegdheden zoals zelfstandig vaststellen van agenda van de
ministerraad, deel uitmaken van Europese Raad, vrijdagmiddag
persconferentie etc.
 Bij afwezigheid van een minister treedt een collega-minister op en géén
staatssecretaris.
 Staatssecretaris kan in de ministerraad zitten maar heeft geen stemrecht!
 Besluit over het algemene regeringsbeleid. Wat hieronder wordt verstaan
staat voor een deel vastgelegd in artikel 4 van het regelement van orde
voor de ministerraad.(wetsvoorstellen, nota’s)
Staten-Generaal (Hoofdstuk 3 v/d Gw, artikel 50)
 Eerst een Tweede kamer samen
 Vertegenwoordigen het Nederlandse volk
 Beide kamers worden door evenredige vertegenwoordiging gekozen.
(art. 53 Gw)
Tweede Kamer  Door de burgers
€8,98
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
studentivk26

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
studentivk26 Hogeschool InHolland
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
11
Lid sinds
11 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
2
Laatst verkocht
6 dagen geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen